H4.2 deel 2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen?

• Herhalen 4.1+4.2 lessonup 
• Afmaken 4.2 

Doelen §4.1

• Weten wat stroomsterkte is
• Weten wat spanning is
• Weten wat energie is
• Elektrisch vermogen uitrekenen 

Doelen §4.2

• Weten wat weerstand is 
• Weerstand kunnen berekenen 
• Weten wat de wet van ohm is 

Wat is spanning?

1. De energie die het apparaat nodig heeft.
2. De energie die een spanningsbron kan geven.
3. De energie die het apparaat nodig heeft.
4. De energie die de elektronen met zich meedragen.

De stroomsterkte
Noteer het symbool van de stroomsterkte

1. U
2. I
3. R
4. P

Wat is de spanning?

1. 2,3 V
2. 11,5 V
3. 23 V

Stroomsterkte is een grootheid.
Wat is de eenheid voor stroomsterkte?

1. Watt (W)
2. Volt (V)
3. Power (p)
4. Ampère (A)

Bereken de stroomsterkte in milli Ampère als de stroomsterkte 0,15 A is.

1. 1,5 mA
2. 15 mA
3. 150 mA
4. 1500 mA

De spanning is ...

1. 25 V
2. 12,5 V
3. 2,5 V

Met welke formule bereken je de weerstand?
Weerstand =

1. U=R⋅I
2. R=​I​​U​​
3. R=​U​​I​​
4. I=​U​​R​​

De spanning die je in huis gebruikt, is lager dan de spanning in hoogspanningsleidingen.
Hoe hoog is de spanning die je thuis gebruikt?

1. 12 V
2. 230 V
3. 380 V
4. 10 000 V

Het symbool van spanning is...... en de eenheid van spanning is........ .

1. P ; W
2. U ; V
3. I ; A
4. U ; MV

Stroomsterkte wat was dat ook nog maar?

1. het aantal electronen dat per seconde langs komt
2. hoeveel elektrische energie elk electron meeneemt.
3. de hoeveelheid geleverde energie

Wat is de spanning?

1. 2,1 V
2. 10,5 V
3. 21 V

Een Ohmse-weerstand is een weerstand die:

1. Gevoelig is voor temperatuur
2. Gevoelig is voor licht
3. Altijd dezelfde waarde heeft
4. Geen van bovenstaande

Bereken het vermogen.
Gegeven 8 V en 0,37 A.
Graag een berekening

Een koffiezetapparaat heeft een vermogen van 1500W bij een spanning van 230V.
Hoe groot is de stroomsterkte door dit apparaat?
Graag een berekening

§4.2

Bij een weerstand is er een recht evenredig verband tussen de spanning over de weerstand en de stroomsterkte in een weerstand.

U 2x zo groot dan wordt    ook 2x zo groot 

I

§4.2

§4.2

Sommige weerstanden zijn niet constant.

Verwamringselement van broodrooster 

Aan het werk

Lezen 4.2 in stilte

Maken 4.2 opdrachten:  21 t/m 24

Klaar? nakijken via google classroom