Na deze les weet je hoe je voorbeelden, opsommingen en volgorde van tijd in een tekst kunt herkennen en kun je signaalwoorden in een tekst herkennen.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je hoe je voorbeelden, opsommingen en volgorde van tijd in een tekst kunt herkennen en kun je signaalwoorden in een tekst herkennen.
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik Wat weten we nog van het gebruik van hoofdzaken,bijzaken en kernzinnen?
Hoofdzaken
De belangrijkste informatie in een tekst noemen we de hoofdzaken, wat niet zo belangrijk is zijn de bijzaken.
De kernzin is meestal de eerste of laatste zin van de alinea
Slide 2 - Tekstslide
De zinnen en alinea’s hebben allemaal te maken met het onderwerp van de tekst.
Ze hebben een verband met elkaar....
De zinnen en alinea's hebben allemaal te
maken met het onderwerp van de tekst.
Ze hebben een verband met elkaar
Slide 3 - Tekstslide
Er zijn verschillende verbanden:
- een voorbeeld
- een opsomming
- een volgorde van tijd
Je noemt ze ook wel tekstverbanden
Er zijn verschillende verbanden:
- een voorbeeld
- een opsomming
- een volgorde van tijd
Je noemt ze ook wel tekstverbanden
Slide 4 - Tekstslide
Je herkent de verbanden
aan signaalwoorden:
Slide 5 - Tekstslide
bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals, onder andere
signaalwoorden voor een voorbeeld
Slide 6 - Tekstslide
Ik eet graag Italiaanse gerechten, zoals lasagna.
Slide 7 - Tekstslide
In de ochtend ga ik onder andere surfen, zwemmen en voetballen.
Slide 8 - Tekstslide
signaalwoorden voor een opsomming
ten eerste, ten tweede,
bovendien, ook, tenslotte,
een dubbele punt :
liggende streepjes (-)
getallen (1,2,3)
dots (*)
Slide 9 - Tekstslide
Voor het bakken van een ei heb je nodig:
een ei, een spatel en een pan
Slide 10 - Tekstslide
Ik ga niet meer mee op vakantie.
Ten eerste ben ik al 16 en ten tweede vind ik de bestemming vaak niet leuk.
Slide 11 - Tekstslide
signaalwoorden voor volgorde van tijd
eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dan
Slide 12 - Tekstslide
De winkeleigenaar deed eerst de deur open. Daarna zette hij het kraampje buiten.
Slide 13 - Tekstslide
Ik loop naar de metro waar ik vervolgens een kaartje koop.
Slide 14 - Tekstslide
https:
Slide 15 - Link
Ieder kind doet wel eens een klusje: de auto wassen, afwassen.
A
volgorde van tijd
B
opsomming
C
voorbeeld
D
bijzaak
Slide 16 - Quizvraag
Dat is oneerlijk. Bovendien worden ze slecht betaald.
A
voorbeeld
B
volgorde van tijd
C
opsomming
Slide 17 - Quizvraag
In India werken de kinderen in fabrieken waar ze onder andere tapijten maken.
A
opsomming
B
voorbeeld
C
volgorde van tijd
D
hoofdzaak
Slide 18 - Quizvraag
Deze kinderen gaan eerst werken en daarna pas naar school.
A
voorbeeld
B
opsomming
C
volgorde van tijd
D
kernzin
Slide 19 - Quizvraag
De kinderen in India hebben recht op: - school -vrije tijd
A
opsomming
B
voorbeeld
C
volgorde van tijd
Slide 20 - Quizvraag
Op intranet vind je informatie over de school. Zo staat er iets over het rooster en de cijfers.
A
volgorde van tijd
B
voorbeeld
C
opsomming
Slide 21 - Quizvraag
Nadat je het antwoord hebt ingevuld, krijg je feedback.
A
opsomming
B
voorbeeld
C
volgorde van tijd
Slide 22 - Quizvraag
In mijn boodschappentas zit brood, melk, taart en vis.
A
voorbeeld
B
volgorde van tijd
C
opsomming
Slide 23 - Quizvraag
We hebben een leuke klas. Neem nou Simon, echt een toffe peer!
A
opsomming
B
voorbeeld
C
volgorde van tijd
Slide 24 - Quizvraag
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................
Slide 25 - Tekstslide
Maak groepjes van 4 en geef jezelf een nummer 1 t/m 4.
Ga zover mogelijk bij een ander groepje vandaan zitten!
Voordat jullie aan de opdrachten beginnen, lezen jullie eerst in stilte de theorie op blz.87
Jullie maken gezamenlijk de opdrachten 1 t/m 4 blz. 87 t/m 92
HOE? Iedere leerling leest om beurten1 tekst voor en de andere leerlingen lezen in stilte mee. Na het lezen van de tekst, maken jullie eerst de bijbehorende opdrachten in overleg.
Nummer twee leest tekst 2 en gezamenlijk maken jullie weer de opdrachten.
Nummers 1 beginnen met voorlezen van tekst 1,nummer 2 gaat verder met tekst 2 enz.
Vragen?
Slide 26 - Tekstslide
Nu aan de slag
Wat nu?
Voordat jullie aan de opdrachten beginnen lezen jullie eerst in stilte de theorie op blz.87
Maken opdr. 1 t/m 4
blz. 87-92
WERK NIET TE GEHAAST, MAAR NETJES!
Slide 27 - Tekstslide
Aan de slag
Slide 28 - Tekstslide
Opdracht: in 2 tallen=
Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd? Wat moet je onthouden? Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?
Opdracht: in 2 tallen=
Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd?
Wat moet je onthouden, is belangrijk?
Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?
Wat was het doel van de les en is het doel bereikt?