Les 3 - Moleculaire stoffen

Thema - Bindingen
H3.3

Deze les: Leerdoelen 7 + 8
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema - Bindingen
H3.3

Deze les: Leerdoelen 7 + 8

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Vragen stellen
  • Leerdoelen

  • Voorkennis
  • Uitleg

  • Evaluatie
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Vragen (over opdrachten...)??

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
□ 7. Je kunt op microniveau uitleggen hoe de atomen in een moleculaire stof gebonden zijn;
    o a. Je weet dat atomen in een moleculaire stof bij elkaar gehouden worden door een                                 atoombinding,
    o b. Je weet wat een covalente binding inhoud,
    o c. Je weet wat een polair-covalente binding inhoud en dat de binding tussen O-H en N-H                       polair zijn,
    o d. Je weet dat de covalentie het aantal maximale atoombindingen is, dat een atoom aan kan          gaan,
    o e. Je weet hoe je de covalentie van een atoom kan bepalen, met behulp van ScienceData.
□ 8. Je kunt op microniveau uitleggen waardoor een moleculaire stof geen stroom kan geleiden;
    o a. Je weet de ‘voorwaarde’ van elektriciteitsgeleiding: elektronen moeten vrij kunnen                             bewegen

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de molecuulformules naar het juiste vakje (soort stof)
moleculaire stof
metaal
zout
F2
CaCl2
Na
C6H12O6
Ca
CaO2

Slide 5 - Sleepvraag

Soorten stoffen
Cu = koperatoom = metaal-atoom
de stof koper is dus een metaal

CuO = koperatoom + zuurstofatoom =
metaal-atoom + niet-metaalatoom 
de stof koperoxide is dus een zout

H2O = waterstofatomen + zuurstofatoom = allebei niet-metaalatomen
de stof water is dus een moleculaire stof

Slide 6 - Tekstslide

Moleculaire stof
  • Bestaan uit niet-metaalatomen -> rechts in Periodiek systeem

  • De binding tussen de atomen noemen we: 
  • -> atoombinding


  • => Covalente atoombinding
  • => Polair covalente atoombinding

Slide 7 - Tekstslide

Atoombinding
  • De binding tussen 2 niet-mataal atomen 

  • Ontstaat doordat atomen elektronen delen 

Slide 8 - Tekstslide

Covalente binding tussen twee H atomen (H - H)
bestaat uit een elektronenpaar
De covalente binding 
bestaat uit een elektronenpaar

Slide 9 - Tekstslide

Gedeelde elektronenpaar
  • Atomen willen evenveel valentie-elektronen als de edelgassen
  • => door een binding aan te gaan met een ander atoom

  • Er wordt een gedeeld elektronenpaar gevormd.
  • Dit paar wordt ook wel atoombinding of covalente binding genoemd.

  • Heel sterke binding!
  • => Verbreekt alleen bij chemische reactie

Slide 10 - Tekstslide

Covalente binding 
tussen H - H  
bestaat uit een elektronenpaar
Polair covalente binding 
H - O 

Slide 11 - Tekstslide

Covalente binding
Tussen atomen 

  • Atomen trekken even hard aan elektronen
  • Elektronen paar bevindt zich in het midden
Polair covalente binding
Alleen tussen H - O & H - N

  • Ene atoom trekt harder aan de elektronen
  • Elektronen bevinden zich dichter naar 1 atoomsoort

Slide 12 - Tekstslide

Atoombinding
  • Sterke binding tussen atomen in een molecuul


Slide 13 - Tekstslide

Covalente binding
  • Geleiden géén stroom...
  • Elektronen zitten 'vast' (worden door atomen gedeelt)

Slide 14 - Tekstslide

Water is een...
A
zout
B
moleculaire stof
C
metaal

Slide 15 - Quizvraag

Kraanwater kan stroom geleiden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen kraanwater en puurwater, dat het verschil in geleiding verklaart?

Slide 17 - Open vraag

Puur water kan stroom geleiden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Kijk naar de afbeelding hiernaast =>

Is dit een moleculaire stof?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Kijk naar de afbeelding hiernaast =>

Bevat deze stof covalente bindingen?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Kijk naar de afbeelding hiernaast =>

Bevat deze stof polair covalente bindingen?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Welk(e) van de onderstaande stof(fen) bevat(ten) covalente binding(en)
A
Ne
B
K2O
C
SnCu
D
CH4

Slide 22 - Quizvraag

Welk(e) van de onderstaande stof(fen) bevat(ten) polair covalente binding(en)
A
F2
B
K2O
C
NH3
D
CH4

Slide 23 - Quizvraag

Welk(e) van de onderstaande stof(fen) bevat(ten) polair covalente binding(en)
A
C3H7OH
B
K2O
C
SO3
D
C2H6

Slide 24 - Quizvraag

Welk(e) leerdoel(en) beheers je nu al?

Slide 25 - Open vraag

Welk(e) leerdoel(en) beheers je (nog) niet?

Slide 26 - Open vraag

Wat ga ik eraan doen om ervoor te zorgen dat ik het wel begrijp / kan?

Slide 27 - Open vraag

Filmpje 1
De covalente binding [1]

Leerdoel 7

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Filmpje 2
De covalente binding [2]

Leerdoel 7

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Filmpje 3
De polaire covalente binding

Leerdoel 7

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Filmpje 4
Moleculaire stoffen

Leerdoel 8

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video