Week 41: Franse les door mentor
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Link
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Noem de drie Nederlandse lidwoorden
Slide 12 - Open vraag
1) Wat is het meervoud van de les?
2) Wat is het meervoud van een les?
2) Wat is het meervoud van een les?
Slide 13 - Open vraag
Welke lidwoorden zijn voor mannelijk enkelvoud?
A
le
B
la
C
des
D
un
Slide 14 - Quizvraag
Welke lidwoorden geven aan dat een woord meervoud is?
A
un
B
des
C
les
D
l'
Slide 15 - Quizvraag
C'est un ami. _____ ami est beau
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 16 - Quizvraag
C'est une piscine. ______ piscine est bleue
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 17 - Quizvraag
Le parc est immense. C'est ______ parc naturel
A
un
B
une
C
des
Slide 18 - Quizvraag
La fille est belle. C'est _____ belle fille.
A
un
B
une
C
des
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het meervoud van le, la
Slide 20 - Open vraag
Wat is het meervoud van un, une
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Hoe heb jij deze les ervaren?
😒🙁😐🙂😃
Slide 23 - Poll
Ik ken de Franse lidwoorden benoemen en ik kan uitleggen hoe ze worden gebruikt
😒🙁😐🙂😃
