Oefenvragen werk en inkomen B

Wat is geen werknemersverzekering
A
WW
B
AOW
C
WIA
D
WAO
1 / 32
volgende
Slide 1: Quizvraag
Praktische economieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat is geen werknemersverzekering
A
WW
B
AOW
C
WIA
D
WAO

Slide 1 - Quizvraag

De WMO is een:
A
sociale verzekering
B
sociale voorziening

Slide 2 - Quizvraag

Kiara heeft 2 kinderen van 5 en 12. Hoeveel kinderbijslag krijgt zij?
A
487, 14
B
200, 59
C
537, 90
D
444, 16

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het social minimum?
A
Wat mensen als bijstandsuitkering krijgen
B
Het minimumbedrag waarvan iemand moet leven
C
70 % van het netto minimumloon
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 4 - Quizvraag

Hoe wordt de AOW gefinancieerd
A
Door belastinggeld
B
Door algemene middelen
C
Door verzekeringpremies
D
antwoorden A en C zijn juist

Slide 5 - Quizvraag

Welke wet gaat over de vergoeding van geneesmiddelen voor niet langdurig zieke mensen
A
Zorgverzekeringswet
B
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
C
Wet Langdurige zorg
D
Geen van allen

Slide 6 - Quizvraag

Hoe hoog is de AOW voor alleenstaanden?
A
70% van het bruto minimumloon
B
70% van het nettominimumloon
C
75% van het brutominimumloon
D
75% van het nettominimumloon

Slide 7 - Quizvraag

Welke wetten hebben te maken met het social minimum?
A
AOW
B
Participatiewet
C
Toeslagenwet (TW)
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen sociale voorziening?
A
Wajong
B
WMO
C
Participatiewet
D
Zorgverzekeringswet

Slide 9 - Quizvraag

Wat is GEEN volksverzekering?
A
Wajong
B
AKW
C
Wlz
D
ANW

Slide 10 - Quizvraag

Welk antwoord is juist
A
Wlz is voor zeer dure en langdurige intensieve zorg.
B
WMO is ondersteuning voor zelfredzaamheid.
C
WMO is voor langdurige intensive zorg.
D
Wlz is voor ondersteuning voor zelfredzaamheid.

Slide 11 - Quizvraag

Hoe lang is de "wia wachttijd" ?
A
104 weken
B
Hangt af van arbeidsverleden
C
3 maanden
D
1 jaar na de afloop van arbeidsovereenkomst

Slide 12 - Quizvraag

Welke wet is naast de ZW nog meer van toepassing tijdens de eerste 104 weken van ziekte?
A
WW
B
Wajong
C
Wet verbetering poortwachter
D
Loondoorbetaling, burgerlijk wetboek

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de vermogensgrens voor spaargeld bij de participatiewet (gehuwden)?
A
52 500,-
B
6 225,-
C
12 450,-
D
Er is geen vermogensgrens voor gehuwden

Slide 14 - Quizvraag

Hoe lang kun je maximaal een ziektewet uitkering krijgen?
A
52 weken
B
78 weken
C
104 weken
D
Dit hangt af van je arbeidsovereenkomst

Slide 15 - Quizvraag

Wat houdt de 'referte-eis' in?
A
Dat je tenminste 26 weken van de laatste 36 weken gewerkt moet hebben voor een ww-uitkering
B
Het minimum aantal fictieve arbeidsjaren
C
Minimum aantal van 2 werkgever waaraan gerefereerd moet worden voor de WW-uitkering
D
Het aantal weken en/of jaren dat iemand gewerkt moet hebben voor een ww-uitkering

Slide 16 - Quizvraag

Welke uitkering(en) komt er na de LGU (als je nog ziek bent)
A
WIA vervolguitkering
B
WGA
C
LAU & VVU
D
LGU & VVU

Slide 17 - Quizvraag

Hoe lang krijgt iemand WW
A
Of 3 maanden, of 24 maanden. Dit hangt af van iemands arbeidsverleden
B
Dit hangt ervan af, of iemand aan de referte eis voldoet. Zo ja, 24 maanden.
C
Zo lang als nodig tot iemand een nieuwe baan vind, met een maximum van 24 maanden
D
Dit hangt ervan af, of iemand aan de referte eis voldoet en iemands arbeidsverleden

Slide 18 - Quizvraag

Esra is geboren in 1978. Wat is haar fictief arbeidsverleden?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 19 - Quizvraag

Esra heeft vanaf 1996 gewerkt bij Scotch & Soda. In 2017 wordt zij ontslagen. Wat is haar feitelijk arbeidsverleden?
A
18
B
19
C
20
D
Geen antwoord is juist

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het totale arbeidsverleden?
A
Het aantal jaar dat iemand heeft gewerkt
B
38 maanden
C
24 maanden
D
fictief arbeidsverleden + feitelijk arbeidsverleden

Slide 21 - Quizvraag

Wat is restverdiencapaciteit?
A
Dit het loongerelateerde uitkeringsbedrag van de WGA
B
Het bedrag wat je daadwerkelijk verdient met de beperking/ziekte
C
Het bedrag wat je met de beperking/ziekte nog kunt verdienen
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Kan iemand een Wlz en WMO uitkering krijgen?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Valt iemand tijdens de WIA wachttijd altijd standaard onder de ZW?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het doel van de wetverbetering poortwachter?
A
Om te zorgen dat mensen sneller in de WIA kunnen
B
Zorgen dat mensen niet in ZW komen
C
Zorgen dat mensen beter re-integreren
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Wanneer kom je in de WIA vervolguitkering?
A
Nadat de LGU is afgelopen
B
Nadat de LAU is afgelopen
C
Na de LGU, als je minder dan 50% van restverdiencapaciteit verdient
D
Na de LAU, als je meer dan 50% van de restverdiencapaciteit verdient

Slide 26 - Quizvraag

Wat is juist?
A
60% arbeidsongeschikt = 40% restverdiencapaciteit
B
40% arbeidsongeschikt = 60% restverdiencapaciteit
C
A en B zijn beide juist
D
A en B zijn beide onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Hajir verdient 20 000 per jaar + 8% vakantiegeld. Wat is haar dagloon?
A
101.93
B
76.63
C
82.76
D
Geen antwoord is juist

Slide 28 - Quizvraag

deze les
  • praktijk video UWV

  • kijken wat we hebben onthouden / oefenen (lessonup)

  • aan het werk! schema maken sociale voorzieningen & integrale beroepsopdrachten (IBO's)

Slide 29 - Tekstslide

Wat is het bruto minimumloon in 2017 volgende de rode gids?
A
1565, 40
B
469, 60
C
1690, 63
D
507, 16

Slide 30 - Quizvraag

Persoon A (gehuwd) heeft (als volwassene) 2 jaar in het buitenland gewoond. Hoeveel AOW krijgt deze persoon?
A
1488, 94
B
744, 47
C
1090, 68
D
372, 23

Slide 31 - Quizvraag

Persoon A heeft recht op een bijstandsuitkering. A woont samen met B (20 jr) en C (21 jr) die beide werken. Hoe hoog is de uitkering van A?
A
937, 19
B
669, 43
C
580, 16
D
535, 53

Slide 32 - Quizvraag