1MH3: Tussenletters 18-03-2022

LESPROGRAMMA
Lesuur 1:
  Lezen 
  Tussenletter - n en -s
  Opdrachten maken
Lesuur 2:
  Oefentoets Spelling Hoofdletters en leestekens.
 
Volgende week vrijdag is de toets Spelling Hoofdletters en leestekens tijdens de les!
Niet vergeten: leeskwartieren bijhouden!
Elke les je leesboek meenemen 


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

LESPROGRAMMA
Lesuur 1:
  Lezen 
  Tussenletter - n en -s
  Opdrachten maken
Lesuur 2:
  Oefentoets Spelling Hoofdletters en leestekens.
 
Volgende week vrijdag is de toets Spelling Hoofdletters en leestekens tijdens de les!
Niet vergeten: leeskwartieren bijhouden!
Elke les je leesboek meenemen 


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Ik weet wat een samenstelling is.
- Ik weet wat de regels zijn bij het maken van samenstellingen.
- Ik kan deze regels op de juiste manier toepassen bij samenstellingen.

Slide 2 - Tekstslide

Samenstellingen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Tussenletter in samenstellingen
Een samenstelling is een woord dat is opgebouwd uit twee of meer woorden die ieder zelfstandig kunnen voorkomen. 
Soms is er een extra 'tussenletter' nodig om deze woorden aan elkaar te kunnen 'plakken'.





Slide 8 - Tekstslide

Tussenletter -(e)n
Basisregel: je schrijft bij ‘gewone’ samenstellingen altijd –(e)n.

Krant + jongen = krantenjongen
Beest + bende = beestenbende
Aap + rots = apenrots
Stoel + dans = stoelendans
Boek + kast = boekenkast
Hond + hok = hondenhok



Slide 9 - Tekstslide

Je schrijft een tussenletter -e-:

- Als het eerste deel een werkwoord of versterkend woord is

dronkelap, beresterk

- Als het eerste deel een uniek persoon of een unieke zaak is (er is er maar een van)

zonnescherm, Koninginnedag

- Als het woord niet meer herkenbaar is als samenstelling

ellepijp, schattebout

Slide 10 - Tekstslide

Je schrijft een tussenletter -e-:

- Als het eerste deel  geen meervoud heeft

rijstepap, ereplek

- Als het eerste deel alleen een meervoud op -s heeft

horlogemaker

- Als het eerste deel een meervoud op -s en -n heeft

secondewijzer


Slide 11 - Tekstslide

Leg het verschil uit!

Slide 12 - Tekstslide

Tussenletter in samenstellingen
Het meervoud van ‘tomaat’ is ‘tomaten’. De samenstelling schrijf je dus ook met –en.

Het meervoud van ‘groente’ is ‘groentes’ én ‘groenten’. De samenstelling schrijf je dus alleen met een –e.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit

Slide 14 - Tekstslide

Tussenletter in samenstellingen
Het meervoud van ‘aap’ is ‘apen’. De samenstelling schrijf je dus ook met –en.

Bij ‘apetrots’ versterkt het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord, namelijk ‘trots’. In de samenstelling schrijf je dus alleen een -e

Slide 15 - Tekstslide

Tussenletter –s-
Je schrijft een –s- als je die hoort. Jongensboek, geluidsbron.

Soms kun je dit niet horen. Zoek dan een andere samenstelling waarbij je het wel kunt horen.
       Voorbeeld: dorp + straat
      dorpstraat of dorpsstraat?

Vul een ander woord in: dorpplein of dorpsplein? --> dorpsstraat


Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Maak de opdrachten van 1.3 Tussenletters 
It's Learning -> Bronnen -> Spelling Hoofdletters, interpunctie en leestekens
-> 1.3 Tussenletters

Maak deze oefeningen:
Oefeningen tussenletters en samenstellingen
Klaar? Maak de extra oefening




Slide 17 - Tekstslide