Prépositions pays/villes

  • Voca
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  • Voca

Slide 1 - Tekstslide

Wat leren we vandaag?
  • Prépositions pays

Slide 2 - Tekstslide

Prépositions pays/villes
In het Frans staat er voor een land of stad altijd een lidwoord. Als je wilt zeggen dat je in een land bent of naar een land gaat, verandert het lidwoord in een voorzetsel:
  • au > m. landen
  • en > f. landen
  • aux > pl. landen
  • à > steden

Slide 3 - Tekstslide

Welke voorzetsels gebruiken we voor voor welke landen?

Slide 4 - Open vraag

Welke voorzetsels gebruiken we voor steden en dorpen?

Slide 5 - Open vraag

Hoe kan je zien of een land vrouwelijk is?

Slide 6 - Open vraag

En hoe kan je zien of een land meervoud is?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

VIDEO LERNOVA
On va regarder une vidéo!

Slide 9 - Tekstslide

Elle habite ... Espagne.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 10 - Quizvraag

Nous allons ... Toulouse.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 11 - Quizvraag

J'ai habité ... Japon.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 12 - Quizvraag

Il aime vivre ... Bruxelles.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 13 - Quizvraag

Je vais ... Suisse.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 14 - Quizvraag

Elle est ... États-Unis.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 15 - Quizvraag

Vous restez ... Belgique?
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 16 - Quizvraag

Il a été ... Portugal.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 17 - Quizvraag

l'Allemagne
l'Espagne
la Suisse
les Pays-Bas
l'Angleterre
les États-Unis

Slide 18 - Sleepvraag

Vertaal: Vous avez été en Allemagne.

Slide 19 - Open vraag

Vertaal: Je vais en vacances au Maroc.

Slide 20 - Open vraag

Vertaal: Ils ont habité à Londres en Angleterre.

Slide 21 - Open vraag

Vertaal: Wij zijn in Frankrijk geweest.

Slide 22 - Open vraag

Vertaal: Ik woon in Breda in Nederland.

Slide 23 - Open vraag

Vertaal: Zij heeft in Canada gereisd.

Slide 24 - Open vraag

Oefeningen op Lernova
1.2.4.1 - Exercices niveau 2

Slide 25 - Tekstslide