H2 Woordenschat

timer
1:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet wat metonymie inhoudt. 
  • Je kunt de vier vormen van beeldspraak (uit H1 en H2) onderscheiden. 

Slide 2 - Tekstslide

Welke vormen van beeldspraak kennen we al uit H1 Woordenschat?

Slide 3 - Woordweb

'Je brief glimlachte me toe'
Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 4 - Quizvraag

De laatste loodjes wegen het zwaarst.

Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 5 - Quizvraag

Metonymie
Er zijn 8 verschillende vormen binnen metonymie. 
Bij een metonymie worden twee dingen met elkaar vergeleken, die niet op elkaar lijken.

Slide 6 - Tekstslide

1. Je bedoelt het voorwerp, maar noemt het materiaal
"Het vriest flink, dus ik heb mijn ijzers alvast maar tevoorschijn gehaald."

Slide 7 - Tekstslide

2. Je bedoelt de inhoud, maar noemt het voorwerp
"Zullen we een blikje kopen?"

Slide 8 - Tekstslide

3. Je bedoelt het voorwerp, maar noemt de maker
"Ik heb thuis een originele Van Gogh aan de muur hangen."

Slide 9 - Tekstslide

4. Je bedoelt het geheel, maar noemt het deel
(pars pro toto)
"Die snor deelt de ene na de andere bekeuring uit!"

Slide 10 - Tekstslide

5. Je bedoelt het deel, maar noemt het geheel
(totum pro parte)
"Nederland heeft gelukkig van Duitsland gewonnen!"

Slide 11 - Tekstslide

6. Je bedoelt de personen die er zijn, maar noemt de plaats/ruimte. 
"Na een corona-uitbraak moest de hele school in quarantaine ."

Slide 12 - Tekstslide

7. Je bedoelt de persoon, maar noemt een eigenschap van iemand. 
"Die kleine van Nederlands geeft ons dit jaar les." 

Slide 13 - Tekstslide

8. Je bedoelt een product of persoon, maar noemt de aardrijkskundige naam waar het vandaan komt: 
"Mag ik een kilo Beemster?"

Slide 14 - Tekstslide

Moskou reageert fel op de kritiek uit Nederland.
Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personicatie
D
Metonymie

Slide 15 - Quizvraag

Sifan Hassan won goud op de Spelen.
Dit is een...
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 16 - Quizvraag

Deze les is net zo leuk als een bezoek aan de Efteling.
Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 17 - Quizvraag

Na regen komt zonneschijn.

Dit is een
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personicatie
D
Metonymie

Slide 18 - Quizvraag

Wij hebben een Mondriaan boven de bank hangen.
Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 19 - Quizvraag

Het leven is als een doos bonbons.

Dit is een
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 20 - Quizvraag

'De wind huilt door de bomen.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymie
D
vergelijking

Slide 21 - Quizvraag

Ik vind .... nog lastig te herkennen.
vergelijkingen
metaforen
personificaties
metonymia

Slide 22 - Poll

Huiswerk
H2 Woordenschat maak:
Startopdracht
Opdracht 1, 5 en 6. 

Slide 23 - Tekstslide