BO Week 4

Doel:

Aan het eind van de les ken je de belangrijkste ontwikkelingen die een peuter doormaakt op het gebied van:

• lichamelijke ontwikkeling
• cognitieve ontwikkeling

Welke levensfasen zijn er?

Motoriek = bewegen.

We kennen grove en fijne motoriek

Noem van beide een voorbeeld

Peuter

1,5-4 jaar

Trap lopen

Bal schoppen

Toren bouwen

wereld ontdekken

veel fantasie!

Koppigheid

peuters zijn vooral bezig met fijne motoriek. Is dit juist of onjuist

1. Juist
2. Onjuist

Een peuter is ouder dan een kleuter

1. juist
2. onjuist

Kleuter

Fietsen

Klimmen

Tekenen

4-6 jaar

samen spelen

nog steeds grote fantasie

Wat wordt een kleuter die opgroeit?

1. levensfase
2. een baby
3. een peuter
4. een schoolkind

Welke uitspraak is juist?

1. Kleuters leren spelenderwijs
2. Een kleuter is egocentrischer dan een peuter
3. Een kleuter kan al goed lezen en schrijven
4. Kenmerkend voor een kleuter is parallel spel

In welke fase begint het 'doen alsof'

1. baby
2. peuter
3. dreumes
4. jonge schoolkind

In welke fase ontwikkelt het samen spelen van een kind zich van parallel spel tot spontane interacties

1. peuter
2. dreumes
3. jongere schoolkind
4. baby

Wat is de 'normale' leeftijd van overdag zindelijk worden?

1. tussen de 0 en de 1 jaar
2. tussen de 3 en de 4 jaar
3. tussen de 1 en de 2 jaar
4. tussen de 2 en de 3 jaar

Lichamelijke ontwikkeling

Peuters willen alles uitproberen en ontdekken. Ze zien geen gevaar. -> exploratiedrang

• Overal op klimmen
• loopfiets
• traptrekker of driewieler
• Zelf aan- en uitkleden
• Zorg voor een kindvriendelijke omgeving
• oefenen met rennen, klimmen, gooien, vangen, vasthouden en grijpen.

Cognitieve ontwikkeling

Peuters komen van alles tegen en merkt dat alles een naam heeft.

Concreet, magisch en animistisch denken

concreet denken -> richt zich op alles wat aanwezig is en tastbaar

magisch denken-> Het verklaren van onverklaarbare gebeurtenissen. 

Waar is de zon 's nachts? -> Die slaapt. Het kind maakt dingen voor zichzelf logisch

Animistisch denken ->Menselijke eigenschappen toekennen aan levenloze 

voorwerpen.

Manieren van leren

• Ervaringsleren ->de kachel is heet. Kind heeft het een keer gevoeld

• herhalingsleren -> eindeloos oefenen

• imiterend leren -> kind aapt anderen na

Taalontwikkeling

2 woordzinnen 

pop stout

3 woordzinnen

Ivo boos pijn

Kleuters

De ontwikkeling van een kleuter

• Kinderen in de leeftijd van 4 en 5 jaar noemen we een kleuter.
• Kleuters gaan vanaf 4 jaar naar school. 
• Een kleuter leert door te spelen. 

Kinderen van 4 en 5 jaar noemen we kleuters.  Een kleuter gaat naar school vanaf 4 jaar

Ze kunnen al veel dingen zelf, en ze leren door te spelen. In de kleuterklassen, groep 1 en 2, is het dan ook niets anders dan spelend leren. Kleuters rennen, klimmen, fietsen, schommelen, knippen, plakken, kleuren, knippen… Ze oefenen de gehele dag. De kleuter wil veel weten en stelt de hele dag waaromvragen. Het is voor hem dé manier om de wereld te ontdekken en veel te leren…

Lichamelijke ontwikkeling

• Groeien 8 tot 10 centimeter 
• Ongeveer 3 kilo per jaar 
• Overdag zindelijk

Een kleuter is gemiddeld iets langer dan één meter en weegt ruim 18 kilo. In vergelijking met de baby en peuterleeftijd gaat een kleuter steeds langzamer groeien: in zijn derde en vierde levensjaar krijgt hij er per jaar 8 tot 10 centimeter bij. Hij krijgt er ook niet heel veel kilo’s bij: ongeveer 3 per jaar. Verder in de kleuterschool vermindert dit nog. de kleuter wordt slanker en zijn lichaamsbouw gaat meer lijken op een volwassenen

Hij kan nu nieuwe bewegingspatronen gaan aanleren. Dat is nodig als hij op een sport wil gaan, of op zwemles gaat.

ook zijn de meeste kleuters overdag zindelijk, in de avond is dit nog moeilijk de een heeft dit eerder dan de ander onder de knie.

Verstandelijke en cognitieve ontwikkeling

• Logisch nadenken lukt nog niet.
• Kent ongeveer 1500 woordjes.
• Waarom fase
• Veel fantasie

Lichamelijk en motorisch zijn zij al goed ontwikkeld, maar logisch nadenken lukt nog niet. Zij zijn nog niet bewust van de oorzaken van hun gedrag.

Een kleuter kent ongeveer 1500 woordjes en kan al korte verhaaltjes vertellen. Ze kennen de betekenis van woorden en kunnen volle zinnen zeggen.

Waaromvragen. Dit is de fase waarin zij erg nieuwsgierig zijn en veel vragen stellen. ‘Waarom heeft oma grijs haar?’ ‘Waar komen baby’s vandaan?’.

Kleuters hebben veel fantasie en mengen dit vaak met informatie die zij krijgen.

we weten dat kleuters ongeveer 1500 woordjes kennen en al korte verhaaltjes kunnen vertellen in dit filmpje wordt nog uitgelegd hoe je dit kunt stimuleren

Stelling 1: Veter strikken is fijne motoriek
Stelling 2: Een bal weg schoppen is fijne motoriek

1. Alleen stelling 1 is juist
2. Alleen stelling 2 is juist
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Wat is geen voorbeeld van lichamelijke ontwikkeling van een kleuter?

1. De kleuter groeit steeds meer in de lengte
2. De fijne motoriek ontwikkelt zich steeds meer
3. De kleuter doet het gedrag van anderen na
4. Het evenwichtsgevoel is in ontwikkeling

Wat is geen voorbeeld van lichamelijke ontwikkeling van een kleuter?

1. De kleuter groeit steeds meer in de lengte
2. De fijne motoriek ontwikkelt zich steeds meer
3. De kleuter doet het gedrag van anderen na
4. Het evenwichtsgevoel is in ontwikkeling

Fysieke & motorische ontwikkeling

Grove motoriek:

> Hinkelen

> Zwemmen

> Fietsen zonder zijwieltjes

> Steppen

Fijne motoriek:

> Eten met bestek

> Schrijven

> Kralen rijgen aan een ketting

> Strijkkralen plaatsen

> Knippen op de lijntjes

> Gericht tekenen en kleuren

> Veters strikken

Cognitieve ontwikkeling

> Taal

> Problemen oplossen

> Geheugentraining

> Emoties & gevoelens

> Concentratie

Cognitieve ontwikkeling