Th3, B5 Het immuunsysteem

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Planning

- Bespreken huiswerk

- B5: het immuunsysteem

- zelfstandig werken aan B5, nakijken huiswerk

B5: Het immuunsysteem

Th3: de bloedsomloop

Waar gaat deze basisstof over:

• Lichaamsvreemd
• Antigenen
• Antistoffen
• Immuniteit
• Vaccinatie
• Allergische reactie

Doelstelling

Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties

Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan

Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie

FF denken

• Als je verkouden bent, gaat dat dan weer over?
• Hoe kan dit?
• Helpt de griepprik altijd?

Opdracht

Maak een samenvatting waarmee je het volgende doel bereikt:

• Je moet kunnen beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties
• Je moet kunnen beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan

Klaar?? Verder werken in het werkboek

Lichaamsvreemde stoffen

• Stoffen die niet in je lichaam thuishoren noemen we lichaamsvreemd
• Je kan er ziek van worden

Bescherming tegen lichaamsvreemde stoffen

1. De huid
2. De slijmvliezen van je neus
3. Immuunsysteem

Antigenen

Antigenen zijn stoffen die niet in je lichaam thuis horen, maar die er wel eens in terecht kunnen komen.

Hier kun je ziek van worden, dit is vaak een infectie

Antistoffen

• Maken ziekteverwekker onschadelijk
• Worden gemaakt door witte bloedcellen
• Antistoffen zijn eiwitten
• Voor welke ziekteverwekker is een andere antistof nodig

Infectie

Ziekte verwekkers (antigenen) dringen het lichaam binnen

Wat doet je lichaam?

• De witte bloedcellen produceren een antistof tegen dit antigeen
• De antistof hecht zich aan de antigeen, waardoor deze onschadelijk wordt gemaakt
• 1 type antistof kan maar 1 type antigeen onschadelijk maken

Antistof

• Wanneer de infectie nieuw is (onbekende antigeen) duurt het een paar dagen voordat de witte bloedcel weet welke antistof werkt. Je wordt dus ziek
• Wanneer het een bekend antigeen is, weet de witte bloedcel gelijk welke antistof hij moet maken en wordt je dus niet ziek

Immuniteit

Na een infectie blijft het antistof in het bloed aanwezig of kan bij een volgende keer snel worden aangemaakt zodat je niet ziek wordt

Immuniteit

• Natuurlijke immuniteit

       een persoon heeft de ziekte zelf gehad en wordt dus niet meer ziek

• kunstmatige immuniteit

       een persoon heeft de ziekte niet gehad

kunstmatige

• Actieve immuniteit: inenting via een vaccin (dode,zwakke ziekteverwekkers). De persoon maakt zelf antistoffen

• Passieve immuniteit: inenting van een serum (antistoffen). Persoon maakt geen antistoffen 

Immunisatie

1. Antigeen (ziekteverwekker) komt het lichaam in

Immunisatie

2. Witte bloedcel gaat antistoffen maken.

Dit kan een paar dagen duren

Immunisatie

3. Antistoffen gaan vastziten aan het antigeen

Immunisatie

4. Ziekteverwekker is uitgeschakeld, de persoon in nu immuun

Allergische reactie

• Je bent overgevoelig voor bepaalde stoffen
• Kom je met zo'n stof in aanraking dan krijg je een allergische reactie
• Je immuunsysteem reageert en je krijgt een reactie (rode plek, huisuitslag, jeuk, ontstekingen)

Allergische reactie

Een allergische reactie kan in sommige gevallen een zeer ernstig zijn, waardoor de reactie zeer heftig is: Anafylactische reactie.

Dit kan dodelijk zijn.

Mensen die hier last van hebben, hebben altijd een EpiPen bij zich. Hier zit adrenaline in die de reactie tegengaat.

Bijvoorbeeld bij een notenallergie, allergie tegen wespensteek, enz

Huiswerk

Maken tm B5

Leren tm B4