verkopen les 3: 21-11-2022

• MBO
• Studiejaar 1

Verkopen 

22L4F/G VS/MR Klantreis, assortiment en visual merchandising

Hoofdstuk 5: Afronden van de klantreis

5.1 Verkoop afhandelen

5.2 Kassa gebruiken

5.3 Kassafuncties. 

5.1 Verkoop afhandelen

• Een klant aan de kassa helpen. 
• Hospitality en klantvriendelijkheid 

Het laatste contact met een klant is meestal bij de kassa. Dit kan ook voor het eerste contact gelden. Belangrijk moment voor het winkelpersoneel ivm klantvriendelijkheid en hospitality.

Een klant aan de kassa helpen

Waar houdt je rekening mee: wat zeg je, wat doe je?

begroeten

aankijken

aandacht bij de klant

vragen stellen

gedag zeggen

informatie geven over betaalwijzen en/of spaarsystemen

garantie

Hospitality en klantvriendelijkheid

Hoe zat het ook al weer, waar denk je hierbij aan? 

Wees alert op wat de klant koopt; wijs de klant op acties (bijv.  2 halen 1 betalen) ook al vraagt de klant hier niet om. 

Ken de regels van ruilen en garantie uit je hoofd. 

5.2 Kassa gebruiken

• Het afrekenpunt gebruiksklaar maken. 
• Het afrekenpunt netjes houden.
• Kassasleutel

Kassasleutel wordt gebruikt ivm retouren

5.3 Assortimentskennis

a

telfunctie: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Berekenen btw, kortingspercentages

bewaarfunctie: veilig opbergen van geld

Controlefunctie: opmaken van de kassa, uitdraai --> wat is er verkocht. Al het geld bij elkaar opgeteld moet gelijk zijn aan het bedrag op de controlebon. Kasverschillen.

Informatiefunctie: hoeveel klanten, hoeveel artikelen per klant, welke artikelen het meest zijn verkocht etc. 

Afslagbon: X bon: elk moment van de dag (tussenstand) Z bon: einde van de dag. 

Beheerfunctie: belangrijke info voor de retailer; bepalen van het beleid voor de winkel. Personeel inplannen. 

Registratiefunctie: aanslagen op de kassa, ruilen/ retourneren. Voorraad. 

4.6 Duurzaamheid en milieu

keurmerken: stellen eisen aan:

• Milieu
• Arbeidsomstandigheden
• Dierenwelzijn
  

Opdracht 1 t/m 9 maken

Klaar?

• Opdrachten na laten kijken door docent.
• Ook de opdrachten van hoofdstuk 4 moeten af zijn. 
• Laat de opdrachten aftekenen door de docent.
• Het aftekenboekje aan het einde van de dag weer inleveren.