W50 2 Spelling 1,2,3

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
neMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

De komende lessen:

Deze week:

- Spelling herhalen 1 en 2

- Spelling Test jezelf

- Spelling bespreken


Volgende week:

- Grammatica voorbereiden PTA H1,2,3



Slide 2 - Tekstslide

Volgende week maandag
PTA spelling 1, 2 en 3

Slide 3 - Tekstslide

Niet vergeten:

Na de vakantie in de 3e week: inleveren betoog VLOG;

--> Tot nu: 3 stellingen ontvangen;

--> Een stelling mag maar 1x gekozen worden.

Slide 4 - Tekstslide

Doornemen H1 en H2
-Nakijken zelfstandig t/m opdracht 11

Slide 5 - Tekstslide

H 1 blz. 17

persoonsvorm tegenwoordige tijd

persoonsvorm verleden tijd

't kofschip

bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Tekstslide

Vul de bijvoeglijke naamwoorden in:
Yasmina heeft een (hout) ... speelgoedpop.

Slide 7 - Open vraag

Vul de bijvoeglijke naamwoorden in:
Die heeft een (rood) ... mantel om.

Slide 8 - Open vraag

Vul de bijvoeglijke naamwoorden in:
De pop heeft een (gescheurd) ... broek.

Slide 9 - Open vraag

Vul de bijvoeglijke naamwoorden in:
Die wordt op zijn plaats gehouden door een (plastic)... riem.

Slide 10 - Open vraag

Vul de bijvoeglijke naamwoorden in:
Om haar hals draagt Yasmina een (zilver) ... ketting.

Slide 11 - Open vraag

H2 blz. 58

voltooid deelwoord

tegenwoordig deelwoord

tussenletter -s en -(e)n

Slide 12 - Tekstslide

Voltooid deelwoord

eindigt op -t of een -d;

(langer maken)

geverfd

verwacht


eindigt op -(e)n;

begonnen

gezwommen

Tegenwoordig deelwoord

hele werkwoord + d

springend

feestend

lezend

Slide 13 - Tekstslide

Tussenletter -s en - (e)n
Een samenstelling maak je door twee woorden aan elkaar te  plakken. Daarbij gebruik je soms een tussenletter -s of - (e)n.

Slide 14 - Tekstslide

Stadsreiniging
Je hoort dat je een extra -s schrijft.

Slide 15 - Tekstslide

Boekenplank

De basisregel: je schrijft altijd (-e)

Maar: er zijn 6 uitzonderingen

Slide 16 - Tekstslide

De uitzonderingen

Geen  -n als het eerste woord van de samenstelling:

1. geen zelfstandig naamwoord is: (armelui)

2. géén meervoud heeft: (benzinegeur)

3. alleen meervoud op -s heeft: (horlogebandje)

4. een meervoud op-s en op -n heeft: (groentesoep)

5. uniek is: (zonneauto)

6. aangeeft hoe groot of leuk iets is: (apetrots)


Slide 17 - Tekstslide

Schrijf de samenstelling op:
spin + wiel

Slide 18 - Open vraag

Schrijf de samenstelling op:
tarwe + meel

Slide 19 - Open vraag

Schrijf de samenstelling op:
hond + hok

Slide 20 - Open vraag

schrijf de samenstelling op:
aap + trots

Slide 21 - Open vraag

Schrijf de samenstelling op:
aap + kop

Slide 22 - Open vraag

Aan de slag:

Nakijken huiswerk opdracht 1 t/m 11

Extra opdrachten maken (huiswerk)

blz. 45 opdracht 5 en 6

blz. 87 opdracht 5 en 6

blz. 129 opdracht 5 en 6

Slide 23 - Tekstslide