recepten lezen en omrekenen naar aantal personen. Werkplanning maken.

Recepten lezen en omrekenen naar aantal personen. 
Werkplanning maken.
Een recept is een instructie die je precies vertelt hoe je een gerecht moet bereiden!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
KokenVoortgezet speciaal onderwijsPraktijkonderwijsLeerroute 2Leerjaar 1,3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Recepten lezen en omrekenen naar aantal personen. 
Werkplanning maken.
Een recept is een instructie die je precies vertelt hoe je een gerecht moet bereiden!

Slide 1 - Tekstslide

Doelen:
Aan het einde van de les:
  • Kan je de recepten lezen en omrekenen naar aantal personen.
  • Op basis van een recept een werkplanning maken.
  • Je kan je werkbeoordelen.

Slide 2 - Tekstslide

Een recept bestaat altijd uit een beschrijving van:
  • Ingrediënten met de juiste hoeveelheden;
  • Het aantal personen voor wie het gerecht bedoeld is;
  • De bereidingswijze: hoe je het moet bereiden.  

Slide 3 - Tekstslide

Sommige recepturen zijn nog verder uitgebereid, bijvoorbeeld met de voedingswaarde per persoon, de materialen en de technieken. 

Slide 4 - Tekstslide

Voedingswaarden
In het kookboek van de Foodsisters zie je een weekmenu met de voedingswaarden erbij. 
Zo kun je  in de gaten houden, wat voor voedingswaarde je binnen krijgt.

( Ook fijn om te kunnen gebruiken bij bezoekers, die suikervrij en koolhydraten arm willen eten.)

Slide 5 - Tekstslide

Berekeningen met recepten
In alle recepten staat vermeld voor hoeveel personen het recept bedoeld is. Het kan zijn dat je in de keuken een recept voor vier personen bedoeld is terwijl je die avond voor 12 personen moet koken. Je moet het recept dan omrekenen.
Je moet de ingrediënten dus aanpassen aan het aantal personen. Je moet dit zorgvuldig doen!

Een recept voor een groter aantal personen maken:  Vermenigvuldigen   x
Een recept voor een kleiner aantal personen maken: delen                              :

Slide 6 - Tekstslide

Hier zie je een recept voor 1 persoon. Wat moet ik doen, om voor 4 personen dit recept te bereiden?

Slide 7 - Open vraag

In het recept van Apple pie cakejes staan de voedingswaarde erbij?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Lees het recept!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

In het stappenplan kwam aanbod:
A
De ingrediënten, voedingswaarden en het recept.
B
Aantal personen, de ingrediënten, benodigdheden en het recept

Slide 14 - Quizvraag

Werkplan maken!
  • Overleg welk recept je gaat maken
  • Wat zijn de moeilijke woorden in je recept en zoek de betekenis  op!
  • Welke machines / materialen/ technieken en gereedschappen heb je nodig of moet je kunnen gebruiken voor het maken van je producten. 
  • Vraag hulp als je niet weet hoe een machine werkt!
  • Is een kooktechniek onbekend of heb je hulp nodig?  Vraag om hulp van een klasgenoot  of  vraag om een demonstratie van je docent.
  • Maak een tabel! 
  • Vraag aan je opdrachtgever hoe het  product gepresenteerd moet worden.

Slide 15 - Tekstslide

Tabel
Bekijk het recept.
  • Hoe je dit gerecht  stap voor stap bereidt
  • Welke apparatuur en materialen je bij elke stap nodig hebt
  • Hoeveel tijd je voor elke stap nodig hebt
  •  Hoeveel tijd je in totaal nodig hebt om het gerecht te bereiden.

Slide 16 - Tekstslide

Formulier staat in je online omgeving.

Slide 17 - Tekstslide

Maak nu in groepjes van twee een werkplan voor het bereiden van het recept; Wraps met tomaat en gehakt.
( Voor 6 personen)

Slide 18 - Tekstslide

Ga aan de slag!

Slide 19 - Tekstslide

Vul het formulier in en geef het aan je docent!

Slide 20 - Tekstslide

Terugblik

Slide 21 - Tekstslide

Keukenapparatuur die ik ga gebruiken voor het recept bereiden en opruimen.!
Wel gebruiken
Niet gebruiken

Slide 22 - Sleepvraag

Lijkt het jou leuk om voor een grote groepen personen te koken?
Graag ook je antwoord uitleggen!

Slide 23 - Open vraag

Kun je veilig omgaan met keukenapparatuur,
waarom wel of niet?

Slide 24 - Open vraag

Volgende doelen heb ik behaald!

Slide 25 - Woordweb

Zijn er nog vragen?

Slide 26 - Open vraag