Bij volledige mededinging is er sprake van een heterogeen goed.
A
Juist
B
Onjuist
1 / 25
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Bij volledige mededinging is er sprake van een heterogeen goed.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 1 - Quizvraag
Bij volledige mededinging is productdifferentiatie geheel afwezig.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Bij volledige mededinging zijn er veel aanbieders.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet je hoe de markt van volledige mededinging werkt en hoe de prijs op deze markt tot stand komt.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Evenwichtsvoorwaarden
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Een andere naam voor Volkomen concurrentie is:
A
Volledige mededinging
B
Onvolkomen concurrentie
C
Monopolie
Slide 13 - Quizvraag
Bereken de evenwichtsprijs
en de evenwichtshoeveelheid.
Slide 14 - Open vraag
Sleep naar de juiste definitie
Vraagoverschot
Aanbodoverschot
Er is meer aanbod dan vraag
Er is meer vraag dan aanbod
Marktprijs hoger dan de evenwichtsprijs
Marktprijs lager dan de evenwichtsprijs
Slide 15 - Sleepvraag
Stel dat de prijs hoger is dan de evenwichtsprijs. Dan is de vraag naar het product _______ dan het aanbod.
De aanbieders van het product zullen dan bereid zijn het product voor een lagere prijs te verkopen. De prijs zal dan _______. De prijs zal op de evenwichtsprijs uitkomen.
kleiner
stijgen
dalen
groter
Slide 16 - Sleepvraag
Winst per stuk bij maximale
winst
Het individuele aanbod bij
de evenwichtsprijs
Maximale totale winst
individuele aanbieder
Collectieve aanbod bij evenwichtsprijs
Evenwichtsprijs op de markt
Kosten per product
€ 0
45
32.000
€ 4,50
Slide 17 - Sleepvraag
Wat is geen voorwaarde van volledige mededinging?
A
Weinig aanbieders
B
Homogene goederen
C
Transparante markt
D
Vrije markt
Slide 18 - Quizvraag
Bij welke markt ligt de prijs het laagst en het consumentensurplus het hoogst?
A
Heterogene oligopolie
B
Homogene oligopolie
C
Monopolie
D
Volledige mededinging
Slide 19 - Quizvraag
Op de lange termijn is de winst bij volledige mededinging
A
positief
B
0
C
negatief
Slide 20 - Quizvraag
P
GO
MO
MK
GTK
Slide 21 - Sleepvraag
Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet je hoe de markt van volledige mededinging werkt en hoe de prijs op deze markt tot stand komt.