Relatieve bijzinnen

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Beroepsopleiding

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Voorbeelden
Dit is de jas die ik gisteren heb gekocht.
Daar loopt het meisje dat naast mij woont.
Het museum wordt gesloten, wat ik heel jammer vind.

De relatieve bijzin start met die, dat of wat

Slide 2 - Tekstslide

die verwijst naar de-woorden
De batterijen die ik vorige week vervangen heb, zijn nu alweer leeg.

Waar zijn de sleutels die ik hier had neergelegd?

Ik heb nu al spijt van de aankoop die ik gisteren heb gedaan.

Slide 3 - Tekstslide

dat verwijst naar het-woorden
Het cadeau dat ik je heb gegegeven, heb ik online gekocht.

Ik heb het pakket dat de postbode vanmiddag bracht nog niet opengemaakt. 

Het bedrijf is tevreden over het systeem dat ze tegenwoordig gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

wat verwijst naar een hele zin
Ik heb een nieuwe baan, wat ik heel leuk vind.

Vorig jaar heeft hij zijn huis op laten knappen, wat heel veel geld gekost heeft.

Hij zegt dat hij het kanaal over kan zwemmen, wat ik niet geloof.

Slide 5 - Tekstslide

wat verwijst naar iets/alles/niets
Parachutespringen is iets wat ik nog nooit gedaan heb.

Alles wat je hebt gedaan is voor niets geweest.

Ik zag in de winkel niets wat ik leuk vond.

Slide 6 - Tekstslide

Dat is echt een boek __ je gelezen moet hebben.
A
die
B
dat
C
wat

Slide 7 - Quizvraag

Waar is de conciërge __ hier altijd werkte?
A
die
B
dat
C
wat

Slide 8 - Quizvraag

Alles __ je zegt, wordt opgenomen.
A
die
B
dat
C
wat

Slide 9 - Quizvraag

Veel mensen eten minder vlees, __ een goede ontwikkeling is.
A
die
B
dat
C
wat

Slide 10 - Quizvraag

De mail __ ik aan mijn baas heb gestuurd, was eigenlijk voor mijn collega bedoeld.
A
die
B
dat
C
wat

Slide 11 - Quizvraag