les 2: Ontstaan Westers Mensbeeld

Filosofie les 2
Ontstaan van het westers mensbeeld, lesdoel:
Je kunt uitleggen wat de bepalende factoren zijn geweest in de geschiedenis van het westers mensbeeld.

Je kunt uitleggen welke invloed het idee van een aardse versus hemelse werkelijkheid heeft op het mensbeeld van de westerse mens.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GMFMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Filosofie les 2
Ontstaan van het westers mensbeeld, lesdoel:
Je kunt uitleggen wat de bepalende factoren zijn geweest in de geschiedenis van het westers mensbeeld.

Je kunt uitleggen welke invloed het idee van een aardse versus hemelse werkelijkheid heeft op het mensbeeld van de westerse mens.

Slide 1 - Tekstslide

Bedenk een verschil tussen de moderne westerse mens en de middeleeuwse mens:

Slide 2 - Open vraag

Waar beginnen we? Plato
Plato ontwikkelde 'dualisme: ( 3e eeuw voor Christus) . Het lichaam hield de ziel gevangen: Er is een hogere werkelijkheid.

In de middeleeuwen ( 500 - 1500) waren mensen meer op elkaar aangewezen. Ze waren afhankelijk van bestaansmiddelen , geproduceerd door de gemeenschap.

Slide 3 - Tekstslide

Waarin ben jij nog afhankelijk van andere mensen?

Slide 4 - Open vraag

En dan : Christendom
Door het christendom geloofden mensen in een almachtige God. De mens had een eeuwige ziel. Het leven was slechts een voorbereiding op de Hemel. Zij moesten zich houden aan een bovennatuurlijke orde.
Dus: Alles wat zondig was, was slecht. 
Aardse lusten -versus hemelse deugden.
Aards is de wereld ( daaronder is de Hel) Hemel is Hoog, Vandaar dat Kathedralen hoog zijn: als een vinger wijzen naar de hemel.

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn redenen om goed te leven?

Slide 6 - Open vraag

Renaissance ( 16 eeuw) en verlichting( 18e eeuw)

Na 1500 Herontdekken westerlingen de Griekse klassieke oudheid waarin de mens meer centraal had gestaan: Renaissance. Hier ontstaat het modern humanisme. 
Dit meer individuele denken loopt uit op De Verlichting ( 18e eeuw). Men werd idealistisch: de mens kan de wereld beter maken. 
Je weet de rest: Wetenschap techniek maakten de wereld maakbaarder. De mens en zijn behoeftes gaat centraal staan. 

Slide 7 - Tekstslide

Ben jij idealistisch? Kan de mens de wereld verbeteren en het lijden verminderen?

Slide 8 - Open vraag

Immanuel Kant ( 1724-1804)
Wat betekent Verlichting? Dat een mens zijn eigen verstand moet gebruiken. Een mens moet de dapperheid tonen om zonder leiding van een ander gebruik te maken van zijn verstand: 
'Durf te weten ! Heb de moed je eigen verstand te gebruiken! '

Slide 9 - Tekstslide

Vind jij dat de mens vooral kan vertrouwen op zijn eigen verstand? Leg uit.

Slide 10 - Open vraag

Huiswerkopdracht
De  tijdsperioden: 
* Griekse Oudheid
* Middeleeuwen/Christendom
* Renaissance
* Verlichting
* moderne periode 
( vanaf 1900)

Opdracht:
Maak een tijdslijn waarin iedere periode terug komt.
Maak vervolgens een samenvatting van minstens 10 zinnen over het mensbeeld in die periode. 
Vermeld ook waar in die periode de nadruk op ligt: De hemelse werkelijkheid of de aardse werkelijkheid. 

Slide 11 - Tekstslide