wk 04: les 2 - 22 Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp

Donderdag 24 januari - 1AT1
  • 10 minuten stillezen
  • Bespreken opdr. 6, 8, 9 (blz. 89)
  • 22 Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp
  • Aan de slag!



timer
10:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Donderdag 24 januari - 1AT1
  • 10 minuten stillezen
  • Bespreken opdr. 6, 8, 9 (blz. 89)
  • 22 Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp
  • Aan de slag!



timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd...
...welke soorten werkwoorden er zijn.
...hoe je het werkwoordelijk gezegde (wwg) kunt vinden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je leren...
...hoe je het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp kunt vinden. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lees blz. 90, 92
  • Maak opdr. 1, 5, 8
  • Klaar? Maak de vragen op de volgende slides.
  • Klaar? Drillster 21 en 22 (SOM, Leermiddelen, KERN)

Slide 8 - Tekstslide

Waar is de zin goed verdeeld in zinsdelen?


Gisteren hebben we een lief katertje bij het dierenasiel opgehaald. 
A
Gisteren hebben / we / een lief katertje / bij het dierenasiel / opgehaald.
B
Gisteren / hebben / we / een lief katertje bij het dierenasiel / opgehaald.
C
Gisteren / hebben / we een lief katertje / bij het dierenasiel / opgehaald.
D
Gisteren / hebben / we / een lief katertje / bij het dierenasiel / opgehaald.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde WWG?
(WWG = alle werkwoorden in de zin)


Gisteren hebben we een lief katertje bij het dierenasiel opgehaald. 
A
hebben
B
opgehaald
C
hebben opgehaald
D
gisteren

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het onderwerp OND?
(OND = wie doet iets, 'wie hebben opgehaald'?


Gisteren hebben we een lief katertje bij het dierenasiel opgehaald. 
A
we
B
bij het dierenasiel
C
een lief katertje
D
gisteren

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp LV?
(LV = wie/wat hebben we gisteren opgehaald?


Gisteren hebben we een lief katertje bij het dierenasiel opgehaald. 
A
we
B
bij het dierenasiel
C
een lief katertje
D
gisteren

Slide 12 - Quizvraag

Welke zinsdelen blijven over?


Gisteren hebben we een lief katertje bij het dierenasiel opgehaald. 
A
gisteren
B
bij het dierenasiel
C
opgehaald
D
gisteren, bij het dierenasiel

Slide 13 - Quizvraag

BONUSVRAAG: hoe noem je de zinsdelen die je overhoudt als je alles goed hebt ontleed?


Gisteren hebben we een lief katertje bij het dierenasiel opgehaald. 
A
bijwoordelijke bepaling
B
bwb

Slide 14 - Quizvraag

Dit vind ik nog moeilijk van de les van vandaag:

Slide 15 - Open vraag