Zinsontleding onderbouw H/V 2 en 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1-3

Zinsontleding NN6e, H2/3

je oefent in deze slides met zinsontleding

ow = onderwerp

pv = persoonsvorm

wg = werkwoordelijk gezegde

lv = lijdend voorwerp

mv = meewerkend voorwerp

Bwb = bijwoordelijke bepaling

Wat is het onderwerp in deze zin:

Tegenwoordig kan geen mens zonder zijn mobieltje

Welk zinsdeel is het meewerkend voorwerp in deze zin:

Je mag bijvoorbeeld niet met anderen bellen tijdens een trouwplechtigheid

1. Je
2. met anderen bellen
3. tijdens een trouwplechtigheid
4. er is geen mv

Welk zinsdeel is het lijdend voorwerp in deze zin:

Desondanks hebben veel mensen een probleem met die telefoons

1. veel mensen
2. die telefoons
3. een probleem
4. er is geen lv

Welk zinsdeel is het lijdend voorwerp in deze zin:

Desondanks hebben veel mensen een probleem met die telefoons

1. veel mensen
2. die telefoons
3. een probleem
4. er is geen lv

Wat is de bijwoordelijke bepaling in deze zin:

Bij het huwelijk van haar broer had Ellen haar telefoon niet uitgezet.

Ontleed nu de hele zin.
Zorg dat je alle zinsdelen hebt benoemd!

Het apparaat rinkelde luid tijdens zijn jawoord.

Kies het werkwoordelijk gezegde:

In Duitsland lette een boer laatst onvoldoende op.

1. lette
2. lette onvoldoende op
3. laatst
4. lette op

Kies het lijdend voorwerp:

Hij maakte met zijn tractor een verkeerde beweging.

1. Hij
2. zijn tractor
3. er is geen lv in de zin
4. een verkeerde beweging

Kies het werkwoordelijk gezegde:

De lading mest viel uit de kantelende aanhanger.

1. mest
2. viel
3. viel uit
4. viel uit kantelende

Kies het onderwerp:

Precies naast de aanhanger reden een vader en zijn dochter in hun cabriolet

1. de aanhanger
2. een vader
3. een vader en zijn dochter
4. een vader en zijn dochter in hun cabriolet

Kies de bijwoordelijke bepaling(en):

Een dag later verscheen een artikel over dit vervelende voorval in de plaatselijke krant

1. Een dag later
2. een artikel
3. over dit hele vervelende voorval
4. in de plaatselijke krant

Kies het onderwerp:

Die twee kregen de hele lading over zich heen

1. Die twee
2. de hele lading
3. zich
4. er is geen ow in deze zin

Wat vond je van deze oefening?

😒🙁😐🙂😃

Wat vind je van LessonUp als tool voor de (online)lessen?
Zou je dit ook in lessen op school willen gebruiken?

Vind je dat ik de online lessen goed aanbied?

0100

Huiswerk voor de volgende les:

§ Spelling hoofdstuk 3, blz 94 

Maak de startopdracht

Lees de tekst in het groene kader

maak opdrachten 1 en 2

Lukt het niet? Geen paniek! Ik leg het in de volgende les uit!