Beroepsoriëntatie Peuters en kleuters lichamelijke en verstandelijke ontwikkeling
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
0-3 maanden
Reflexen: grijpen, zuigen, zoekreflex (bij aanraking van de wang)
Gezichtsherkenning: reageert op gezichten en geluiden
Huilen als communicatie: voor honger, pijn, aandacht
3-6 maanden
Motorische ontwikkeling: leert hoofd op te tillen, begint met omrollen
Zintuiglijke ontwikkeling: reageert sterker op kleuren en beweging
Sociale glimlach: lacht bewust naar bekende gezichten
6-9 maanden
Zitten zonder steun: kan zichzelf in een zittende houding houden
Brabbelen: begint met geluiden en eenvoudige klanken (zoals 'ba' en 'da')
Objectpermanentie: begrijpt dat iets blijft bestaan ook als het uit het zicht is
9-12 maanden
Kruipen of staan: begint te kruipen of zelfs te staan met steun
Eerste woordjes: zegt eenvoudige woorden zoals "mama" of "papa"
Pincetgreep: kan kleine objecten oppakken met duim en wijsvinger
12 maanden
Lopen: sommige baby's kunnen al hun eerste stapjes zetten
Imitatie: imiteert gedrag van volwassenen (zwaaien, klappen)
Bewustzijn van objecten en mensen: weet wie mensen zijn en kan voorwerpen aanwijzen
Seksuele ontwikkeling: meer uit nieuwsgierigheid
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
grove motoriek
De vaardigheid om grote lichaamsbewegingen uit te voeren, zoals lopen of springen.
Slide 7 - Tekstslide
Verstandelijke ontwikkeling
Peuters verkennen actief de wereld en hun fantasie speelt hierbij een grote rol. Peuters zien bijvoorbeeld een doos als auto of een pan als hoed. Deze fase van fantasierijk spel is belangrijk voor hun creativiteit en begrip van de wereld. De taalontwikkeling van peuters begint met eenwoord-zinnen. Ze krijgen een steeds grotere woordenschat en kunnen later eenvoudige zinnen maken.
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een kenmerk van de ontwikkeling van peuters?
A
Ze zijn altijd volledig zindelijk.
B
Ze ontdekken de wereld vooral door fantasierijk spel.
C
Ze kunnen al complexe zinnen maken.
D
Ze hebben geen behoefte aan contact met anderen.
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Kleuters ontwikkelen hun fijne motoriek, wat inhoudt dat ze beter worden in kleine handbewegingen zoals tekenen en knutselen. Ook verbetert hun grove motoriek waardoor ze leren rennen zonder te vallen, goed kunnen klimmen en fietsen zonder zijwieltjes. Deze vaardigheden zijn belangrijke stappen in hun lichamelijke ontwikkeling.
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Lichamelijk en motorisch zijn zij al goed ontwikkeld, maar logisch nadenken lukt nog niet. Zij zijn nog niet bewust van de oorzaken van hun gedrag.
Een kleuter kent ongeveer 1500 woordjes en kan al korte verhaaltjes vertellen. Ze kennen de betekenis van woorden en kunnen volle zinnen zeggen.
Waaromvragen. Dit is de fase waarin zij erg nieuwsgierig zijn en veel vragen stellen. ‘Waarom heeft oma grijs haar?’ ‘Waar komen baby’s vandaan?’.
Kleuters hebben veel fantasie en mengen dit vaak met informatie die zij krijgen.
Wat wordt een kleuter die opgroeit?
A
levensfase
B
een baby
C
een peuter
D
een schoolkind
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een belangrijk kenmerk van de verstandelijke ontwikkeling van kleuters?
A
Ze ontwikkelen alleen grove motoriek.
B
Hun fantasie speelt een grote rol in het leren over de echte wereld.
C
Ze hebben geen interesse in andere kinderen.
D
Ze kunnen alleen eenwoord-zinnen gebruiken.
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is geen voorbeeld van lichamelijke ontwikkeling van een kleuter?
A
De kleuter groeit steeds meer in de lengte
B
De fijne motoriek ontwikkelt zich steeds meer
C
De kleuter doet het gedrag van anderen na
D
Het evenwichtsgevoel is in ontwikkeling
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Stelling 1: Veter strikken is fijne motoriek
Stelling 2: Een bal weg schoppen is fijne motoriek
Stelling 2: Een bal weg schoppen is fijne motoriek
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Evaluatie van de les
Slide 22 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
