3.5 3GL Grammatica les 2

Welkom
  • Etui, werkboek B én Ipad op tafel.
  • Ga rustig zitten. 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom
  • Etui, werkboek B én Ipad op tafel.
  • Ga rustig zitten. 

Slide 1 - Tekstslide

Periode 2 - Toetsen Nederlands 
  •        BoekenPitch
  •        Leesvaardigheid,  woordenschat en schrijfvaardigheid Toets
            hoofdstuk 4+5  (SE week).






Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Huiswerk bespreken 
- afmaken opdracht 8 en 9 blz. 70-71 en 3a en 5 blz. 74-75
- Hoe staat het met 'Bingo met de oudjes' ?
- Werken aan  BoekenPitch

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken - spelling

Slide 4 - Tekstslide

Blz. 74

Slide 5 - Tekstslide

Blz. 75

Slide 6 - Tekstslide

3.7 Grammatica
In deze paragraaf leer je:
  • Telwoorden
  • Het verschil tussen zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord.

Slide 7 - Tekstslide

3.7 Grammatica - Telwoord  (blz. 70)
Telwoorden (tw) kun je verdelen in hoofdtelwoorden (htw) en rangtelwoorden (rtw).
  • Hoofdtelwoorden geven een hoeveelheid aan:
     drie, zevenhonderd, weinig, veel

  • Rangtelwoorden geven een rangorde aan: 
    eerste, middelste, laatste, meeste

Slide 8 - Tekstslide

3.7 Grammatica - zelfstandigww en hulpww(blz. 70)
Het belangrijkste werkwoord van het werkwoordelijk gezegde noem je een zelfstandig werkwoord (zww). Staan er meer werkwoorden in het gezegde, dan zijn dat hulpwerkwoorden (hww).
Bijvoorbeeld:
  • Een veganist eet vlees noch vis.
  • Ik heb een salade gemaakt.
  • Zou jij even willen proeven?

Slide 9 - Tekstslide

3.5 Aan de slag
  • Maak opdracht 6, 8 en 9 blz. 70-71
  • Maak opdracht 3a en 5 blz. 74-75
  • Klaar? Verder met je BoekenPitch
  • Morgen ook Bingo met de oudjes bespreken (15 mei)

Slide 10 - Tekstslide

Wat je moet weten voor de toets.
  • De verschillende tekstdoelen, tekstsoorten en voorbeelden kennen (zie B. blz. 248).
  • De voorbeelden van informatieve teksten
     (nieuwsbericht, uiteenzetting, instructie, interview) (A. H2)
  • Objectieve en subjectieve informatie herkennen. (H2/H3)
  • Verschil mening en feiten
  • Wat een kernzin (belangrijkste zin in een alinea) en toelichting daarop is. (uitleg en voorbeelden)
  • Weten wat een betoog is, en hoe je dit herkent. (H3)
  • Functie van een inleiding en slot kennen. (H3)
  • De signaalwoorden van een tegenstelling. (H3)
  • De woorden en betekenissen van hoofdstuk 2 en 3.

Slide 11 - Tekstslide