3.2 Duidelijk formuleren

3.2 Duidelijk formuleren
Nederlands
Periode 4
Week 4
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

3.2 Duidelijk formuleren
Nederlands
Periode 4
Week 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is formuleren?
A
iets verwoorden
B
iets laten zien

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Formulering =
A
wat er in de tekst staat
B
lijst met dingen in een bepaalde volgorde
C
woorden die iemand gebruikt om iets te vertellen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de beste formulering?
A
'Wij irriteren ons aan jouw instelling.'
B
'Jouw instelling irriteert ons.'

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Je leert duidelijk formuleren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet je goed kunnen formuleren?

onduidelijkheden voorkomen in je teksten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik geen moeilijke of lange woorden
  • Deze stage heb ik mogen ondervinden dat consciëntieus zijn een van mijn competenties is.

of

  • Ik heb in deze stage geleerd dat ik zorgvuldig kan werken.



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik vaktermen alleen als je voor vakgenoten
schrijft

  • Uiteraard pas ik ook ADL toe.

Niet iedereen buiten de zorg weet dat dit staat voor Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formuleer kort en bondig

  • Het is niet toegestaan auto's voor het toegangshek te parkeren. Dit in verband met het bereikbaar zijn voor ambulance, brandweer en politie.

  • Het is verboden te parkeren voor het toegangshek. De toegang moet vrij blijven voor ambulance, brandweer en politie.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik zo weinig mogelijk werkwoorden per zin

  • Ik zou jou wel eens hebben willen zien durven blijven zitten praten.


Dat kan op andere manieren:


  • Durf voor jezelf op te komen.
  • Neem initiatief.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formuleer positief

NIET
  • Praat niet als de leraar aan het woord is.

WEL
  • Als de leraar praat, zijn we stil.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wees concreet

NIET
  • Men moet er wel voor oppassen niet dezelfde fout te maken.

WEL
  • Je moet er wel voor oppassen niet dezelfde fout te maken.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik geen afkortingen

NIET
  • In de VS rekenen ze vaak in mijlen i.p.v. km’s.

WEL
  • In de Verenigde Staten rekenen ze vaak in mijlen in plaats van kilometers.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik een heldere lay-out

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervang de onderstreepte woorden door een duidelijker alternatief.
Sleep naar de juiste plek.

Ondanks het feit dat de software vorige maand geüpdatet is, functioneert alles nog niet naar behoren.



_______ de software _______ is, is _______ alles nog niet _______ .
binnenkort
kwamen... aan
sturen
resultaten
werkt
hoewel
bijgewerkt
goed genoeg
omdat

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervang de onderstreepte woorden door een duidelijker alternatief.
Sleep naar de juiste plek.

Een dezer dagen zullen wij u de bevindingen van het onderzoek doen toekomen.



_______ zullen wij u de _______ van het onderzoek _______.
bijgewerkt
binnenkort
hoewel
resultaten
omd
rond
sturen

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervang de onderstreepte woorden door een duidelijker alternatief.
Sleep naar de juiste plek.

Vanwege het feit dat de treinen niet reden, arriveerden veel collega's pas omtrent lunchtijd.



_______ de treinen niet reden, _______ veel collega's pas _______ lunchtijd (aan). 
bijgewerkt
binnenkort
kwamen... aan
resultaten
omdat
rond
sturen

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
Voorbeeld: 
AMBU-team = ambulance met verpleegkundige en chauffeur.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer drie vaktermen of afkortingen uit je eigen sector die je niet kunt gebruiken in een tekst voor een algemeen publiek.
Noteer achter elke term een korte en duidelijke omschrijving of een begrijpelijk synoniem.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3
Herschrijf de zinnen op de volgende dia's.

Voorbeeld: Wij zullen u een offerte sturen. 
- Wij sturen u een offerte.

Gebruik één werkwoord per zin.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herschrijf de zinnen.
Gebruik één werkwoord per zin.

Zo kun je een heel brede kijk op de sector krijgen.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Herschrijf de zinnen.
Gebruik één werkwoord per zin.

Ook dit jaar zal ons bedrijf weer gaan deelnemen aan NLdoet.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Herschrijf de zinnen.
Gebruik één werkwoord per zin.

Hierbij zouden wij u graag willen informeren over onze nieuwe tarieven.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Herschrijf de zinnen.
Gebruik één werkwoord per zin.

Uw aanvraag wordt door ons meteen in behandeling genomen.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4
Herschrijf de zinnen op de volgende dia's.
Gebruik één werkwoord per hoofd- en/of bijzin.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herschrijf de zinnen.
Gebruik één of twee werkwoorden per zin.

Wij zouden het op prijs stellen als u het formulier vandaag nog aan ons terug zou willen sturen.

Slide 27 - Open vraag

Wij stellen het op prijs als u het formulier vandaag nog aan ons terugstuurt.
Herschrijf de zinnen.
Gebruik één of twee werkwoorden per zin.

Ik meen te mogen vaststellen dat mijn stagebedrijf niet aan alle eisen lijkt te voldoen.

Slide 28 - Open vraag

Ik stel vast dat mijn stagebedrijf niet aan alle eisen voldoet.
Herschrijf de zinnen.
Gebruik één of twee werkwoorden per zin.

Mocht uw wasmachine te klein zijn, dan zou u naar een wasserette kunnen gaan.

Slide 29 - Open vraag

Als uw wasmachine te klein is, gaat u naar een wasserette.

Of:

Is uw wasmachine te klein, ga dan naar een wasserette.
Herschrijf de zinnen.
Gebruik één of twee werkwoorden per zin.

Als u uw bestelling heeft geplaatst voor 21.00 uur, zouden wij uw pakket dezelfde dag nog moeten kunnen verzenden.

Slide 30 - Open vraag

Als u uw bestelling voor 21.00 uur plaatst, verzenden wij uw pakket nog dezelfde dag.

Of:

Als u uw bestelling plaatst voor 21.00 uur, verzenden wij uw pakket dezelfde dag nog.
Herschrijf de zinnen.
Gebruik één of twee werkwoorden per zin.

Het wil regelmatig voorkomen dat na het sollicitatiegesprek een eerste reactie door het bedrijf wordt gegeven.

Slide 31 - Open vraag

Het komt regelmatig voor dat het bedrijf na een sollicitatiegesprek een eerste reactie geeft.
Opdracht 5
Formuleer het zo concreet mogelijk.
Vervang de onduidelijke woorden. Verzin zelf concrete personen, hoeveelheden en tijdstippen.

Voorbeeld: Vanochtend heeft iemand gebeld. - Mevrouw Walraven heeft vanochtend om 10:00 uur gebeld.
 
Typ je antwoord in.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formuleer het zo concreet mogelijk.

Kunnen we vandaag iets eerder lunchen?

Slide 33 - Open vraag

Bijvoorbeeld:
Kunnen we vandaag 10 minuten eerder lunchen?
Formuleer het zo concreet mogelijk.

Binnenkort stuur ik je een aantal voorstellen.

Slide 34 - Open vraag

Bijvoorbeeld:
Morgen stuur ik je twee voorstellen.
Formuleer het zo concreet mogelijk.

Verschillende pakketten zijn een paar dagen te laat bezorgd.

Slide 35 - Open vraag

Bijvoorbeeld:
Vijftien pakketten zijn twee dagen te laat bezorgd.
Formuleer het zo concreet mogelijk.

Afgelopen week heeft iemand geklaagd over een of andere bestelling.

Slide 36 - Open vraag

Bijvoorbeeld:
Dinsdag heeft mevrouw Walraven geklaagd over haar bestelling met nummer 654 98 37.
Formuleer het zo concreet mogelijk.

Ik kom er later op terug.

Slide 37 - Open vraag

Bijvoorbeeld:
Morgen voor 12 uur krijg je van mij een reactie.
Opdracht 6
Schrap overbodige woorden en gebruik duidelijke taal.

Voorbeeld: Mijn inwerkfase heeft niet zo lang geduurd, want ze hebben mij meteen veel uitgelegd en het meeste was in de eerste week van mijn stage, daarna wist ik wel waar alles was in het gebouw en zo af en toe had ik weleens een vraag voor een collega maar dat is normaal.

Na één week stagelopen wist ik vrijwel alles te vinden in het gebouw. Als ik iets niet wist, kon ik een collega om hulp vragen.


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak van één lange zin twee of meer duidelijke zinnen.
Typ je antwoord in.

Mevrouw Van Boven vroeg of ik voor haar wat dossiers wilde opruimen en opbergen in dossierkasten en dus heb ik alle contracten die in die dossiers moesten uitgezocht, gekeken of er van dat dossier al wat in de kast zat en zo niet een nieuw dossier aangemaakt en in de kast gedaan.

Slide 39 - Open vraag

Bijvoorbeeld:
Mevrouw Van Boven vroeg of ik voor haar wat dossiers wilde opruimen en opbergen in dossierkasten. Ik heb daarop alle contracten uitgezocht die in de dossiers moeten. Ook keek ik of er van dat dossier al wat in de kast zat. Als dat niet het geval was, maakte ik een nieuw dossier aan.
Maak van één lange zin twee of meer duidelijke zinnen.
Typ je antwoord in.

Er is gesignaleerd dat, ondanks het in 2015 aangescherpte beleid van de gemeente, er over het algemeen nog veel hondenpoep op de stoep en op grasvelden e.d. te vinden is, zodat er geconcludeerd lijkt te kunnen worden dat het huidige beleid, wat betreft de hondenpoepoverlast, nog niet tot het gewenste resultaat heeft geleid.

Slide 40 - Open vraag

Bijvoorbeeld:
In 2015 heeft de gemeente het beleid rond hondenpoep aangescherpt, maar er ligt nog altijd veel hondenpoep op de stoep en op de grasvelden. Het beleid heeft dus niet gewerkt.
Maak van één lange zin twee of meer duidelijke zinnen.
Typ je antwoord in.

Dat zijn nu van die dingen waarvan ik denk dat je die beter niet kunt doen in een e-mail, want met dergelijke opmerkingen jaag je klanten als het ware alleen maar op de kast.

Slide 41 - Open vraag

Bijvoorbeeld:
Zulke opmerkingen kun je beter achterwege laten in een e-mail aan een klant. Of: Maak zulke opmerkingen niet in een e-mail aan een klant. Of (positief geformuleerd): Om in gesprek te blijven met een klant, moet je hem steeds serieus nemen en met respect benaderen.
Maak van één lange zin twee of meer duidelijke zinnen.
Typ je antwoord in.

Ter voorbereiding op het gesprek vraag ik aan de medewerker om na te denken over zijn ontwikkeling binnen de functie en of hij voor zichzelf op papier wil opschrijven wat hij graag mondeling wil bespreken tijdens het loopbaangesprek.

Slide 42 - Open vraag

Bijvoorbeeld:
Ter voorbereiding op het loopbaangesprek vraag ik aan de medewerker om na te denken over zijn ontwikkeling binnen de functie. Ook vraag ik hem of hij voor zichzelf op papier wil zetten wat hij graag wil bespreken tijdens het gesprek.

Of:

Ter voorbereiding op het loopbaangesprek vraag ik aan de medewerker om na te denken over zijn ontwikkeling binnen de functie. Ook vraag ik hem of hij voor zichzelf wil opschrijven wat hij graag mondeling wil toelichten.
Opdracht 7
Welke zin van elk setje zinnen is het duidelijkst geformuleerd?


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin van elk setje zinnen is het duidelijkst geformuleerd?
A
Men kan plaatsnemen in de wachtruimte.
B
Wij zoeken een medewerker met interesse in nieuwe media.
C
Wij zoeken een medewerker met affiniteit voor nieuwe media.
D
U kunt plaatsnemen in de wachtruimte.

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin van elk setje zinnen is het duidelijkst geformuleerd?
A
Onze secretaresse neemt morgen contact met u op over uw klacht.
B
U kunt tanen tot 12 uur 's nachts. Daarna zijn wij gesloten.
C
Onze secretaresse zal morgen contact met u opnemen over uw klacht.
D
U zal kunnen tanken tot 12 uur 's nachts. Daarna zijn wij gesloten.

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin van elk setje zinnen is het duidelijkst geformuleerd?
A
De plafonds worden vanmiddag geverfd door de zojuist aangekomen schilders.
B
De workshopleider stuurt alle deelnemers het recept toe.
C
De zojuist aangekomen schilders verven vanmiddag de plafonds.
D
Het recept wordt naar alle deelnemers van de workshops verstuurd.

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin van elk setje zinnen is het duidelijkst geformuleerd?
A
U komt voor een afspraak?
B
Onze bezorgdienst levert morgen de bestelde meubels voor twaalf uur bij u af.
C
De bestelde meubels worden morgen voor twaalf uur bij u afgeleverd door onze bezorgdienst.
D
Is het een juiste veronderstelling dat u voor een afspraak komt?

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin van elk setje zinnen is het duidelijkst geformuleerd?
A
Wij zouden u graag willen verzoeken deze ruimte te verlaten in verband met een brandalarm.
B
Ik wil u bedanken voor het gesprek.
C
Bedankt voor het gesprek.
D
Wij verzoeken u deze ruimte te verlaten in verband met een brandalarm.

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies