Gaan met die banaan (11-12)

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke stelling is waar?
A
Het is belangrijk dat je gevarieerd eet
B
Van light producten val je af
C
Als je veel sport, kun je zoveel ongezonde dingen eten als je wilt

Slide 2 - Quizvraag

Welke exotische vrucht wordt ook wel Chrinese aardbei genoemd?
A
Abrikoos
B
Lychee
C
Vijg

Slide 3 - Quizvraag

In welk fruit zit het meeste vitamine C?
A
Kiwi
B
Mango
C
Sinaasappel

Slide 4 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk dat er halvarine op het brood wordt gesmeerd?
A
Vanwege de melk die er in zit
B
Omdat de boterham dan minder droog is
C
Vanwege de vitamine A, D en E die er in zitten

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een peulvrucht?
A
Olijf
B
Sperzieboon
C
Asperge

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel groenten en fruit zou een 11-jarige gemiddeld per dag moeten eten?
A
Dat verschilt per dag
B
1 opscheplepel groente en 1 stuks fruit
C
2 stuks fruit en 200 gram groente

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel suikerklontjes bevat een blikje energiedrank (250 ml)?
A
5,5 suikerklontjes
B
1 suikerklontje
C
3 suikerklontjes

Slide 8 - Quizvraag

Te veel zout in het eten is niet goed, omdat …?
A
Je smaakpapillen dan afsteven
B
Je lichaam dan uitdroogt
C
Het risico op een hoge bloeddruk verhoogt

Slide 9 - Quizvraag

Het is belangrijk om voedingsmiddelen met veel vezels te eten, omdat…
A
Het zorgt voor een goede werking van de darmen.
B
Je bloedvaten gezond blijven
C
Je dan beter kan bewegen

Slide 10 - Quizvraag

In welke producten zitten veel vezels?
A
In sinaasappels
B
In volkorenbrood, groente en fruit
C
Ik vlees en vis

Slide 11 - Quizvraag

De score wordt berekend

Slide 12 - Tekstslide

Waar ga je straks spelen?
A
Binnen
B
Buiten
C
Weet ik nog niet

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide