elektronegativiteit H7.4

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Teken de elektronenformule van
N2

Slide 2 - Open vraag

Belangrijke begrippen 
Lewisstructuren 
Elektronegativiteit 
Covalente bindingen (polair/apolair) 
Ionbindingen 


Slide 3 - Tekstslide

Polaire atoombinding
Bij een covalente binding zijn de elektronen niet altijd eerlijk verdeeld.

Twee manieren om dat te beredeneren:
- Elektronegativiteit Tabel 40A
- Atoommodel van Bohr

Slide 4 - Tekstslide

Binding in een H₂O molecuul
  • Een O-atoom trekt iets harder aan de gedeelde elektronen dan de H-atomen. Hierdoor bevinden ze zich gemiddeld wat meer bij het O-atoom dan bij het H-atoom. Daarom is het een polaire atoombinding. In een watermolecuul komen twee polaire atoombindingen voor.
  • In tabel 40A van je binas kun je opzoeken hoe groot de elektronegativiteit is.
  • Hoe groter dit getal is des te sterker trekt het atoom aan de bindingselektronen.
  • Als het verschil in elektronegativiteit tussen twee atoomsoorten kleiner of gelijk is aan 0,4 dan spreken we van een apolaire binding.
  • Ligt het verschil tussen de 0,4 en de 1,7 dan is er sprake van een polaire binding.

Slide 5 - Tekstslide

Polaire atoombinding
Het ene atoom trekt harder aan het gedeelde elektronenpaar dan het ander
- Verschuiving  elektronenpaar naar hoogste elektronegativiteit
- "Partiële lading" (δ- en δ+)

Slide 6 - Tekstslide

Elektronegativiteit
Het verschil in elektronegativiteit (ΔEN) bepaalt het soort binding (BiNaS 40A)

ΔEN
Soort binding
Voorbeeld
< 0,4
Apolair
C-H, C-S, C=S
0,4-1,7
Polair
C-F, H-Cl, C-O, C=O
> 1,7
Ion
Na+ Cl-

Slide 7 - Tekstslide

Wat de is de betekenis van het begrip elektronegativiteit?
  • Elektronegativiteit is een maat voor de kracht waarmee een atoom de biningselektronen trekt

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit waardoor een covalentebinding tussen een atoom van een metaal en een atoom van een niet-metaal niet bestaat?
  • Het verschil in elektronegativiteit is dan zo groot dat een elektron van het metaalatoom naar het niet-metaalatoom overspringt. Er ontstaan ionen en die vormen een ionrooster, dus geen covalentebining!

Slide 9 - Tekstslide

Electronegativiteit: tab 40A
  • Eigenschap van een atoom
  • getal geeft aan hoe sterk het atoom aan electronen trekt

bijv: 
EN(H) = 2,1
EN(O) = 3,5
EN(C) = 2,5


Slide 10 - Tekstslide

 herhalen 2.1+2.2
Atoombinding:                                            polair of apolair

verschil electronegativiteit < 0,4 = apolair of covalent    (C-H)
0,4 < verschil electronegativiteit < 1,7 = polair   (C-O en O-H)

Slide 11 - Tekstslide

Elektronegatieviteit en VDW bindingen
Aantrekkingskracht tussen moleculen onderling:
  

Vanderwaalsbinding
  • Polaire binding bepalen mbv electronegativiteit: Δ EN>0,4 (Binas 40A):
  • “Sterkste” atoom trekt de negatieve lading meer naar zich toe en wordt wat meer negatief: δ-.
  • Het andere atoom wordt daardoor δ+
  • Dit verschil in electronegativiteit >0,4 geeft een polaire binding

Slide 12 - Tekstslide

Teken de elektronenformule van
NH3

Slide 13 - Open vraag

Geef een omschrijving van EN-waarde

Slide 14 - Open vraag

Wanneer is het verschil in EN-waarde 0?

Slide 15 - Open vraag

Zoek in de binas op de EN waarde van
N, H, C

Slide 16 - Open vraag

Bij welk verschil in EN-waarde is er sprake van een
- apolaire binding
- polaire binding
- ionbinding

Slide 17 - Open vraag

De binding tussen C en N is een
A
zuivere atoombinding
B
apolaire atoombinding
C
polaire atoombinding

Slide 18 - Quizvraag

De binding tussen C en H is een
A
zuivere atoombinding
B
apolaire atoombinding
C
polaire atoombinding

Slide 19 - Quizvraag

polaire stof
apolaire stof

Slide 20 - Sleepvraag