herhalen cellen

herhalen cellen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

herhalen cellen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

DNA vs RNA

Slide 6 - Tekstslide

Vier verschillende stikstofbasen: Adenine (A), Thymine (T), Cytosine (C), Guanine (G)

Combinaties A=T en C≡G (baseparing)
De ene streng is complementair aan de andere
DNA

Slide 7 - Tekstslide

eiwitproductie
van de template/matrijsstreng moet RNA gemaakt worden
de RNA streng lijkt dan op de coderende streng.

Slide 8 - Tekstslide

Eiwitproductie
1. Eiwitproductie begint in de celkern. Een stukje DNA bevat de bouwinstructie voor een eiwit. 
2. Dit stukje wordt gekopieerd in de vorm van een RNA molecuul (transcriptie)
3. Via de kern poriën reist het RNA molecuul vervolgens naar het cytoplasma
4. Een ribosoom “leest” het RNA- molecuul en koppelt dan aminozuren aan elkaar volgens de bouwinstructie (translatie)

Slide 9 - Tekstslide

Transcriptie: DNA naar RNA
- RNA is enkelstrengs
- RNA heeft Uracil (U) ipv Thymine (T) als stikstofbase

Tegenover de A wordt een U ingebouwd en tegenover T een A

Bij C een G en bij G een C.

Slide 10 - Tekstslide

Translatie: RNA naar eiwit
Het RNA verlaat de kern (via een kernporie) naar het cytoplasma en bindt aan een ribosoom.

Het ribosoom leest het mRNA in steeds 3 basen tegelijk (triplet/ codon).

Slide 11 - Tekstslide

Celdeling nodig voor 
Groei (nieuwe cellen)
Herstel (vervanging dode/ beschadigde cellen)
Instandhouding

Slide 12 - Tekstslide

Voor de mitose zijn de chromatiden (tijdens de S-fase) verdubbeld (zuster chromatiden)

Slide 13 - Tekstslide

Levenscyclus van een cel
BINAS 76A

Slide 14 - Tekstslide

Mitose
BINAS 76B1

Slide 15 - Tekstslide

Controle van de celdeling
Regelgenen: maken eiwitten die processen in de cel zelf regelen, bijvoorbeeld de snelheid van celdeling.
Tijdens de celdeling vinden controles plaats. Is het DNA goed gekopieerd/ zijn alle chromosomen goed aan het spoelfiguur verbonden? Zo nee: gecontroleerde celdood (apoptose): er worden dan eiwitten gemaakt die er voor zorgen dat de cel sterft.




Slide 16 - Tekstslide

Controle van de celdeling
Als er een probleem is met de regelgenen (mutatie) die de snelheid van celdeling bepalen dan gaan cellen ongecontroleerd delen en ontstaat een tumor.

Een tumor is dus een groepje cellen dat ongecontroleerd groeit.





Slide 17 - Tekstslide

Controle van de celdeling
Een tumor is goedaardig als hij netjes omsloten is en langzaam groeit. Als hij snel groeit en omliggende weefsels binnendringt is een tumor kwaadaardig = kanker.

Als kankercellen losraken en via bloed/ lymfe in andere organen terecht komen en daar een tumor veroorzaken is dit een uitzaaiing.




Slide 18 - Tekstslide

Soms gaat de regeling van de celdeling mis:

Slide 19 - Tekstslide

Celmembraan

Slide 20 - Tekstslide

Fosfolipiden: hydrofiele kop (water aantrekkend) en een hydrofobe staart (waterafstotend). Cholesterol: stevigheid

Slide 21 - Tekstslide

Diffusie

Slide 22 - Tekstslide

Actief en passief transport

Slide 23 - Tekstslide

Endocytose

Slide 24 - Tekstslide

Osmose

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

oefen SE
te vinden bij vakken in som

Slide 28 - Tekstslide