wk 38: les 2 - SO / grammatica redekundig ontleden

Vrijdag 23 september - 2AT1
  • SO!
  • Grammatica: redekundig ontleden (blz. 26)
  • Inloggen in LessonUp
  • Aan de slag!


--> Heeft iedereen titel + schrijver leesboek doorgegeven?










timer
10:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vrijdag 23 september - 2AT1
  • SO!
  • Grammatica: redekundig ontleden (blz. 26)
  • Inloggen in LessonUp
  • Aan de slag!


--> Heeft iedereen titel + schrijver leesboek doorgegeven?










timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd...
...hoe je de persoonsvorm, het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde kunt vinden in een zin. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je leren...

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hw-opdr. Maak: 1c-1h, 2, 3, 5, 6 (blz. 26)

 c Persoonsvorm: voorspelden
  Onderwerp: de kenners
 d Persoonsvorm: komt
  Onderwerp: de grootste dino-expositie van Europa
 e Persoonsvorm: stapt over
  Onderwerp: Uber
 f Persoonsvorm: zal
  Onderwerp: Het aantal mantelzorgers in Nederland
 g Persoonsvorm: hebben
  Onderwerp: ‘Gezellig’ Breda en ‘bruisend’ Almere
 h Persoonsvorm: heeft
  Onderwerp: de politie







3 a werd aangescherpt
 b had plaats zullen vinden
 c is gedaald
 d werd vrijgesproken
 e Heb te doen
 f voelen zich gepasseerd
 g zou zich hebben verloofd
 h maakt

Slide 5 - Tekstslide

Waar is de zin goed verdeeld in zinsdelen?


Gisteren hebben we een lief katertje bij het dierenasiel opgehaald. 
A
Gisteren hebben / we / een lief katertje / bij het dierenasiel / opgehaald.
B
Gisteren / hebben / we / een lief katertje bij het dierenasiel / opgehaald.
C
Gisteren / hebben / we een lief katertje / bij het dierenasiel / opgehaald.
D
Gisteren / hebben / we / een lief katertje / bij het dierenasiel / opgehaald.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde WWG?
(WWG = alle werkwoorden in de zin)


Gisteren hebben we een lief katertje bij het dierenasiel opgehaald. 
A
hebben
B
opgehaald
C
hebben opgehaald
D
gisteren

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het onderwerp OND?
(OND = wie doet iets, 'wie hebben opgehaald'?


Gisteren hebben we een lief katertje bij het dierenasiel opgehaald. 
A
we
B
bij het dierenasiel
C
een lief katertje
D
gisteren

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp LV?
(LV = wie/wat hebben we gisteren opgehaald?


Gisteren hebben we een lief katertje bij het dierenasiel opgehaald. 
A
we
B
bij het dierenasiel
C
een lief katertje
D
gisteren

Slide 9 - Quizvraag

Welke zinsdelen blijven over?


Gisteren hebben we een lief katertje bij het dierenasiel opgehaald. 
A
gisteren
B
bij het dierenasiel
C
opgehaald
D
gisteren, bij het dierenasiel

Slide 10 - Quizvraag

BONUSVRAAG: hoe noem je de zinsdelen die je overhoudt als je alles goed hebt ontleed?


Gisteren hebben we een lief katertje bij het dierenasiel opgehaald. 
A
bijwoordelijke bepaling
B
bwb

Slide 11 - Quizvraag

Heb / je / hem / vandaag / het goede nieuws / verteld?/
Werkwoordelijk gezegde (WWG) =
A
Heb verteld
B
je
C
hem
D
het goede nieuws

Slide 12 - Quizvraag

Heb / je / hem / vandaag / het goede nieuws / verteld?/
Onderwerp (OND) =
A
Heb verteld
B
je
C
hem
D
het goede nieuws

Slide 13 - Quizvraag

Heb / je / hem / vandaag / het goede nieuws / verteld?/
Lijdend voorwerp (LV) =
A
Heb verteld
B
je
C
hem
D
het goede nieuws

Slide 14 - Quizvraag

Heb / je / hem / vandaag / het goede nieuws / verteld?/
Meewerkend voorwerp (MV) =
A
Heb
B
je
C
hem
D
het goede nieuws

Slide 15 - Quizvraag

Welk zinsdeel blijft over?
A
vandaag
B
je
C
hem
D
het goede nieuws

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noem je dit zinsdeel?
A
bijwoordelijke bepaling
B
bwb

Slide 17 - Quizvraag

Op welke vraag geeft dit zinsdeel antwoord?
A
wanneer?
B
hoe?
C
met wie?
D
waar?

Slide 18 - Quizvraag

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
De ober 
heeft 
de jas
aan de klant 
gegeven. 

Slide 19 - Sleepvraag

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
bijwoordelijke bepaling
Gisteren
bracht
ze
een goed boek
voor mij
mee.

Slide 20 - Sleepvraag

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
Marjan
had
een mooi gedicht
voor haar opa 
geschreven. 

Slide 21 - Sleepvraag

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
bijwoordelijke bepaling
Het jongetje
gaf
haar
zijn mooiste tekening
op haar verjaardag. 

Slide 22 - Sleepvraag

Dus welke twee vragen stel je om het meewerkend voorwerp in een zin te vinden?

Slide 23 - Open vraag

Wat is het meewerkend voorwerp?

Sophie doet jou de groeten.
A
Er is geen meewerkend voorwerp
B
jou
C
Sophie
D
de groeten

Slide 24 - Quizvraag

Einde van deze les
Vind je ontleden nog moeilijk? Bekijk dan het filmpje op de volgende slide. Gebruik je oortjes!

Slide 25 - Tekstslide

5

Slide 26 - Video