M4 par. 1.3 samenvatten

Examen Nederlands
Leesvaardigheid (3 teksten + 1 advertentie)

Schrijfvaardigheid (zakelijke brief / e-mail / artikel/ ingezonden brief)
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examen Nederlands
Leesvaardigheid (3 teksten + 1 advertentie)

Schrijfvaardigheid (zakelijke brief / e-mail / artikel/ ingezonden brief)

Slide 1 - Tekstslide

Komende weken
Voorbereiden op het examen:
Uitleg theorie (vaak met LessonUps)
Opdrachten uit boek 4A (leesvaardigheid)
Oriëntatietoes (examenbundel)
Oefenexamen (examenbundel)
Keuze-opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

par. 1.3 samenvatten
leerdoelen: 
- hoofd- en bijzaken herkennen
- onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken
- hoofdzaken ordenen

Slide 3 - Tekstslide

Je kunt onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken

Slide 4 - Tekstslide

Welke zin is meestal de kernzin van een alinea?
A
de eerste zin
B
de tweede zin
C
de laatste zin
D
de eerste, tweede of laatste zin

Slide 5 - Quizvraag

Opbouw alinea
  • In een alinea staat meestal een kernzin -> geeft aan waar de alinea over gaat/ belangrijke informatie
  • rest van de alinea: uitleg of uitwerking (bijzaak)
  • Slide 6 - Tekstslide

    Je weet wat voor vragen over samenvatten op het examen komen

    Slide 7 - Tekstslide

    Alle samenvattingsvragen zijn gesloten?
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 8 - Quizvraag

    In een samenvatting zet je alleen hoofdzaken.
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 9 - Quizvraag

    Tekst 3 nauwkeurig lezen
    We lezen gezamenlijk tekst 3 nauwkeurig.
    Markeer de signaalwoorden die je in de eerste zin van alinea 3 en 5 vindt.


    Slide 10 - Tekstslide

    Welke zin vormt de beste samenvatting van alinea 2?
    A
    Als je tv-kijkt gaat er meer bloed naar je hersenen dan naar je spieren.
    B
    Amerikaanse psychologen ontdekten de orienting response al in 1986.
    C
    Mensen raken snel afgeleid wanneer er een tv in de buurt aanstaat.
    D
    Televisietechnieken roepen een reflex op waarmee ze je aandacht vasthouden.

    Slide 11 - Quizvraag

    Het is moeilijk te stoppen met tv-kijken, omdat het verslavend werkt.
    Je hersenen moeten veel informatie verwerken tijdens het tv-kijken.
    1
    2
    3
    4
    5
    Bepaalde televisietechnieken beïnvloeden je op een manier waardoor je wilt blijven kijken.
    Tv- kijken werkt ontspannend, maar stoppen met kijken juist niet. 
    Uit onderzoek blijkt dat tv-kijken een slechter effet op het humeur heeft dan de meeste andere hobby's. 

    Slide 12 - Sleepvraag

    Hoe komt het dat mensen verslaafd raken aan tv-kijken?
    Vat het antwoord dat de tekst geeft op deze vraag samen in maximaal 20 woorden. Gebruik voor je antwoord hele zinnen.

    Slide 13 - Open vraag

    Huiswerk voor donderdag
    Maak van par. 1.3
    opd. 6 en 7 + 10 t/m 13

    Slide 14 - Tekstslide