§7.4 Verteren llnversie

§7.4 - Verteren
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§7.4 - Verteren

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen

  • Uitleg
  • Opdracht/werkvorm
  • Afsluiting
  • Tijd over? Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 7.4
Ik kan...
...vertellen hoe het verteringsstelsel is gebouwd.
...van de diverse organen van het verteringsstelsel vertellen wat de werking en functie is.
… uitleggen hoe je voorkomt dat je ziek wordt van voedsel.
… je kunt de begrippen ADI en LD50 verklaren.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk (=weektaak)
Leer §7.4; maak opdr. 4, 5, 11, 22 (blz. 31-36).
Leer §7.56; maak opdr. 4, 10 (blz. 42-44).
Kijk de opdrachten goed na. Maak de voorbereidingsopdracht van het practicum. Lever het verslag over de pinda's in, uiterlijk op 8 oktober, vóór het begin van de les, op papier =  via de ELO

Slide 4 - Tekstslide

In welke drie groepen worden voedingsstoffen ingedeeld?

Slide 5 - Open vraag

Natasja is ernstig ziek geweest. Ze heeft lang in bed gelegen en is afgevallen en haar spieren zijn verzwakt. Vanwege haar gezondheid moet ze aansterken. Daarom eet ze volgens de schijf van vijf. Van welke voedingsmiddelen moet Natasja wat extra eten, zodat ze aansterkt?


A
bruin brood, aardappelen en peulvruchten
B
appels, sinaasappels en bananen
C
bloemkool, paprika en tomaten
D
tofu, vlees en vis

Slide 6 - Quizvraag

Wat is cholesterol en waar zorgt het voor?

Slide 7 - Open vraag

Leerdoel
Ik kan uitleggen hoe voedsel wordt verteerd en welke organen hierbij betrokken zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Je keelholte is een soort kruispunt. De lucht die je in- en uitademt komt hier doorheen. En het voedsel dat je doorslikt ook. Als je tijdens het eten veel praat, kan hier iets misgaan. Je kunt je verslikken. Wat gebeurt er als je je verslikt?

Slide 14 - Open vraag

Langs welke organen gaat je eten (en etensresten), voordat je het uitpoept?

Slide 15 - Open vraag

Wat is vertering?
  • Grote voedingsstoffen zoals eiwitten, vetten en koolhydraten, kunnen niet meteen in het bloed worden opgenomen.

  • Het klein maken van voedingsstoffen (door verteringssappen) heet vertering.

Slide 16 - Tekstslide

Eigenschappen:
- Vorm
- Temperatuur
- Zuurgraad

3 stappen

1. Binden

2. Knippen

3. Loslaten

Slide 17 - Tekstslide

Optimumtemperatuur
< 10: werkt het niet

37: optimaal, het snelst

> 45: stuk

Slide 18 - Tekstslide

Voedingsstoffen die moeten worden verteerd
Voedingsstoffen die niet worden verteerd.
Mineralen

Zetmeel
Eiwitten
Vetten

Water
Koolhydraten
Vitaminen

Slide 19 - Sleepvraag

Enzymen zijn gevoelig voor temperatuur. Ze werken het beste bij de optimumtemperatuur. Wat gebeurt er met het enzym als deze boven de maximumtemperatuur komt?
A
Het enzym gaat sneller werken.
B
Het enzym gaat langzamer werken.
C
Het enzym gaat kapot.
D
Het enzym werkt niet meer.

Slide 20 - Quizvraag

Peristaltische bewegingen

  • 2 soorten spieren spelen een rol bij het vervoer in je verteringsstelsel.

  • Kringspieren en lengtespieren trekken om en om samen om het eten verder te duwen.

Slide 21 - Tekstslide

Welk begrip hoort er bij de volgende omschrijving:
Het kleinmaken van voedsel

Slide 22 - Open vraag

Wat zijn peristaltische bewegingen?

Slide 23 - Open vraag

In de meeste verteringssappen zitten enzymen. Leg in drie stappen uit hoe enzymen werken.

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Waar wordt je voedsel verteerd?
  • De eerste stap van vertering vindt plaats in de mondholte (speeksel): zetmeel
  • De vertering gaat verder in de maag (maagsap): eiwit
  • In de twaalfvingerige darm gaan gal en alvleessap verder met de vertering. Gal is GEEN verteringssap, het is een hulpstof!!: zetmeel, eiwit en vet
  • In de dunne darm wordt de vertering afgerond (darmsap). De voedingsstoffen kunnen hierna het bloed in.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Waar worden geen verteringssappen aan de voedselbrij toegevoegd?

A
Maag
B
Twaalfvingerige darm
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 29 - Quizvraag

Noem drie voorbeelden van verteringsklieren bij mensen.

Slide 30 - Open vraag

Waar komen de voedingsstoffen in het bloed?
  • In de dunne darm zijn de voedingsstoffen klein genoeg om in het bloed te worden opgenomen.

  • De dunne darmwand is erg dun en bevat veel haarvaten. De voedingsstoffen kunnen gemakkelijk door de wand heen (bron 10).

  • Door de darmplooien met darmvlokken is het oppervlakte van de dunne darmwand erg groot.

Slide 31 - Tekstslide

0

Slide 32 - Video