Havo H10 Schenken en erven - Les 3

Erven civiel
Paragraaf 10.3
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Erven civiel
Paragraaf 10.3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

10.3 Erven civiel

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt de werking van het versterferfrecht noemen.
Je kunt uitleggen wat een testament is en het effect ervan.
Je kunt de belangrijkste begrippen rondom het erfrecht noemen.

Belangrijke begrippen: 
testament - erfgenamen - onterven - legitieme portie -verwerpen - beneficiair aanvaarden - zuiver aanvaarden
successierechten - vrijstellingen

Slide 4 - Tekstslide

Heeft de overledene een testament op laten stellen?

Nee: wettelijk erfrecht (versterferfrecht)

Slide 5 - Tekstslide

Wettelijk erfrecht 
4 Groepen
  1. Echtgenoot en kinderen - ieder gelijk deel 
  2. Ouders, broers en zussen - ouders ieder 1/4, rest evenredig
  3. Grootouders
  4. Overgrootouders

Slide 6 - Tekstslide

Wettelijk erfrecht 
Plaatsvervulling: (klein-) kinderen nemen de plaats in, wanneer een erfgenaam is overleden

Slide 7 - Tekstslide

Op welk deel heeft ieder kind van Maarten recht?

A
1/4
B
1/3
C
1/12
D
1/6

Slide 8 - Quizvraag

Wettelijk erfrecht 

Waardig om te erven? 

Slide 9 - Tekstslide

#doeslief
  • Ouders kunnen kinderen onterven 
  • Je houdt recht op je legitieme portie: de helft waarvan je volgens het wettelijk erfrecht recht op hebt  

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 11 - Tekstslide

Bereken de vordering per kind bij overlijden van moeder

Slide 12 - Open vraag

Stiefoudergevaar
Bij overlijden van een ouder krijgt langstlevende
ouder de beschikking over het vermogen. 
Kind krijgt een vordering op de langstlevende ouder. 
Wilsrechten inroepen bij hertrouwen!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Aan de slag!
Opgave 10.10 & 10.11

Slide 15 - Tekstslide