Oefenen SE Tekst h1 t/m h4

Welkom bij Nederlands
Instructie voor de les


Je moet deze LessonUp maken en inleveren. 


1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
Instructie voor de les


Je moet deze LessonUp maken en inleveren. 


Slide 1 - Tekstslide

* Belangrijk om te lezen *
Het serieus maken van deze les is het bewijs dat je 'aanwezig' bent tijdens de les.
Maak je de LessonUp niet serieus, dan word je ook absent gemeld voor deze les.
Mevrouw Nuis checkt de resultaten, maar ook DE TIJD die je hebt besteed aan het lezen van de theorie en het maken van de opdrachten.

Slide 2 - Tekstslide

Voordat we echt beginnen...
Ook al is deze les anders dan anders...
We beginnen meteen aantal vragen waarmee ik 
normaal gesproken de les ook zou beginnen.

Slide 3 - Tekstslide

Donderdag is het SE over 'Lezen' h1 t/m h4
Als het gaat om tekstbegrip dan is dit denk ik mijn niveau.
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Uitleg SE Lezen h1 t/m h4
Het SE van aanstaande donderdag gaat over de paragrafen 'Lezen' van hoofdstuk 1 t/m hoofdstuk 4.
Het is belangrijk om de theorie goed door te nemen.
In deze LessonUp ga je nog eens aan de slag met al deze theorie.
Eigenlijk ben je tijdens deze les dus bezig met het oefenen, leren en toepassen  van de theorie voor je SE.
NA deze les kijkt je docent jouw antwoorden na!
Pak je boek erbij, als je dat handig vindt

Slide 5 - Tekstslide

* BELANGRIJK *
Belangrijk
Je beantwoord de vragen slechts 1 keer!
Je klikt dus niet 2, 3 of zelfs 4 keer op een antwoord geklikt, om maar het juiste antwoord te 'vinden'.

Slide 6 - Tekstslide

Wat in een tekst belangrijk is noem je
A
de kernzin
B
de hoofdgedachte
C
de hoofdzaak
D
de kernwoorden

Slide 7 - Quizvraag

Het belangrijkste van de tekst in één zin is
A
de kernzin
B
de hoofdgedachte
C
de hoofdzaak
D
de kernwoorden

Slide 8 - Quizvraag

           Verbanden & signaalwoorden

Slide 9 - Tekstslide

Tegenstelling
?
niet klein MAAR groot

Slide 10 - Tekstslide

Opsomming

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld - toelichting
?
Ik heb verschillende soorten schoenen, zoals...

Slide 12 - Tekstslide

Waarom gebruikt een schrijver signaalwoorden in een tekst?
A
Om een tekst aantrekkelijker te maken
B
Om je een tekst beter te laten begrijpen
C
Om belangrijke signalen af te geven, zodat je beter oplet
D
Om de volgorde van de tekst te kunnen zien

Slide 13 - Quizvraag

Welke drie signaalwoorden horen bij een voorbeeld?
A
maar, zoals, verder
B
bovendien, toch, denk aan
C
onder andere, zoals, neem nou
D
hoewel, echter, tevens

Slide 14 - Quizvraag

Welk verband hoort bij 'onder andere'?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld/toelichting
D
oorzaak - gevolg

Slide 15 - Quizvraag

Welk verband hoort bij 'ten slotte'?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld/toelichting

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

In zin twee staat een signaalwoord.

1. Welk signaalwoord is dat?
2. Welk verband hoort erbij?
A
1. daar 2. voorbeeld
B
1. maar 2. voorbeeld
C
1. daar 2. tegenstelling
D
1. maar 2. tegenstelling

Slide 18 - Quizvraag


Welk signaalwaard in dit stukje tekst geeft een voorbeeld/toelichting?
A
voor
B
dus
C
voordat
D
zo

Slide 19 - Quizvraag

'De grap...t/m...stevig gepeperd
(r. 5 t/m 8).

In deze zin staat een
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 20 - Quizvraag

tegenover
daarentegen
daarnaast
neem nou
denk aan
toch
tevens
Sleep de kaartjes op de juiste plek
opsomming
opsomming
opsomming
voorbeeld
voorbeeld
voorbeeld
tegenstelling
tegenstelling
tegenstelling

Slide 21 - Sleepvraag

In de zomer had ik een leuk bijbaantje, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.
1. Wat is het signaalwoord?
2. Welk verband geeft het signaalwoord?

Slide 22 - Open vraag

Voor mijn verjaardag kreeg ik een horloge, daarnaast kreeg ik een shirt . Tevens kreeg ik een bioscoopbon.
1. Welke TWEE signaalwoorden staan hierboven?
2. Welk verband geven de signaalwoorden?

Slide 23 - Open vraag

Tijdsvolgorde

Slide 24 - Tekstslide

Oorzaak <-> gevolg

Slide 25 - Tekstslide

Voorwaarde

Slide 26 - Tekstslide

Je mag mijn fiets lenen, als je hem straks wel weer terugbrengt.
In deze zin staat het volgende verband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
oorzaak - gevolg
D
voorwaarde

Slide 27 - Quizvraag

In de vakantie ben ik veel aangekomen, waardoor ik niet meer zo gemakkelijk kan bewegen.

In deze zin staat het volgende verband:
A
opsomming
B
voorbeeld
C
oorzaak gevolg
D
voorwaarde

Slide 28 - Quizvraag

Welke signaalwoorden geven allemaal een chronologisch verband aan?
A
eerst, doordat, tenzij
B
vervolgens, sinds, inmiddels
C
daardoor, indien, tijdens
D
zodat, dadelijk, als

Slide 29 - Quizvraag

Instructie bij de volgende opdrachten
1. Klik op de link op de volgende slide
2. Lees de eerste alinea nauwkeurig
3. Lees de eerste zinnen van de tussenliggende alinea's nauwkeurig
4. Lees de laatste alinea nauwkeurig
5. Laat de tekst 'open' staan
6. Beantwoord de vragen op de volgende slides

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Wat is het onderwerp van de tekst ‘Vlogger eet dát snoep meestal niet voor niks’?

A
aanprijzen van dure merkproducten voor vloggers
B
bewust negeren van reclameregels door vloggers
C
geld van voedselfabrikanten voor vloggers
D
reclame voor ongezond voedsel door vloggers

Slide 32 - Quizvraag

Een tekst kan op verschillende manieren ingeleid worden. Bijvoorbeeld door:
1 een voor de tekst belangrijke vraag te stellen
2 een voorbeeld te geven bij het onderwerp
3 een waarschuwing te geven
4 het centrale probleem te noemen
5 vooraf een samenvatting te geven

Welke wordt in alinea 1 gebruikt om de tekst in te leiden?
A
1
B
2
C
4
D
5

Slide 33 - Quizvraag

Een tekst kan op verschillende manieren ingeleid worden. Bijvoorbeeld door:
1 een voor de tekst belangrijke vraag te stellen
2 een voorbeeld te geven bij het onderwerp
3 een waarschuwing te geven
4 het centrale probleem te noemen
5 vooraf een samenvatting te geven

Welke wordt in alinea 2 gebruikt om de tekst i n te leiden?
A
1
B
2
C
4
D
5

Slide 34 - Quizvraag

Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van alinea 3 en alinea 4 samen?
A
Reclameadviesbureau Youngworks
B
Reclameregels voor ongezonde producten voor kinderen
C
Verschijnen van het rapport ‘Voedingsreclame gericht op kinderen’
D
Vlogs voor kinderen op YouTube

Slide 35 - Quizvraag

De woordvoerder...t/m...nieuwe media (r. 41 t/m 48).
Welk verband staat in dit gedeelte?
A
opsomming
B
voorwaard
C
oorzaak - gevolg
D
tegenstelling

Slide 36 - Quizvraag

Een oplossing voor het probleem met reclame in vlogs zou kunnen zijn dat de overheid strengere regels opstelt. Toch zal de overheid dit niet doen.
Citeer een zin uit alinea 3 of alinea 4 waarin de reden hiervoor wordt gegeven.
* Citeren = letterlijk overschrijven

Slide 37 - Open vraag

Waarom mag er geen reclame voor ongezond voedsel gemaakt wordenvoor kinderen jonger dan 12 jaar?
Gebruik voor je antwoord alinea 4.

Slide 38 - Open vraag

In alinea 6 staat: “(…) dat reclame in vlogs ook een effectieve manier is
om reclame te maken.” (regels 82-84)
Welke zin uit alinea 6 of alinea 7 geeft eigenlijk hetzelfde weer?
A
“Kinderen kijken op tegen de vloggers die ze volgen, ze zien hennamelijk als betrouwbaar.” (regels 84-87)
B
“Daardoor is het goed mogelijk dat de merken die in de video’sterugkomen veel invloed hebben.” (regels 87-89)
C
“Volgens het rapport raakt reclame steeds meer verstrengeld met amusement en herkennen kinderen reclames in vlogs vaak niet als reclame.” (regels 90-94)
D
“Aan het begin moeten ze duidelijk aangeven dat Doritos hen heeft gevraagd.” (regels 101-103)

Slide 39 - Quizvraag

'Het rapport ... t/m ... invloed hebben.” (r.82 t/m 89).
Van welk tekstverband is sprake in dit tekstgedeelte?
Let op het signaalwoord!
A
verklaring
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
oorzaak - gevolg

Slide 40 - Quizvraag

Wat is één van de problemen bij het gebruik van ‘hashtag #sp (‘sponsoredpost’)’ (regel 95)?
A
De hashtag wordt niet altijd door iedereen begrepen.
B
De hashtag wordt door vloggers nooit gebruikt.
C
Door de hashtag zijn amusement en reclame te veel met elkaarverstrengeld.
D
Vloggers kennen de gemaakte afspraken over de hashtag niet.

Slide 41 - Quizvraag

In alinea 8 zegt Milan Knol dat hij niet precies weet hoe oud zijn volgers zijn.
Citeer het zinsgedeelte uit deze alinea die aangeeft
hoe dit kan.

Slide 42 - Open vraag

Milan Knol schat in dat zijn kijkers tussen de zestien en vierentwintig jaar
zijn. (regels 119-120).
Moet hij dan rekening houden met de afgesproken regels over reclame
voor ongezond voedsel?
Licht je antwoord toe met een argument uit alinea 4.

Slide 43 - Open vraag

“Naast de eerdergenoemde ‘challenge’ is het genre ‘unboxing’ (hetuitpakken van door de sponsor gestuurde producten) populair.” (regels121-124)

Van welk tekstverband is er sprake in deze zin?

A
een conclusie
B
een opsomming
C
een tegenstelling
D
een verklaring

Slide 44 - Quizvraag

Citeer uit alinea 9 de zin waaruit blijkt dat de interviewers enigszins kritisch staan tegenover de werkwijze van Jamin.

Slide 45 - Open vraag

Enzo Knol geeft in alinea 10 aan dat hij zich bewust is geworden van zijninvloed op jongeren.
Geef een voorbeeld uit alinea 10 waaruit blijkt dat Enzo Knol zich toch niet zo veel aantrekt van die invloed.

Slide 46 - Open vraag

Met welk doel is deze tekst vooral geschreven?
De tekst wil
A
de consument aansporen kennis te nemen van de reclameregels in vlogs.
B
de lezer informeren over de problemen van sluikreclame in vlogs.
C
de oudere lezer enthousiasmeren voor het volgen van vlogs.
D
jongeren waarschuwen voor verborgen boodschappen in vlogs.

Slide 47 - Quizvraag

Ken je het?
Je hebt nu geoefend met de lesstof voor het SE 
'Lezen h1 t/m h4'.
Als je denkt dat je de lesstof nog niet goed beheerst, kun je mevrouw Nuis mailen en vragen naar extra oefenstof.
Je kunt ook oefenen met de teksten in het boek!

Slide 48 - Tekstslide

Verbanden en signaalwoorden, dat snap ik ...
😒🙁😐🙂😃

Slide 49 - Poll

Ik herken de signaalwoorden en ik weet welk verband erbij hoort
😒🙁😐🙂😃

Slide 50 - Poll

Ik ben ... voorbereid voor het SE!
😒🙁😐🙂😃

Slide 51 - Poll

Welke vraag - over 'Lezen H1 t/m H4' -zou je
nog graag willen stellen voorafgaand aan het SE?
Je docent leest deze vraag en geeft - als dat nodig is - een antwoord op je vraag via Teams.

Slide 52 - Open vraag

Einde van de les
Dit is het einde van de voorbereidingsles voor het SE Lezen h1 t/m h4.
Heel veel succes met de laatste voorbereidingen!
Wil je graag dat mevrouw Nuis de open vragen van je LessonUp nakijkt, stuur dan een mail via Teams. 
Heb je nog andere vragen? Dan kun je die ook via Teams aan mevrouw Nuis stellen. 

Slide 53 - Tekstslide