nieren en hormonen

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
fysiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

0,2 mm

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Stel, je drinkt heel weinig en/of je zweet veel. Wat gebeurt er met de osmotische waarde van het bloed?
A
Gaat omlaag
B
Gaat omhoog
C
Blijft hetzelfde

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Osmotische waarde
= concentratie opgeloste deeltjes (bv zout)

Als je water kwijtraakt terwijl opgeloste deeltjes achterblijven STIJGT de osmotische waarde


Slide 12 - Tekstslide

Waar wordt ADH geproduceerd?
A
In de hypothalamus (hersenen)
B
In de bijnieren
C
In het rode beenmerg
D
In het hart

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het teken voor de hypothalamus om meer ADH te gaan maken?
A
Lage osmotische waarde van het bloed
B
Hoge osmotische waarde van het bloed
C
Weinig zuurstof in het bloed
D
Veel CO2 in het bloed

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het effect van ADH?
A
Meer productie voorurine
B
Minder productie voorurine
C
Meer terugresorbtie van water
D
Minder terugresorbtie van water

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Ga je door ADH uiteindelijk meer of minder plassen?

Slide 17 - Open vraag

Effect ADH
Als de osmotische waarde van het bloed stijgt ('uitdroging') --> meer productie ADH --> MEER terugresorbtie van water in de distale tubulus en verzamelbuis --> MINDER productie urine --> er blijft MEER water in het lichaam --> osmotische waarde daalt weer

Slide 18 - Tekstslide

Ander voorbeeld 
En nu een precies omgekeerde situatie:

Wat gebeurt er als je een liter water drinkt:

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Je drinkt een liter Spa Blauw en de osmotische waarde van je bloed daalt.

Wat gebeurt er met de productie van ADH?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk
D
Weet niet

Slide 21 - Quizvraag

Er is minder ADH.
Wat gebeurt er met de terugresorbtie van water in het nefron?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk

Slide 22 - Quizvraag


Minder ADH

Minder terugresorbtie van water in het nefron

MEER urineproductie

--->





Slide 23 - Tekstslide

Aldosteron
De hoeveelheid zout en water in het lichaam wordt door meerdere hormonen gereguleerd.

Aldosteron is ook een hormoon dat hierbij betrokken is!

Slide 24 - Tekstslide

Casus
Je eet een zak chips (zout)
en drinkt een fles cola (water)

Slide 25 - Tekstslide

Je krijgt een flinke hoeveelheid vocht en zout binnen. Wat gebeurt er met het bloedvolume en de bloeddruk?
A
Dalen
B
Stijgen
C
Blijven hetzelfde
D
Weet niet

Slide 26 - Quizvraag

Dit is dus homeostase: negatieve feedback

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide