Poëzieanalyse
Bij het begin van dit gedeelte van het mondelinge examen dien je het gedicht voor te lezen,
dat je in het voorbereidingslokaal hebt ontvangen. Van jou wordt verwacht dat je naar
aanleiding van het voorgelegde gedicht vragen over de vorm kunt beantwoorden met
behulp van de volgende begrippen uit de poëzieanalyse: rijm, metrum, enjambement,
dichtsoort, strofebouw, beeldspraak en stijlfiguren. Ook worden vragen over de inhoud van
het gedicht gesteld