Bijbestellen

Bijbestellen
Doel : Ik leer hoe ik voldoende bijbestel. 
                             Ik leer hoe ik interne bestellingen plaats. 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DetailhandelPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bijbestellen
Doel : Ik leer hoe ik voldoende bijbestel. 
                             Ik leer hoe ik interne bestellingen plaats. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is voorraadbeheer?
Ervoor zorgen dat je voldoende voorraad hebt.

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer heb je een voorraad tekort?


De voorraad is lager dan de minimumvoorraad!!

Slide 3 - Tekstslide

Voorraadtekort?
Minimumvoorraad = 38
Voorraad = 15

Tekort??

Slide 4 - Tekstslide

De voorraad is 25. De minimumvoorraad is 20. Tekort?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

De voorraad is 310. De minimumvoorraad is 315. Tekort?
A
Ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

De voorraad is 55. De minimumvoorraad is 75. Tekort?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Je hebt een voorraadtekort. Wat nu?
Je gaat bijbestellen!!!

Slide 8 - Tekstslide

Bijbestellen
Daarvoor kijk je naar de maximumvoorraad van het artikel. Dit is de voorraad die maximaal in het magazijn aanwezig mag zijn

Slide 9 - Tekstslide

Maximumvoorraad – voorraad = maximaal te bestellen artikelen 

Slide 10 - Tekstslide

Shampoo
10
15
13
Artikel                       min     max   voorraad     tekort            bestellen max
Borstel
15
20
12
Gel
5
10
3

Slide 11 - Tekstslide

Besteleenheid

Slide 12 - Tekstslide

Leveranciers verkopen sommige artikelen per stuk, andere bijvoorbeeld per 6.

De besteleenheid is dan 6.  

Slide 13 - Tekstslide

Leveranciers verkopen sommige artikelen per stuk, andere bijvoorbeeld per 6.

De besteleenheid is dan 6.  

Slide 14 - Tekstslide

Hoe weet je hoeveel je moet bijbestellen?

  1. Je rekent uit hoeveel je maximaal kunt bestellen.  


2. Je zoekt op wat de besteleenheid is van de leverancier.  

3.Je deelt het aantal te bestellen artikelen door de besteleenheid.  

Slide 15 - Tekstslide

Bijvoorbeeld: nodig 48 schrijfpotloden, besteleenheid is 12.

48 : 12 = 4 Je bestelt dan 4 verpakkingen. 

Slide 16 - Tekstslide

Maak het oefenblad wat je krijgt van je docent. Je mag een rekenmachine gebruiken. 

Slide 17 - Tekstslide