H2 Woordenschat

timer
1:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Toets woordenschat
Verplaatst van 26 oktober naar 9 november

Theorie H1, 2, 3, 4, 6 leren
Woordenlijst met uitdrukkingen kennen en kunnen toepassen

Slide 2 - Tekstslide

Welke vormen van beeldspraak hebben we de vorige les besproken?

Slide 3 - Woordweb

H2 Woordenschat
  • Je kunt 8 verschillende vormen van metonymia herkennen. 
  • Bij een metonymia worden twee dingen met elkaar vergeleken, die niet op elkaar lijken.

Slide 4 - Tekstslide

1. Je bedoelt het voorwerp, maar noemt het materiaal
"Het vriest flink, dus ik heb mijn ijzers alvast maar tevoorschijn gehaald."

Slide 5 - Tekstslide

2. Je bedoelt de inhoud, maar noemt het voorwerp
"Zullen we een blikje kopen?"

Slide 6 - Tekstslide

3. Je bedoelt het voorwerp, maar noemt de maker
"Ik heb thuis een originele Van Gogh aan de muur hangen."

Slide 7 - Tekstslide

4. Je bedoelt het geheel, maar noemt het deel
(pars pro toto)
"Die snor deelt de ene na de andere bekeuring uit!"

Slide 8 - Tekstslide

5. Je bedoelt het deel, maar noemt het geheel
(totum pro parte)
"Nederland heeft gelukkig van Duitsland gewonnen!"

Slide 9 - Tekstslide

6. Je bedoelt de personen die er zijn, maar noemt de plaats/ruimte. 
"Na een corona-uitbraak moest de hele school in quarantaine ."

Slide 10 - Tekstslide

7. Je bedoelt de persoon, maar noemt een eigenschap van iemand. 
"Die kleine van Nederlands geeft ons dit jaar weer les." 

Slide 11 - Tekstslide

8. Je bedoelt een product of persoon, maar noemt de aardrijkskundige naam waar het vandaan komt: 
"Mag ik een kilo Beemster?"

Slide 12 - Tekstslide

Moskou reageert fel op de kritiek uit Nederland.
Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personicatie
D
Metonymie

Slide 13 - Quizvraag

'Je brief glimlachte me toe'
Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 14 - Quizvraag

De laatste loodjes wegen het zwaarst.

Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 15 - Quizvraag

Sifan Hassan won goud op de Spelen.
Dit is een...
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 16 - Quizvraag

Deze les is net zo leuk als een bezoek aan de Efteling.
Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 17 - Quizvraag

Na regen komt zonneschijn.

Dit is een
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personicatie
D
Metonymie

Slide 18 - Quizvraag

Wij hebben een Mondriaan boven de bank hangen.
Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 19 - Quizvraag

Het leven is als een doos bonbons.

Dit is een
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 20 - Quizvraag

'De wind huilt door de bomen.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymie
D
vergelijking

Slide 21 - Quizvraag

Ik vind .... nog lastig te herkennen.
vergelijkingen
metaforen
personificaties
metonymia

Slide 22 - Poll