NN7 HV2 - WG of NG? (2)

Welkom 2E! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2E! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


Slide 1 - Tekstslide

Welkom 2E! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


Slide 2 - Tekstslide

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek

Slide 3 - Tekstslide

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Vandaag...
  • Terugblik vorig les
  • Aan de slag!
Leerdoelen:
Ik kan een onderscheid maken tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde.

Slide 7 - Tekstslide

Terugblik
  • Hoe weet je of het gaat om een werkwoordelijk gezegde of een naamwoordelijk gezegde?

  • Wat zijn de zes koppelwerkwoorden? 

Slide 8 - Tekstslide

Zinsdelen
  • persoonsvorm (pv)
     tijdproef, getalproef (vraagzin)

  • onderwerp (ow)
      Wie/(wat) + pv?

  • werkwoordelijk gezegde (wg)
     zegt wat het onderwerp (iets of              iemand) doet

  • lijdend voorwerp (lv)
     Wat/Wie + wg + ow ?




  • naamwoordelijk gezegde (ng)
     zegt wat het onderwerp (iets of iemand) is
        - werkwoordelijk deel: koppelwerkwoorden
        - naamwoordelijk deel: zet je tussen haken

  • meewerkend voorwerp (mv)
     Aan/Voor wie + wg + ow + lv?

  • bijwoordelijke bepaling (bwb)
     Overige ww in de zin. Geeft antwoord op       
     vragen als: Waar?, Wanneer?, Hoe?. enz. 

Slide 9 - Tekstslide

Pak pen en papier
We gaan een paar zinnen ontleden.

Slide 10 - Tekstslide

Noteer: pv, ow, wg/ng
Zal zij ooit verstandig worden?

Slide 11 - Open vraag

Noteer: pv, ow, wg/ng
Zij wordt hoofd van de kraamafdeling.

Slide 12 - Open vraag

WG of NG?
Door de wegblokkades werden de overvallers snel opgepakt.
A
WG
B
NG

Slide 13 - Quizvraag

Noteer het WG:
Door de wegblokkades werden de overvallers snel opgepakt.

Slide 14 - Open vraag

WG of NG?
De Soemerische beschaving schijnt een van de oudste ter wereld te zijn.
A
WG
B
NG

Slide 15 - Quizvraag

Noteer het NG:
De Soemerische beschaving schijnt een van de oudste ter wereld te zijn.

Slide 16 - Open vraag

KORTOM:
In een zin zit dus:
  • een werkwoordelijk gezegde (alle ww in de zin), waarbij het onderwerp iets doet.
óf
  • een naamwoordelijk gezegde, waarbij het onderwerp iets is (of wordt, blijft, etc.)
                 kww + antwoord op de vraag: Wat+PV+OW+overige ww
                 Het naamwoordelijk deel noteer je [tussen vierkante haken]

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdr. 3 t/m 5, 7 + 8B óf 9B van Grammatica Zinsdelen
Open het online boek - Cursus 5 Grammatica - P5 ZD Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?

De eerste tien minuten werk je zelfstandig in stilte. Daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je.

Klaar?
Kom bij mij een puzzel halen!

timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Donderdag 19 september:
C5, P5: opdr. 1 t/m 5 en kies uit: 7 óf 8B óf 9B


Slide 19 - Tekstslide