H36 -Bijwoord en voorzetsel (2)
1 / 18
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Noteer de voornaamwoorden en geef aan of het persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden zijn.
Hij had u een kaart gestuurd vanwege uw verjaardag.
Hij had u een kaart gestuurd vanwege uw verjaardag.
Slide 5 - Open vraag
Noteer de voornaamwoorden en geef aan of het persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden zijn.
Heb je hem gisteren in onze auto zien rijden?
Heb je hem gisteren in onze auto zien rijden?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Noteer de aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden.
In Istanbul is er een eekhoorn die Karamel heet.
In Istanbul is er een eekhoorn die Karamel heet.
Slide 8 - Open vraag
Noteer de aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden.
Die chirurgen hebben de eekhoorn opgenomen voor een operatie die zes uur duurde.
Die chirurgen hebben de eekhoorn opgenomen voor een operatie die zes uur duurde.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Noteer de bijwoorden uit onderstaande zin.
Rutte kwam toen overal heel soepel mee weg.
Rutte kwam toen overal heel soepel mee weg.
Slide 12 - Open vraag
Noteer de bijwoorden uit onderstaande zin.
Hoe dat jou nou heeft kunnen ontgaan, is mij werkelijk een mysterie.
Hoe dat jou nou heeft kunnen ontgaan, is mij werkelijk een mysterie.
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Noteer de voorzetsels en achterzetsels uit onderstaande zin.
De droom van veel politici is besparen op gezondheidszorg zonder dat de kwaliteit verslechterd.
De droom van veel politici is besparen op gezondheidszorg zonder dat de kwaliteit verslechterd.
Slide 15 - Open vraag
Noteer de voorzetsels en achterzetsels uit onderstaande zin.
Nabij de Sudanese hoofdstad is een bijzonder graf ontdekt: het graf van een paard.
Nabij de Sudanese hoofdstad is een bijzonder graf ontdekt: het graf van een paard.
