In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H6 Spelling: aan elkaar of los
Slide 1 - Tekstslide
Pak pen en papier en doe mee!
Slide 2 - Tekstslide
Welke woorden moet je aaneenschrijven? Het zijn er 17.
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Kamperen is een vorm van openluchtrecreatiewaarbij men in een tent, caravan, camper of andere eenvoudige recreatiewoning op een buitenterrein verblijft. Er zijn speciaal daarvoor ingerichte locaties: campings.
Bij kamperen neemt men genoegen met relatief weinig luxe, vaak met de bedoeling om van de natuur te genieten en tot rust te komen. Ook het informele karakter van deze vorm van overnachten, kan een belangrijke reden zijn om ervoor te kiezen.
Vaak gaat kamperen gepaard met andere buitenactiviteiten, zoals wandelen, vissen of mountainbiken.
De nacht doorbrengen op niet daarvoor aangewezenlocaties (buiten officiële kampeerplaatsen) wordt vaak beperkt door de wet. De gedachte hierbij is dat het zogenaamde wildkamperen voor overlast kan zorgen. Zo zouden veel mensen hun afvalachterlaten op de plaats waar ze gekampeerd hebben. In Schotland en Zweden is wildkamperen echter officieel toegestaan.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Aan elkaar of los?
A
bananen schil
B
bananenschil
Slide 9 - Quizvraag
Aan elkaar of los?
A
lange termijn planning
B
langetermijnplanning
C
lange termijnplanning
D
langetermijn planning
Slide 10 - Quizvraag
Aan elkaar of los?
A
liefdesscène
B
liefdes scène
Slide 11 - Quizvraag
Aan elkaar of los?
A
Zuid-Hollander
B
ZuidHollander
C
Zuid Hollander
Slide 12 - Quizvraag
Aan elkaar of los? twaalf duizend
A
aan elkaar
B
los
Slide 13 - Quizvraag
Aan elkaar of los? drie miljard
A
aan elkaar
B
los
Slide 14 - Quizvraag
Aan elkaar of los?
A
adembenemende voorstelling
B
adembenemendevoorsteling
C
adem benemende voorstelling
D
adem benemendevoorstelling
Slide 15 - Quizvraag
Aan elkaar of los?
A
trein en bus verkeer
B
treinenbusverkeer
C
trein- en bus verkeer
D
trein- en busverkeer
Slide 16 - Quizvraag
Aan de slag!
Maak opdracht 1 en 2 (blz.185, online: H6 spelling).
Maak opdracht 1 t/m 4 (blz.186-187, online H6 spelling werkwoorden).