In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
§7.4 - Verteren
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Leerdoelen
Uitleg
Afsluiting
Tijd over? Aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
Vragen over de vorige les en/of het huiswerk?
Slide 3 - Tekstslide
In welke drie groepen worden voedingsstoffen ingedeeld?
Slide 4 - Open vraag
ADH
A
Algemeen Dagelijkse Herstel
B
Alle Dagelijkse Handelingen
C
Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid
D
Aandoening hyperactiviteit
Slide 5 - Quizvraag
Wat is cholesterol en waar zorgt het voor?
Slide 6 - Open vraag
Leerdoel
Ik kan uitleggen hoe voedsel wordt verteerd en welke organen hierbij betrokken zijn.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Hoe vervoert je verteringsstelsel voedsel?
Tanden
Keelholte (huig en strottenklepje -> (neusholte/luchtpijp)
Maag
Twaalfvingerige darm
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm
Anus
Slide 9 - Tekstslide
Je keelholte is een soort kruispunt. De lucht die je in- en uitademt komt hier doorheen. En het voedsel dat je doorslikt ook. Als je tijdens het eten veel praat, kan hier iets misgaan. Je kunt je verslikken. Wat gebeurt er als je je verslikt?
Slide 10 - Open vraag
Peristaltische bewegingen
2 soorten spieren spelen een rol bij het vervoer in je verteringsstelsel.
Kringspieren en lengtespieren trekken om en om samen om het eten verder te duwen.
Slide 11 - Tekstslide
Wat zijn peristaltische bewegingen?
A
bewegingen van de darmen waarbij het water uit voedsel wordt gehaald.
B
Bewegingen van de darmen waarbij het water voedsel wordt gehaald
C
Beweging van de darmen waarbij voedingsstoffen in het bloed worden opgenomen.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is vertering?
Grote voedingsstoffen zoals eiwitten, vetten en koolhydraten, kunnen niet meteen in het bloed worden opgenomen.
Het klein maken van voedingsstoffen (door verteringssappen) heet vertering.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is vertering?
Kleiner maken van voedsel (verteringssappen)
In verteringssappen zitten enzymen
Enzymen knippen grote voedingsstoffen in stukjes
Slide 14 - Tekstslide
Verteringssappen bevatten enzymen. Wat zijn enzymen?
A
indicatoren
B
slotjes voor sleutels
C
stoffen die processen versnellen
D
stofjes die het beste werken bij 37 graden
Slide 15 - Quizvraag
Eigenschappen:
- Vorm
1 enzym past op een stof
- Temperatuur
Niet te hoog niet te laag
- Zuurgraad
Niet te zuur
(maag is zuur, enzymen werken niet)
3 stappen
1. Binden
2. Knippen
3. Loslaten
Slide 16 - Tekstslide
Optimumtemperatuur
< 10: werkt het niet
37: optimaal, het snelst
> 45: stuk
Slide 17 - Tekstslide
Voedingsstoffen die moeten worden verteerd
Voedingsstoffen die niet worden verteerd.
Mineralen
Zetmeel
Eiwitten
Vetten
Water
Koolhydraten
Vitaminen
Slide 18 - Sleepvraag
Enzymen zijn gevoelig voor temperatuur. Ze werken het beste bij de optimumtemperatuur. Wat gebeurt er met het enzym als deze boven de maximumtemperatuur komt?
A
Het enzym gaat sneller werken.
B
Het enzym gaat langzamer werken.
C
Het enzym gaat kapot.
D
Het enzym werkt niet meer.
Slide 19 - Quizvraag
Welk begrip hoort er bij de volgende omschrijving: Het kleinmaken van voedsel
Slide 20 - Open vraag
Wat zijn peristaltische bewegingen?
Slide 21 - Open vraag
In de meeste verteringssappen zitten enzymen. Leg in drie stappen uit hoe enzymen werken.
Slide 22 - Open vraag
Waar wordt voedsel verteert?
Mondholte (speeksel)
Maag (maagsap) + maagzuur
Twaalfvingerige darm (alvleessap)
Gal
Gemaakt in de lever en opgeslagen in
galblaas
Dunne darm (darmsap)
Slide 23 - Tekstslide
Waar wordt je voedsel verteerd?
De eerste stap van vertering vindt plaats in de mondholte (speeksel): zetmeel
De vertering gaat verder in de maag (maagsap): eiwit
In de twaalfvingerige darm gaan gal en alvleessap verder met de vertering. Gal is GEEN verteringssap, het is een hulpstof!!: zetmeel, eiwit en vet
In de dunne darm wordt de vertering afgerond (darmsap). De voedingsstoffen kunnen hierna het bloed in.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Waar worden geen verteringssappen aan de voedselbrij toegevoegd?
A
Maag
B
Twaalfvingerige darm
C
Dunne darm
D
Dikke darm
Slide 27 - Quizvraag
Enzymen zitten in verteringssappen en helpen bij het verteren van voedingsstoffen. Enzymen zorgen ervoor dat de vertering van voedingsstoffen gaat. Door je voedsel te kauwen, je het oppervlak. Hierdoor zijn de voedingsstoffen in het voedsel bereikbaar voor de enzymen.
vergroot
sneller
beter
Slide 28 - Sleepvraag
Waar komen de voedingsstoffen in het bloed?
In de dunne darm zijn de voedingsstoffen klein genoeg om in het bloed te worden opgenomen.
De dunne darmwand is erg dun en bevat veel haarvaten. De voedingsstoffen kunnen gemakkelijk door de wand heen (bron 10).
Door de darmplooien met darmvlokken is het oppervlakte van de dunne darmwand erg groot.
Slide 29 - Tekstslide
Wat gebeurt er in de dikke darm?
Onverteerde resten komen in de dikke darm
Bacteriën breken deze af
Water wordt opgenomen
Dikke massa blijft over -> endeldarm
Dit poep je uit
Slide 30 - Tekstslide
Terugblik: Ik kan uitleggen hoe voedsel wordt verteerd en welke organen hierbij betrokken zijn.
A
Zeker weten
B
Bijna
C
Ik ga een mindamp maken!
D
Ik kom naar KWT.
Slide 31 - Quizvraag
Wat is de goede volgorde van je spijsvertering?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, mondholte, maag
Slide 32 - Quizvraag
Aan het werk
Maken alle opdrachten van paragraaf 7.4 (begin bij opdracht 3)
Alles met een * mag je overslaan
Niet af = huiswerk
Slide 33 - Tekstslide
Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃
Slide 34 - Poll
Volgende week
Zelfstandig starten met 8.1
Jullie zijn bij met de planner
LessonUp 8.1 Wordt met jullie gedeeld voor extra informatie