Blok A spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Programma

• Lezen
• Lesdoelen
• Huiswerk bespreken
• Theorie
• Oefening
• Verwerking
• Afsluiting

Lesdoelen

• Aan het einde van de les weet je wat vervoegen is.
• Aan het einde van de les kan je de persoonsvorm vervoegen.

Huiswerk bespreken

• Controleer je antwoorden.
  
• Stel vragen als je opdrachten niet begrijpt.
  
• Schrijf één ding op dat je echt begrijpt.
  
• Schrijf één ding op dat je nog zou willen oefenen. 

Wat zijn de kenmerken van de persoonsvorm?

Vervoegen = vorm aanpassen

Persoonsvorm (vervoegde vorm) heeft 3 kenmerken:

1. persoon: 1e, 2e en 3e persoon

2. getal: enkelvoud of meervoud

3. tijd: tegenwoordige of verleden tijd

Kijk mee in je boek!

Wat is het verschil tussen de ik-vorm en de stam?

• Ik-vorm = persoonsvorm enkelvoud
• Stam= infinitief zonder -en

infinitief-->stam-->ik-vorm:

1. vinden-->vind-->vind
2. lopen-->lop-->loop
3. beloven-->belov-->beloof

Leg het verschil tussen de stam en ik-vorm uit.

Hoe vervoeg ik de persoonsvorm?

Vervoegen= vorm aanpassen

• Ik loop 
• Jij loopt
• Hij/zij/het loopt
• Loop jij/je

Wij lopen

Hij ... (kopen) drie zakken groenten.

1. Koop
2. Koopt
3. Kopen
4. Kocht

Henk ... (uitgeven) elke dag geld uit aan Playmobil. (v.t.)

1. Geef
2. Geeft
3. Geven
4. Gaf

(Zwemmen)... je elke morgen in de zee? (t.t.)

1. Zwem
2. Zwemt
3. Zwemmen
4. Zwom

Jullie ... (spelen) elke week een voetbalwedstrijd. (t.t.)

1. Speel
2. Speelt
3. Spelen
4. Speelde

Verwerking 1hv

Wat?               opdrachten maken

Hoe?               opdrachten 25, en 28 t/m 30 op bladzijden 25 t/m                                27 uit je boek of Learnbeat 1.3 B (vraag 3 en 5 t/m                                7). 

Hulp?              docent of buurman

Klaar?              lezen/schoolwerk

Huiswerk?    alles wat niet af is

Verwerking 1v

Wat?               opdrachten maken

Hoe?               opdrachten 4, 5 en 9 t/m 11 op bladzijden 27 t/m                                  29 uit je boek of Learnbeat 1.3 B (vraag 4 en 10 t/m                              13). 

Hulp?              docent of buurman

Klaar?             lezen/schoolwerk

Huiswerk?    alles wat niet af is

Stel één vraag over de lesstof.