Intensieve veehouderijen = veel dieren op klein oppervlakte
Ander woord hiervoor = bio-industrie
Nadeel? Zielig voor dieren, sneller ziektes, veel uitstoot van gas
Slide 9 - Tekstslide
Akkerbouw/tuinbouw
Akkerbouw = veel grond, grote machines
Tuinbouw = kleinere of geen machines. Soms in open grond, soms in kassen (= glastuinbouw)
Slide 10 - Tekstslide
Bodembewerking
Grond wordt verbeterd op meerdere manieren:
Bemesting (kunstmest/stalmest)
Ploegen/eggen
Slide 11 - Tekstslide
Chemische bestrijdingsmiddelen
Pesticiden
Voordelen: eenvoudig, goedkoop, snel
Nadelen: resistentie niet soortspecifiek (doodt alle insecten, ook de goede) accumulatie (hoe hoger in de voedselketen, hoe hoger percentage bestrijdingsmiddelen in lichaam)
Slide 12 - Tekstslide
Glastuinbouw
Voordeel: alles kan geregeld worden (vochtigheid, temperatuur, licht)
Nadeel:
Kost veel energie
Slide 13 - Tekstslide
Biologische landbouw
Beter voor milieu
Beter voor dieren
Nadeel? minder productie, dus duurder.
Slide 14 - Tekstslide
EXAMENTRAINER MAKEN
Klassikaal maken en bespreken. Liever zelfstandig aan de slag? Ga dan in stilte aan de slag met het leren van dit hoofdstuk.