6.2 Voelen, ruiken en proeven

      6.2 Voelen, ruiken en proeven
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

      6.2 Voelen, ruiken en proeven

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Hoe noemen we de prikkel waar een zintuig speciaal gevoelig voor is?
A
Zintuigelijke prikkel
B
Zintuigelijke impuls
C
Drempelwaarde
D
Adequate prikkel

Slide 3 - Quizvraag

Geef aan: juist of onjuist
Een adequate prikkel is een prikkel onder de drempelwaarde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

De kleinste prikkelsterkte die nog een impuls veroorzaakt in een zintuig noemt men:
A
Prikkeldrempel
B
Impulsdrempel
C
Drempelwaarde
D
Adequate prikkel

Slide 5 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de drempelwaarde van je gehoor als je je concentreert om goed te luisteren?
A
De drempelwaarde wordt hoger
B
De drempelwaarde wordt lager

Slide 6 - Quizvraag

Lesdoel
Je kunt de werking van de zintuigen in je huid, de reukzintuigen en smaakzintuigen beschrijven

Je kunt aangeven waar ze liggen en wat de adequate prikkels zijn

Slide 7 - Tekstslide

Huid
Braille: blinde mensen lezen met hun vingertoppen. 
Vingertoppen zijn erg gevoelig. 

Slide 8 - Tekstslide

Zintuigen in de huid
Tastzintuigen: reageren op lichte aanrakingen van de huid. Tastknopjes. Ruw, glad.
Drukzintuigen: dieper in de huid. Regelen bv. kracht waarmee je iets vastpakt. 
Warmtezintuigen: Reageren als je huid in aanraking komt met iets dat warmer is dan je huid.
Koudezintuigen: Reageren als je huid in aanraking komt met iets dat kouder is dan je huid. 
Pijnpunten: komen overal in je lichaam voor. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Het reukzintuig
Bedekt met neusslijmvlies
Boven in de neusholte de reukzintuigcellen met reukharen
Geur is de prikkel

Slide 11 - Tekstslide

De smaakzintuigen
In het oppervlak van de tong
Groefjes -Smaakknopjes - smaakzintuigcellen. 
Zoet
Zout
Zuur
Bitter
Umami (hartig)
Werkt samen met reukzintuig

Slide 12 - Tekstslide

En weer een quizje.....

Slide 13 - Tekstslide

In je huid liggen meerdere zintuigen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Welke zintuigen liggen dieper in de huid? De tastzintuigen of de drukzintuigen?
A
Tastzintuigen
B
Drukzintuigen
C
Allebei even diep

Slide 15 - Quizvraag


Wanneer je verkouden bent en je neus verstopt zit, kun je voedsel smakeloos vinden. Waardoor komt dit?
A
Bij een verkoudheid worden geen impulsen vanuit de zintuigen naar de hersenen doorgegeven
B
Je smaakpapillen zijn niet meer actief bij een verkoudheid. Daardoor proef je niet meer goed.
C
Met een verstopte neus ruik je niet goed. Daardoor proef je bepaalde smaken niet meer.

Slide 16 - Quizvraag

Neus
Neusslijmvlies
Geurstoffen

Slide 17 - Sleepvraag

Reukzintuig
Neusslijmvlies
Neusholte
Geurstoffen

Slide 18 - Sleepvraag

Welke twee organen werken nauw met elkaar samen bij het proeven van eten en drinken?
A
Gezichtszintuig en reukzintuig
B
Reukzintuig en gehoorzintuig
C
Gehoorzintuig en smaakzintuig
D
Smaakzintuig en reukzintuig

Slide 19 - Quizvraag

Er komt een geurstof in je neus.
Je reukzintuig wordt geprikkeld.
Wat gebeurt er nu met je reukzintuig?

A
Het reukzintuig maakt berichten en stuurt die weg.
B
Het reukzintuig ontvangt berichten en reageert.

Slide 20 - Quizvraag

Je pakt je koude fietsstuur vast.
Welke zintuigen reageren zodra je jouw koude fietsstuur vast pakt?
A
drukzintuig + koudezintuig
B
koudezintuig + warmtezintuig
C
tastzintuig + koudezintuig
D
warmtezintuig + drukzintuig

Slide 21 - Quizvraag

Combineer de prikkel(s) met het juiste zintuig(en).
Warmtezintuig
Koudezintuig
Tastzintuig
Pijnzintuig
Hoge temperatuur
Lage temperatuur
Vorm en structuur
Pijn

Slide 22 - Sleepvraag

Je neemt een slokje van de hete thee en verbrand bijna je tong. Vul in:
De hete thee is een                      voor je                      . Je                            zet de                       om in een                      . De                        gaat via je                       naar de                      .
prikkel
pijnzintuig
impuls
zenuwen
hersenen
warmtezintuig
hersenen

Slide 23 - Sleepvraag

Welk(e) huidzintuig(en) is/zijn actief wanneer:
1. je onder de douche staat?
2. je per ongeluk in je vinger snijdt?
3. je met blote handen een sneeuwbal maakt?
Tastzintuig
Warmtezintuig
Pijnzintuig
Koudezintuig

Slide 24 - Sleepvraag

Welk zintuig bevindt zich NIET in de huid?
A
Warmtezintuig
B
Tastzintuig
C
Pijnzintuig
D
Lichtzintuig

Slide 25 - Quizvraag

Aan het (huis) werk.
Quayn 6.2 Voelen, ruiken en proeven

Slide 26 - Tekstslide