In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
elektriciteit - formules
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaat al goed?
wat kan beter?
extra instructie nodig?
door met volgende onderwerpen?
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de eenheid van vermogen? (Het vermogen is bijvoorbeeld 40 ...)
A
Watt
B
Volt
C
Ampère
D
Spanning
Slide 3 - Quizvraag
Apparaten met een klein vermogen zijn energiezuiniger dan apparaten met een groot vermogen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Vermogen
A
I
B
U
C
P
D
R
Slide 5 - Quizvraag
Grootheid
Symbool grootheid
Eenheid
Symbool eenheid
kilowatt
kW
kilowattuur
kWh
Spanning
Weerstand
Ohm
Ω
U
R
P
V
E
Energie
Vermogen
Slide 6 - Sleepvraag
Stap 1: Gegevens
Een magnetron
is aangesloten op
een spanning van 230V.
De stroomsterkte is 3,0 A.
Bereken
het vermogen van de magnetron.
Slide 7 - Sleepvraag
Symbolen
I
P
R
U
Spanning
Stroomsterkte
Vermogen
Weerstand
Slide 8 - Sleepvraag
Vul de formules in:
Energie: E = ..... * .....
Vermogen: P = ..... * .....
P
t
U
I
Slide 9 - Sleepvraag
Stap 1: Gegeven
Je chromebook
Werkt op
een spanning van 15V.
De stroomsterkte is 3,0 A.
Bereken
het vermogen van je chromebook.
Slide 10 - Sleepvraag
Stap 2: Gevraagd
Je chromebook
werkt op
een spanning van 15V.
De stroomsterkte is 3,0 A.
Bereken
het vermogen van je chromebook.
Slide 11 - Sleepvraag
Stap 1: Gegeven
Een magnetron
is aangesloten op
een spanning van 230V.
De stroomsterkte is 3,0 A.
Bereken
het vermogen van de magnetron.
Slide 12 - Sleepvraag
Stap 2: Gevraagd
Een magnetron
is aangesloten op
een spanning van 230V.
De stroomsterkte is 3,0 A.
Bereken
het vermogen van de magnetron.
Slide 13 - Sleepvraag
Wat is het vermogen van de lamp?
Slide 14 - Open vraag
Bekijk het typeplaatje van de heggenschaar. Wat is het vermogen van de heggenschaar?
Slide 15 - Open vraag
Als een elektromotor (48 V) op vol vermogen werkt, loopt er een stroom van 128 A. Bereken het vermogen van de elektromotor.
Slide 16 - Open vraag
Wat is het vermogen van een lamp?
Slide 17 - Open vraag
hoe goed snap je de opdrachten? 1 helemaal niets <-----> 10 super goed
Slide 18 - Poll
weerstand
Slide 19 - Tekstslide
mannetje 1 is?
Spanning
Weerstand
Stroomsterkte
Slide 20 - Sleepvraag
Symbolen
I
P
R
U
Spanning
Stroomsterkte
Vermogen
Weerstand
Slide 21 - Sleepvraag
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting
Stroomsterkte
Ampère
Spanning
U
Volt
R
Ω
i
Volt
I
Ohm
U
meter
V
weerstand
a
A
Slide 22 - Sleepvraag
Geef de formule voor weerstand.
=
/
U
I
R
Slide 23 - Sleepvraag
ohm
volt
ampere
(V)
(A)
(Ω)
Weerstand
Spanning
stroomsterkte
Slide 24 - Sleepvraag
Als er op een luidspreker een spanning van 5 V staat en er gaat een stroom van 0,7 A doorheen. Wat is dan de weerstand van die luidspreker? berekening, formule en eenheid
Slide 25 - Open vraag
Een strijkijzer werkt op een spanning van 230V. De stroomsterkte is 6,5A. Wat is de weerstand van het strijkijzer? Laat het antwoord met een berekening zien met de 5 stappen zoals met natuurkunde.
Slide 26 - Open vraag
v14) I is 12 Ampère, de weerstand is 3,5 ohm. Bereken de spanning? Noteer berekening.
Slide 27 - Open vraag
Liesje wilt graag het vermogen berekenen van deze schakeling. Ze weet dat de weerstand 50 Ω is en de stroomsterkte 0,5 A. Bereken het vermogen voor Liesje.
Slide 28 - Open vraag
hoe goed snap je de opdrachten? 1 helemaal niets <-----> 10 super goed
Slide 29 - Poll
Energie berekenen
Slide 30 - Tekstslide
Energie in joule berekenen, dan gebruik ik:
Energie in kWh berekenen, dan gebruik ik:
tijd in uur
tijd in seconde
Vermogen in W
Vermogen in kW
Slide 31 - Sleepvraag
Hoeveel elektrische energie (kWh) gebruikt een lamp (100 W) als deze 12 uur brandt? Noteer de volledige berekening.
Slide 32 - Open vraag
Hoeveel energie gebruikt deze als deze 18 min. aanstaat? Schrijf de volledige berekening op.
Slide 33 - Open vraag
hoe goed snap je de opdrachten? 1 helemaal niets <-----> 10 super goed