LOB Hst 6 Werkhouding

• arbeidsvaardigheden
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

LOB

Arbeidsvaardigheden

Les 6 

Werkhouding

Doelen

1. Je kunt uitleggen wat een goede werkhouding is. 

2. Je kunt uitleggen hoe jou werkhouding is. 

Waaraan denk je bij het woord werkhouding?

Je bent op een dak aan het werken. Moet je op het dak altijd een helm op?

1. De baas is er vandaag niet, dus voor deze ene keer werk je zonder helm.
2. Natuurlijk doe je een helm op want mijn collega doet dat ook.
3. Denken ze nou echt dat ik voor schut ga lopen met zo'n ding op?
4. Natuurlijk doe je een helm op, veiligheid eerst!

Jij houdt van hard zingen. je werkt in een verzorgingstehuis met ouderen. Kan dat daar?

1. Als je binnenkomt vraag je de bewoners altijd of ze het goed vinden dat je hardop zingt.
2. Je vraagt je stagebegeleider of je voortaan elke dag even samen met de bewoners mag zingen.
3. Vragen hoeft niet per se, oudere mensen vinden zingen altijd gezellig.
4. Je zet gezellig de radio aan en kijkt of de mensen met jou mee gaan zingen.

Je loopt stage in een schoenenwinkel. Een klant heeft erge zweetvoeten. wat doe je?

1. Je vraagt je collega om de klant te helpen.
2. Je helpt de klant(en doet b.v. snel een lekker geurtje onder je neus)
3. Je doet alsof je de klant niet gezien hebt.
4. Je vraagt aan je collega wat je het beste kunt doen want je wordt er echt misselijk van.

Je stagegever zegt dat je de boontjes moet "blancheren". Je hebt geen idee wat de kok bedoelt. Wat doe je?

1. Je zegt eerlijk dat je niet weet wat het betekent.
2. Je vraagt je collega snel wat hij bedoelt.
3. Je zoekt het woord even snel op op je telefoon.
4. Je doet alsof je snapt wat hij bedoelt en kijkt wat de anderen doen.

Lezen

We lezen het stukje 'werkhouding' 

blz 46 

Hoe was de werkhouding van deze mevrouw? 

Zelfstandig werken

Maak opdracht 1,2,3 

Belangrijke dingen!! 

Als het gaat om een werkhouding.......

1. Je houden aan afspraken! 

Op tijd zijn

Je werk afmaken

Netjes werken 

......................

Wat is een belangrijke afspraak bij op het werk? 

Alweer te laat! Wat doe je en wat gebeurd er dan op jou stage?

2. Omgaan met collega's 

Omgaan met je collega's is heel belangrijk maar soms ook lastig.

Wie heeft er wel eens een lastige situatie meegemaakt met een collega? Vertel er eens over! 

Waarover kun je een praatje maken met collega's?

Zelfstandig werken

Maak opdracht 4 t/m 6 in je boek.

EINDOPDRACHT 

Wat heb je nodig?

- Knipblad

- Groen en rood potlood

- Wit vel 

- Lijm 

- Zwarte stift 

Schaar

Opdracht

1. Kleur de woorden op het knipblad 

Groen: Dingen die jij goed kunt

Rood: Dingen die jij niet goed kunt

2. Knip 3 rode en 3 groene woorden uit die het beste bij jou passen

3. Plak ze op het vel 

4. Schrijf er een voorbeeld bij van hoe jij dit laat zien op je stage of op school of wat je wilt doen om dit te verbeteren!

Afronden

Maak een foto van jou werkblad en hang dit als bewijs in profijt

!! Traject LOB !!

Vul de vragen in op blz 55 van je boek