H11 - Meervoudsvormen

Welkom 1D! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • etui
  • Kern + schrift
  • leesboek
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 1D! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • etui
  • Kern + schrift
  • leesboek

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 1D! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • Kern + schrift
  • agenda

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag ...
  • Lezen in je leesboek
  • Wat weet je al? (wisbordjes)
  • Uitleg H11 
  • Aan de slag!
Doelen van de les: 
- Ik weet wat zelfstandige naamwoorden zijn. 
- Ik kan meervouden op -en, -s of -'s correct schrijven.

Slide 5 - Tekstslide

De meeste zelfstandige naamwoorden kun je in het enkelvoud en het meervoud zetten.

Wat is ook alweer een zelfstandig naamwoord?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
  • mensen, dieren, planten, dingen (medipladi)
  • kan een lidwoord voor staan
  • heeft vaak een enkelvoud en een meervoud
  • kun je vaak een verkleinwoord van maken
  • ook een naam is een zelfstandig naamwoord

stoel: de stoel - de stoelen - het stoeltje

Slide 8 - Tekstslide

Meervoudsvormen
De meeste Nederlandse zelfstandige naamwoorden kun je in het enkelvoud en in het meervoud zetten. 

Je schrijft het meervoud meestal met en of s.

Slide 9 - Tekstslide

Neem onderstaande woorden over en noteer het meervoud
schijf - ...
teen - ...
bal - ...
luis - ...
ree - ...
industrie - ...
olie - ...
timer
2:00

Slide 10 - Tekstslide

Meervoudsvormen
Meervouden op -n, -en, -'en: 
  • Zet en achter het enkelvoud

Soms moet je 
  • de laatste letter verdubbelen
  • een a, e, o of u weglaten
  • een f veranderen in een v
  • een s veranderen in een z
  • afkortingen die eindigen op -s of -x --> meervoud op 'en

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het meervoud van ...
bord?

Slide 12 - Open vraag

Wat is het meervoud van ...
kaas?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het meervoud van ...
vriendin?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het meervoud van ...
bmx?

Slide 15 - Open vraag

Meervoudsvormen
Meervouden op -s:
  • Zet s achter het enkelvoud
  • Engelse en Franse leenwoorden

Meervouden op '-s:
  • als het woord in het enkelvoud eindigt op a, i, o, u of y.
  • als het woord een afkorting is


Slide 16 - Tekstslide

Wat is het meervoud van ...
cowboy?

Slide 17 - Open vraag

Wat is het meervoud van ...
auto?

Slide 18 - Open vraag

Wat is het meervoud van ...
cadeau?

Slide 19 - Open vraag

Wat is het meervoud van ...
reserve?

Slide 20 - Open vraag

Meervoudsvormen
Meervouden op -en of -s:
Sommige woorden hebben een meervoud op -en én op -s.

Slide 21 - Tekstslide

Ken je een woord met twee meervoudsvormen?

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag!
Hoofdstuk 11 - Meervoudsvormen
Maak opdr. 1 t/m 7 en 9 t/m 11

De eerste tien minuten werk je zelfstandig in stilte. Daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je.

Klaar?
Nieuwsbericht afmaken of lezen in je leesboek

timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Dinsdag 5 november:
  • H11: opdr. 1 t/m 7 en 9 t/m 11




Slide 24 - Tekstslide