Tandheelkunde implantologie les 4

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 3

Tandheelkunde implantologie 

Les 4

Lesprogramma

Lesweek 1: Inleiding, materiaal en osseo-integratie

Lesweek 2: Indicatie en anamnese

Lesweek 3: Onderzoek en planning

Lesweek 4: Gastles

Lesweek 5: Plaats en aantal implantaten in edentate situaties / Soorten implantaten

Lesweek 6: Operatieve fase

Lesweek 7: Prothetische fase, nazorg en onderhoud.

Lesweek 8: Toets

Lesdoelen

• Je kunt het begrip resorptie uitleggen.
• Je kent de beweegredenen voor het plaatsen van implantaten in een edentate onderkaak.
• Je kunt het verschil uitleggen tussen een één fase en twee fase behandeling.

Toets

• Digitale kennistoets.
• Op It's Learning.
• Open vragen en meerkeuzevragen.
• Theorie uit Tandheelkundige kennis voor tandartsassistenten, hoofdstuk 9. 

Terugkijken

• We kijken terug op vorige les door middel van quizvragen.
• Maak het huiswerk en lever vragen in!!!!
• Het kost je weinig tijd en het leert straks makkelijker voor de toets.

Waar wordt intra-oraal naar gekeken voordat de beslissing voor implantaten plaatsen gemaakt wordt?

Waar wordt op de röntgenfoto naar gekeken voordat de beslissing voor implantaten plaatsen gemaakt wordt?

Wat is backward planning?

Wat is resorptie?

Resorptie

• Het langzaam verdwijnen van het kaakbot na extractie van een gebitselement.
• Bij extractie van een enkel element is er alleen resorptie op de plaats waar het betreffende element heeft gestaan.
• Bij een totaalextractie/edentate kaak is er resorptie van de hele kaak.

Wat is het verschil tussen de bovenkaak en de onderkaak als het gaat om resorptie?

Bovenkaak 

• In de bovenkaak wordt een prothese gedragen door de processus alveolaris (kaak) en het palatum.
• Er is geen resorptie in het palatum.
• De prothese zuigt vacuüm aan het palatum waardoor deze goed vast blijft zitten. 

Onderkaak

• In de onderkaak wordt een prothese volledig gedragen op de processus alveolaris (kaak).
• Door resorptie is er steeds minder houvast (retentie)  voor de prothese. 
• Ook de bewegingen van de tong en mondbodem zorgen ervoor dat de prothese in de onderkaak minder houvast heeft.

Hoeveel implantaten worden meestal geplaatst bij een edentate onderkaak?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 6

Implantaten onderkaak

• Door het plaatsen van implantaten in de onderkaak wordt retentie gecreëerd voor de prothese. 
• Meestal worden er twee implantaten geplaatst ter plaatse van waar eerst de hoektanden zaten.
• Hierop wordt een drukknop- of stegconstructie gemaakt.
• Daarop kan dan de overkappingsprothese geklikt worden.

Implantaten onderkaak

• Als naast het houvastprobleem ook pijn of irritatie van de slijmvliezen een rol spelen worden vaak vier implantaten geplaatst.
• Irritatie van slijmvliezen kan komen door bijvoorbeeld het syndroom van Sjogren, dit veroorzaakt een droge mond.
• Met vier implantaten rust de overkappingsprothese voor het grootste gedeelte op de implantaten en niet op de mucosa. 

Hoe noem je de drukknop- of stegconstructie van een prothese?

1. Mesostructuur
2. Suprastructuur

Boormal

• Om er zeker van te zijn dat er in de juiste richting wordt geïmplanteerd, wordt soms een boormal gemaakt.
• Dit kan een onderdeel zijn van een backward planning.
• De boormal wordt op de kaak geplaatst en geeft de richting aan waarin geboord moet worden. 

Was in dit geval een boormal handig geweest?

1. Ja
2. Nee

Implantaatsystemen

• Er zijn diverse implantaatsystemen. De behandelaar kiest zelf uit met welk systeem hij/zij werkt.
• De keuze kan ook afhangen van wat voor constructie er gemaakt gaat worden.
• Diverse bekende merken zijn: Nobel Biocare, Straumann, Megagen, Astra,  Camlog, Ankylos, Zimmer.

Wat is het verschil tussen één-fase implantaten en twee-fasen implantaten?

Eén-fase implantaten

• Wordt in één zitting geplaatst.
• Het grootste deel van het implantaat zit in het kaakbot.
• Een klein deel is zichtbaar in de mond.
• Na de osseo-integratie kan meteen een kroon, brug of prothese worden gemaakt. 

Twee-fasen implantaten

• Twee-fasen implantaten worden ook in één zitting geplaatst maar deze worden afgedekt met tandvlees en zijn dus niet zichtbaar in de mond. 
• Na de osseo-integratie worden de implantaten opgezocht door middel van een snee in het tandvlees.
• Dan wordt er een afdekschroef geplaatst.
• Dat noem je een healing abutment.
• Als het tandvlees weer geheeld is, kan de constructie gemaakt worden.

Er zijn verschillende lengtes van implantaten maar de breedte is altijd hetzelfde.

1. Waar
2. Niet waar

Soorten implantaten

• Omdat kaakbot niet altijd even hoog is, of er niet altijd evenveel ruimte is in verband met de sinus of canalis, hebben implantaten diverse lengten.
• Deze kunnen variëren van  7mm tot 16mm.
• Ook in de breedte is er niet altijd evenveel ruimte.
• Daarom kan ook de breedtemaat gekozen worden.
• Deze kan variëren tussen de 3mm en 6mm.

Evaluatie

Ik heb alles begrepen

Lastige theorie, ik ga het nog eens nalezen

Ik begrijp er niet veel van

Ik heb nog een vraag

Huiswerk

• Lees hoofdstuk 9.5 en 9.6 uit het boek Tandheelkundige kennis voor tandartsassistenten (blz. 291 en 292).
• Maak van deze tekst 3 vragen over de onderwerpen die je lastig vindt, niet begrijpt of waar je meer uitleg over wil.
• Lever deze uiterlijk woensdag in.
• Ik verwerk deze dan anoniem in de volgende les.