Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling toets h5 3B2
H
oofdstuk 5 herhalen voor de toets 3B2
1 / 54
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
In deze les zitten
54 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H
oofdstuk 5 herhalen voor de toets 3B2
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling Hoofdstuk 5 3 Kader
Lezen
Woordenschat
Grammatica en spelling
Slide 2 - Tekstslide
Uitleg: feit, mening, argument, conclusie
Feit = staat vast
Mening = persoonlijk, wat iemand ergens van vindt
Argument = uitleg waarom je iets vindt of waarom iets zo is
Conclusie = herhalen van mening/feiten en argumenten
Slide 3 - Tekstslide
Welk verband geeft het signaalwoord 'want' aan
A
Argument
B
Opsomming
C
Mening
D
Volgorde van tijd
Slide 4 - Quizvraag
Een conclusie staat altijd aan het begin van een tekst
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Een argument hoort bij een mening
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Feiten zijn per persoon verschillend
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Ik vind het fijn om eindelijk weer naar school te kunnen, want ik heb me erg verveeld thuis
A
In deze zin staat alleen een mening
B
In deze zin staat een mening en een argument
Slide 8 - Quizvraag
In een conclusie:
A
begint de schrijver met een nieuw onderwerp
B
herhaalt hij kort zijn mening en argumenten
Slide 9 - Quizvraag
Vandaag is het donderdag
A
feit
B
mening
Slide 10 - Quizvraag
Samengevat kunnen we dus zeggen dat de Coronacrisis langer duurt dan gedacht.
A
feit
B
mening
C
argument
D
conclusie
Slide 11 - Quizvraag
Naar mijn mening wordt er te weinig gewaarschuwd door agenten.
A
Deze zin bevat een feit
B
Deze zin bevat een conclusie
C
Deze zin bevat een mening
D
geen van bovenstaande beweringen is waar
Slide 12 - Quizvraag
Noteer hieronder drie signaalwoorden waaraan je een mening herkent
Slide 13 - Open vraag
Noteer drie signaalwoorden waaraan je een argument herkent
Slide 14 - Open vraag
Noteer twee signaalwoorden waaraan je een conclusie herkent
Slide 15 - Open vraag
Welk verband geeft het signaalwoord 'dus' aan
A
Argument
B
Volgorde van tijd
C
Conclusie
D
Opsomming
Slide 16 - Quizvraag
Noteer een zin waarin je een mening en een argument voor die mening geeft.
Slide 17 - Open vraag
Overdrijving
De schrijver laat iets extra opvallen door het groter, mooier, erger of beter te maken dan het eigenlijk is.
Bijv.
Ik zat een eeuwigheid te wachten totdat de huisarts kwam.
In werkelijkheid duurde het 5 minuten.
Slide 18 - Tekstslide
Understatement
Iemand gebruikt mooie woorden om iets minder erg te maken.
Bijv.
Ik ben niet ontevreden over jouw resultaat.
(wanneer iemand een 9 heeft gehaald voor een toets)
Je zegt eigenlijk:
Dat heb je fantastisch gedaan!
Slide 19 - Tekstslide
We verzuipen in het werk
A
understatement
B
overdrijving
Slide 20 - Quizvraag
Ik heb je nu al voor de honderdste keer gewaarschuwd.
A
understatement
B
overdrijving
Slide 21 - Quizvraag
In de vakantie is in ons huis ongewenst bezoek geweest.
A
understatement
B
overdrijving
Slide 22 - Quizvraag
Na de gymles kwamen we met onze tong op de schoenen bij Engels aan.
A
understatement
B
overdrijving
Slide 23 - Quizvraag
Overdrijving of understatement:
Ik vind het een doodsaaie opdracht
A
Overdrijving
B
Understatement
Slide 24 - Quizvraag
Overdrijving of understatement:
Een bezoekje aan de tandarts vind ik niet zo leuk.
A
Overdrijving
B
Understatement
Slide 25 - Quizvraag
Overdrijving of understatement:
Bij die docent hebben we ons doodgelachen.
A
Overdrijving
B
Understatement
Slide 26 - Quizvraag
Betekenis onbekend woord
Zoek naar synoniem (woord met ongeveer dezelfde betekenis)
Zoek in de tekst naar een omschrijving van het woord
Zoek in de tekst naar een voorbeeld
Zoek in de tekst naar een tegenstelling
Zoek in het woord dat je niet kent een bekend woorddeel
Slide 27 - Tekstslide
Op welke drie manieren kun je een meervoud van zelfstandige naamwoorden maken?
Slide 28 - Open vraag
Welk meervoud is goed geschreven:
A
Zee-en
B
Zeeën
C
Zeejen
D
Zeën
Slide 29 - Quizvraag
Welk meervoud is goed geschreven?
A
Datums
B
Datummen
Slide 30 - Quizvraag
Noteer het meervoud van het volgende woord:
groente
Slide 31 - Open vraag
Korte instructie - meervouden
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Zet -ën achter het woord
Woorden die eindigen op -ee
Zee Zeeën
Twee Tweeën
Moskee Moskeeën
Waar de klank verandert, komen de puntjes:
zee-jen
Slide 34 - Tekstslide
Zet -ën achter het woord
Als de klemtoon op de lettergreep met -ie valt, voeg ik in het meervoud ë toe: melodieën.
Als de klemtoon niet op de lettergreep met –ie valt, zet ik in het meervoud het trema op de e van –ie: poriën.
Slide 35 - Tekstslide
Wat is goed?
A
cameras
B
camera's
Slide 36 - Quizvraag
Wat is goed?
A
zeeën
B
zee-en
C
zeën
D
zees
Slide 37 - Quizvraag
Wat is goed?
A
niveau's
B
niveaus
Slide 38 - Quizvraag
Wat is goed?
A
café's
B
cafés
Slide 39 - Quizvraag
Wat is goed?
A
calorieën
B
caloriën
Slide 40 - Quizvraag
Wat is goed?
A
accus
B
accu's
Slide 41 - Quizvraag
Wat is goed?
A
menus
B
menu's
Slide 42 - Quizvraag
Wat is goed?
A
tvs
B
tv's
Slide 43 - Quizvraag
Wat is goed?
A
djs
B
dj's
Slide 44 - Quizvraag
Klemtoon
Slide 45 - Tekstslide
Oefenen
knie
kolonie
melodie
olie
theorie
Slide 46 - Tekstslide
Oefenen
knie knieën
kolonie koloniën
melodie melodieën
olie oliën
theorie theorieën
Slide 47 - Tekstslide
Kies de goede spelling van het woord
A
commissie
B
kommissie
Slide 48 - Quizvraag
Herhaling
Geen pv
Hoor je een d, schrijf je een d
hoor je een t, schrijf je en t
Schrijf het woord zo kort mogelijk en eenvoudig op
Slide 49 - Tekstslide
Herhaling
PV / VT
EV: + de / te
MV: + den / ten
Slide 50 - Tekstslide
Noteer de werkvorm in de juiste vorm:
De leraar Nederlands (missen) de hele klas.
Slide 51 - Open vraag
Gisteren (maken) de lieve, leuke, grappige docent deze les.
Slide 52 - Open vraag
Slide 53 - Video
Einde
Slide 54 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Klas 3 Kader Hoofdstuk 5
Juni 2020
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
K3 Test deeltoets 5
April 2019
- Les met
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
Les 17 mei 2019
Mei 2019
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
M3 Test deeltoets 5
September 2020
- Les met
48 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
H5 klas 3 mavo Nederlands
Mei 2019
- Les met
44 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Herh. H.5 NN5 Lezen en woordenschat 3TL/3GL
April 2021
- Les met
52 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3,4
Herhaling H5 en H6
Maart 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Nederlands H5 Woordenschat Overdrijving Understatement
Maart 2021
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3