Spelling - blok 5 - les 5.7 5.8
1 / 25
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe vind je de persoonsvorm in de zin?
Slide 3 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
De leraar vertelt een mooi verhaal.
De leraar vertelt een mooi verhaal.
A
leraar
B
verhaal
C
vertelt
D
mooi
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
De leraar heeft een mooi verhaal verteld.
De leraar heeft een mooi verhaal verteld.
A
leraar
B
heeft
C
verteld
D
mooi
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
De leraar zal een mooi verhaal gaan vertellen.
De leraar zal een mooi verhaal gaan vertellen.
A
leraar
B
vertellen
C
gaan
D
zal
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Vul in:
snoepen - ik
tt = _____, vt = _____, vd = _____
snoepen - ik
tt = _____, vt = _____, vd = _____
Slide 8 - Open vraag
Vul in:
stapelen - zij
tt = _____, vt = _____, vd = _____
stapelen - zij
tt = _____, vt = _____, vd = _____
Slide 9 - Open vraag
Mijn broertje heeft heel lang (geloven) dat spoken bestaan.
Slide 10 - Open vraag
De broodjes in de kantine zijn altijd dik (beleggen).
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Björn heeft geld _____ van zijn vriend. (lenen)
Slide 18 - Open vraag
het .............. (lenen) geld
Slide 19 - Open vraag
Wat is het voltooid deelwoord in de zin?
De stratenmaker heeft met klinker de straat verbreed.
De stratenmaker heeft met klinker de straat verbreed.
Slide 20 - Open vraag
Wat is het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?
de .............................. (verbreden) straat
de .............................. (verbreden) straat
Slide 21 - Open vraag
Wat is het voltooid deelwoord in de zin?
Die appel is helemaal verrot!
Die appel is helemaal verrot!
Slide 22 - Open vraag
Wat is het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?
de ............................ (verrotten) appel
de ............................ (verrotten) appel
