Economie paragraaf 3.4 huren of kopen

Economie
Hoofdstuk 3 Het huishouden 


Paragraaf 3.4 Huren of kopen? 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Economie
Hoofdstuk 3 Het huishouden 


Paragraaf 3.4 Huren of kopen? 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Leerdoelen
  • Uitleg over  paragraaf 3.4
  • Opdracht maken 
  • Afsluiting van de les

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 
Aan het einde van de les ....
  • Kunnen jullie de begrippen huurovereenkomst, hypotheekovereenkomst, huurtoeslag, makelaar en huurbeleid  en uitleggen
  • Kunnen jullie de verschillende benoemen                                                      tussen kopen  en huren.                   

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 3.4 Huren of kopen
Wat komt er allemaal kijken bij het kopen of huren van woonruimte? Wat zijn de voor-en nadelen van een huis kopen? En van huren? Waarom en hoe grijpt de overheid in?  

Slide 4 - Tekstslide

Huurwoning
Een huurovereenkomst of huurcontract is een mondelinge of schriftelijke afspraak tussen huurder en verhuurder waarin de rechten en plichten van beide partijen zijn vastgesteld.

      Sociale huurwoningen 

      Vrijesectorwoningen 

  • Zijn woningen met een huur tot maximaal  de huurgrens (664,66 euro in 2012) Deze prijs wordt jaarlijks opnieuw berekend door de overheid. 
  • De verhuurder van de sociale huurwoningen zijn meestal woningcorporaties (ookwel woonstichtingen) 
  • Deze verhuurder streven niet naar winst en worden ook niet-commerciële verhuurders genoemt. 

  • Bij vrijesector woningen, is het huur meestal hoger en is de huurverhoging vrij. 
  • De verhuurders noem je ook wel commerciële verhuurders.
  • Dit zijn bedrijven en particulieren die winst willen maken. 
  • Belangrijke commerciële verhuurders zijn pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. 

Slide 5 - Tekstslide


Een huurovereenkomst mag niet in strijd zijn met de wet. Vooral om huurders te beschermen heeft de overheid een aantal dwingende en aanvullende regels opgesteld. 


Dwingende rechtregels zijn regels waarvan niet mag worden afgeweken. 
Voorbeelden: 
- Verkoop breekt geen huur 
- Dood breekt geen huur
- Opzegging verhuurder
- Opzegging huurder
- Opzegtermijn & Uitzondering kamerverhuur 
Aanvullende rechtregels gelden alleen als hurder en verhuurder zelf geen aanvullende afspraken hebben gemaakt. 
Voorbeelden:
- Oplevering in goede staat verhuurder en huurder
- Onderhoudsplicht verhuurder en huurder

Slide 6 - Tekstslide

Woning schaarste & Huurbeleid
In  Nederland is er schaarste aan woningen en een lange wachtlijst. 
De vraag naar woningen is groter dan de aanbod van woningen.

Hierdoor gaan mensen kraken. 
Waardoor het huurbeleid noodzakelijk is
Kraken is het zonder toestemming van de eigenaar in gebruik nemen van een leegstand gebouw (kraakpand)  om er in te wonen. 

Slide 7 - Tekstslide

Huurtoeslag
Huurtoeslag is een financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen.​
 

Om huurtoeslag te krijgen, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen.​
​Huurtoeslag vraag je aan bij de Belastingdienst.​


Slide 8 - Tekstslide

Of toch kopen

Slide 9 - Tekstslide

Huiskopen 
We gaan een filmpje bekijken die ons vertelt  wat er gebeurd als je ouders een huis willen gaan kopen . 


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is 'de makelaar'?
A
Iemand van de bank.
B
Iemand die je huis koopt.
C
Iemand die je helpt je huis te kopen of verkopen.
D
Iemand die repareert.

Slide 12 - Quizvraag

Hypotheekrecht
hypotheeklening 
huis = onderpand 

Slide 13 - Tekstslide

Hypotheekovereenkomst 
Is een afspraak tussen hypotheeknemer (de bank) en een hypotheekgever (de eigenaar van onderpand) over de hoogte van de lening, de rente en de leningsvoorwaarden. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Hypothecaire leningen
  • Lening met een onderpand
Lineaire hypotheek
Annuïteitenhypotheek

Slide 16 - Tekstslide

Woensdag 27 november:
Toets H3, paragraaf 1 tot en met 4

Slide 17 - Woordweb