WAW Methodiek 13-10-2022

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Activiteiten opzetten, uitvoeren, coördineren en evalueren 
De planning van activiteiten is erg belangrijk (zowel voor groepsactiviteiten als activiteiten voor individu). 


Voordat je activiteiten kunt opzetten, moet je eerst je doelgroep kennen. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een activiteit?
Het leven van de mens kun je zien als een eindeloze reeks van activiteiten. Feitelijk is alles wat je doet een activiteit of een onderdeel van een activiteit. Je staat op, kleedt je aan, ontbijt en gaat naar school – dit zijn allemaal voorbeelden van activiteiten. Mensen zijn bijna altijd op enige manier actief. Zelfs slapen is een activiteit. Dan verwerken je hersenen namelijk de indrukken van de dag. Een leven zonder activiteit is niet denkbaar. Ook niet bij een baby. Een baby is actief op zijn eigen manier.

Slide 3 - Tekstslide

Dichtbij het begrip activiteiten liggen de begrippen sport en spel. Op het eerste gezicht lijken sport, spel en activiteiten hetzelfde te betekenen, maar dat is niet zo. Spel is een bepaald type activiteit. Hetzelfde geldt voor sport.

Slide 4 - Tekstslide

Motief van activiteiten:
Activiteiten zijn nooit zinloos. Er is altijd een motief, een reden om een bepaalde activiteit te ondernemen.
Voorbeelden van motieven van een activiteit
- Renée belt een vriendin omdat ze ergens mee zit.
- Wizal speelt een game. Hij wil zich lekker ontspannen.
- Sven leert een toets. Hij wil een goed cijfer halen.
- Rachelle bakt een cake als traktatie vanwege haar verjaardag.



Slide 5 - Tekstslide


Dezelfde activiteit kan afhankelijk van de situatie verschillende motieven hebben. Renée kan ook om heel andere redenen een vriendin bellen, bijvoorbeeld om een afspraak te maken, of om te vragen hoe het met haar vriendin gaat. En Rachelle zal heus niet alleen een cake bakken als ze jarig is.

Als je een activiteit gaat doen, is het belangrijk na te denken over het motief. Waarom wil je deze activiteit doen? Wat is je doel?

Slide 6 - Tekstslide

Algemene indeling van activiteiten

Slide 7 - Tekstslide

Noem 3 voorbeelden
van een vaste activiteit

Slide 8 - Woordweb

Vaste activiteiten
De meeste activiteiten die mensen doen, zijn vaste activiteiten. Een vaste activiteit staat vast op het programma. Bij vaste activiteiten kan het gaan om dagelijkse activiteiten en om doelgerichte activiteiten.
Het gaat om vaste activiteiten die deel uitmaken van het dagelijks leven.

Vaste dagelijkse activiteiten zijn bijvoorbeeld: opstaan, jezelf wassen, aankleden, boodschappen doen en afwassen.




Slide 9 - Tekstslide

Doelgerichte activiteiten
Bij deze activiteiten staat het doel dat je wilt bereiken voorop. Bij doelgerichte activiteiten streef je een bepaalde gedragsverandering na. De activiteit is het middel. Bij doelgerichte activiteiten is duidelijk sprake van een planmatige opzet. Dat is een duidelijk verschil met een vaste dagelijkse activiteit.


Ga je een creatieve activiteit doen binnen het thema 'herfst', dan maak je een activiteitenplan. De creatieve activiteit is een doelgerichte activiteit.
Kenmerkend voor vaste activiteiten is, dat ze het ritme van de dag bepalen en structuur aan het leven geven. Vaste activiteiten heb je bovendien nodig om je tijd zinvol door te komen.

Slide 10 - Tekstslide

Verschillende soorten activiteiten

Slide 11 - Tekstslide

Waarom activiteiten in het pedagogisch werk?
Kinderen willen zich ontwikkelen. Activiteiten helpen daarbij. Sterker: zonder activiteiten geen ontwikkeling!!
 Activiteiten helpen kinderen zich voor te bereiden op hun rol in de wereld. Activiteiten stimuleren de onderzoeksdrang van kinderen. Door activiteiten te doen, ontdekken kinderen de wereld. Activiteiten stimuleren ook dat het kind zichzelf leert kennen. Denk aan antwoorden op vragen als: wie ben ik, welke kanten heb ik in me, waar ben ik goed in en waar niet? Welke rollen liggen me, welke niet? Door middel van activiteiten is het voor een kind mogelijk volledig mens te worden. 
Ten slotte: door het doen van activiteiten leert een kind zelfstandig te zijn en verantwoordelijkheid te nemen.




Slide 12 - Tekstslide

Ontwikkelingsgerichte activiteiten
In het pedagogisch werk is het belangrijk dat activiteiten ontwikkelingsgericht zijn. Kinderen en jongeren ontwikkelen zich niet vanzelf.
Als pedagogisch werker is het nodig dat je activiteiten aanbiedt die kinderen of jongeren uitdagen een volgende stap in hun ontwikkeling te zetten. Om ontwikkelingsgerichte activiteiten te kunnen aanbieden, is kennis van en inzicht in de ontwikkeling van kinderen en jongeren nodig.

Slide 13 - Tekstslide

Brede ontwikkeling
Ontwikkelingsgerichte activiteiten zijn activiteiten die de brede ontwikkeling van de kinderen of jongeren stimuleren. Brede ontwikkeling is een begrip dat de nadruk legt op de veelheid aan ontwikkelingsgebieden bij een kind of jongere. Brede ontwikkeling omvat: de cognitieve ontwikkeling, de lichamelijke ontwikkeling, de sociale en emotionele ontwikkeling en ook de creatieve en culturele ontwikkeling.

Slide 14 - Tekstslide

Evalueren 
Na afloop van de activiteit evalueer je met de betrokken uitvoerders hoe de activiteit is verlopen. Je geeft elkaar feedback. Daarbij kijk je naar het product en het proces.

Een evaluatie is het beoordelen van een activiteit/handeling op vooraf opgestelde criteria. 

Slide 15 - Tekstslide

Productevaluatie 
Voordat je met een activiteit begint heb je voor ogen wat je wilt bereiken; hoe moet het resultaat eruit zien?
Na afloop van de activiteit ga je kijken of de resultaten, het effect, het product ook werkelijk gerealiseerd zijn. 

Slide 16 - Tekstslide

Bij de productevaluatie wil je een antwoord op de vraag in hoeverre het doel bereikt is. Bijvoorbeeld:
- Hebben de kinderen hun kledingstukken gepimpt?
- Kan Pim de juiste voorwerpen aanwijzen in het aanwijsprentboek?
- Kan Sofie de verschillende blokjes door de juiste gaten in de puzzelbox doen?

Slide 17 - Tekstslide

Procesevaluatie 
Proces en product zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. De kwaliteit van het proces heeft invloed op de kwaliteit van het product. 
In de procesevaluatie onderzoek je het hele proces van methodisch handelen. Je geeft een waardeoordeel over de weg die bewandeld is om het doel te bereiken. 

Slide 18 - Tekstslide

Bij procesevaluatie kijk je naar:
- De inschatting van de beginsituatie van de cliënt(en). Heb ik genoeg gegevens verzameld en op de juiste manier? Heb ik deze gegevens goed geïnterpreteerd?
- Pasten de doelen bij de beginsituatie?
- Heb ik tijdens de uitvoering goed ingespeeld op beginsituatie?
- Ben ik goed omgegaan met onverwachte situaties?
- Hoe verliep de communicatie en samenwerking met collega's?

Slide 19 - Tekstslide