m3 paragraaf 1b

De industriële samenleving 
van Nederland


Paragraaf 1 Waarom industrialiseerde Nederland zo laat?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De industriële samenleving 
van Nederland


Paragraaf 1 Waarom industrialiseerde Nederland zo laat?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
* Lezen en bespreken 1b
* Maken van aantekeningen
* Maken van de opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je vertellen waarom Nederland later begon met industrialiseren dan bijvoorbeeld België. 
Daarnaast kun je vertellen waarom infrastructuur en techniek zo belangrijk waren. 

Slide 3 - Tekstslide

Welke begrip hoort hierbij?
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van fabrieken. Duurt van 1760 tot 1850
A
Franse Revolutie
B
Industriële revolutie
C
Nationalisme
D
Modern-imperialisme

Slide 4 - Quizvraag

Wat past bij industrialisatie?
arbeiders
fabrieken
Engeland
huisnijverheid

Slide 5 - Sleepvraag

Paragraaf 1.2
* Lezen en bespreken paragraaf 1b
Wat heb je nodig
* Boek /lessonup
* aantekeningen: je krijgt een nieuw formulier

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
We gaan aandacht besteden aan samenvatten
Stap 1: We lezen samen de tekst
Stap 2: Onderstreep belangrijke woorden
Stap 3: Kijk op de achterkant van het papier en vul aan
Stap 4: vergelijk met je buurman/buurvrouw
Stap 5: klassikale terugkoppeling

Slide 7 - Tekstslide

Lezen blz 56: Industrie in Nederland
Na de afscheiding van België in 1830 had Nederland nauwelijks industrie. Koning Willem I nam maatregelen om de industrialisatie op gang te brengen. Pas in 1860, twintig jaar na zijn aftreden, begon de industrie in Nederland echt te groeien.

Slide 8 - Tekstslide

De maatregelen van Koning Willem I
Koning Willem I wilde de industrie op gang brengen. Daarom stak hij geld in de verbetering van de infrastructuur. Dat zijn wegen, spoorlijnen, waterwegen en andere verbindingen in een gebied. Die zijn voor de ontwikkeling van industrie belangrijk. Willem I gaf opdracht tot het graven van meerdere kanalen en het aanleggen van spoorwegen. In 1839 reed de eerste stoomtrein tussen Haarlem en Amsterdam.
Ook probeerde Willem I de textielindustrie op gang te brengen. Hij wees daarvoor Twente aan. Rond 1830 werden daar de eerste textielfabrieken opgericht door Britse en Belgische fabrikanten. Een voordeel van Twente was dat er altijd al veel huisnijverheid was. Boeren en boerinnen verdienden geld bij door thuis garen te spinnen en stoffen te weven en die dan door te verkopen. Bovendien waren daar veel arbeiders die voor een laag loon aan het werk wilden. In het westen van Nederland lagen de lonen hoger.

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaken Industrialisatie
Vanaf 1860 kwam de industrialisatie van Nederland pas echt op gang. Stoommachines vervingen in de textielindustrie al het handwerk. Ook in andere bedrijfstakken werden steeds meer machines gebruikt. Op het platteland kwamen fabrieken die landbouwproducten verwerkten, zoals suiker, zuivel en aardappelmeel. Ten slotte groeide ook de zware industrie, zoals machinefabrieken, metaalindustrie en de scheepsbouw.
De groei van de industrie vanaf 1860 had een aantal oorzaken.
Ten eerste investeerde de regering nog meer in de infrastructuur. Door de aanleg van veel meer spoorwegen ontstond een netwerk van verbindingen in plaats van enkele losse spoorlijnen. Nieuwe kanalen verbonden industriegebieden met bestaande waterwegen, zoals de rivieren. Die verbindingen waren belangrijk om grondstoffen en eindproducten te vervoeren.

Slide 10 - Tekstslide

Oorzaken industrialisatie
 De infrastructuur werd betaald met inkomsten uit de kolonie Nederlands-Indië.
Ten tweede nam de vraag naar producten toe. Dat kwam doordat de overheid veel verdiende met de handel in producten uit Nederlands-Indië. Daardoor konden de belastingen omlaag en hielden burgers meer geld over.
Ten derde was de kolonie een belangrijk afzetgebied voor katoenen stoffen: de Twentse textielfabrieken verkochten in Nederlands-Indië hun producten.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Maken van de opdrachten 9 en 10


Slide 12 - Tekstslide

Afronding

Slide 13 - Tekstslide

Welke maatregelen neemt Koning Willem I?

Slide 14 - Open vraag

Waarom is een goede infrastructuur belangrijk?

Slide 15 - Open vraag

Waarom waren kolonies belangrijk in de periode van industrialisatie?

Slide 16 - Open vraag

huiswerk:
1a: 1 tm 5
1b 9 en 10

Slide 17 - Tekstslide