Boek: Tandheelkundige kennis voor tandartsassistentes
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
TandheelkundeMBOStudiejaar 3
In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Implantologie
Herhaling
Boek: Tandheelkundige kennis voor tandartsassistentes
Slide 1 - Tekstslide
LessonUp regels
Doe actief mee voor aanwezigheid
Slide 2 - Tekstslide
1 Wat is het verschil tussen de hechting aan kaakbot van implantaten en van natuurlijke elementen? Hoe wordt hier rekening mee gehouden bij het maken van een kroon of brug?
Slide 3 - Open vraag
2 Wat is articulatievrijheid? Waarom wordt dit toegepast bij een combinatie van een implantaat gedragen overkappingsprothese in de onderkaak en een gewone prothese in de bovenkaak?
Slide 4 - Open vraag
1 Wat is peri-implantitis?
Slide 5 - Open vraag
2 Waarom worden er regelmatig röntgenopnames gemaakt van de geplaatste implantaten?
Slide 6 - Open vraag
3 Van welk materiaal zijn de instrumenten waarmee tandsteen van de implantaten wordt verwijderd? Waarom wordt speciaal dit materiaal gebruikt?
Slide 7 - Open vraag
4 Waarom worden nulmetingen genoteerd wanneer een implantaat is ingeheeld?
Slide 8 - Open vraag
Belangrijk om te weten
Wat is een implantaat?
Wie heeft het implantaat ontdekt?
Wat zijn de grote voordelen van een implantaat, wanneer wordt er voor gekozen?
Van welk materiaal is een implantaat?
Wat is osseo-integratie?
Wat is bepalend voor een osseo-integratie?
Wat is het verschil in het kaakbot van de boven- en onderkaak?
Hoe lang is de gemiddelde ingroeiperiode?
Slide 9 - Tekstslide
Belangrijk om te weten
Wat is botaugmentatie/botopbouw?
Wanneer is een botopbouw nodig?
Wat is een sinusbodemelevatie?
Wat is een informed consent?
Wat zijn de contra-indicaties voor een implantaatbehandeling?
Waarom wordt er niet geïmplanteerd bij het gebruik van bifosfonaten?
Wat is het nut van de anamnese?
Op welke manieren wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om een implantaat te plaatsen?
Wat is het voordeel van een CBCT?
Wanneer is de patiënt klaar om geïmplanteerd te worden?
Slide 10 - Tekstslide
Belangrijk om te weten
Hoeveel implantaten worden er doorgaans in een edentate onderkaak geplaatst?
Op welke plaats worden deze geplaatst?
Waarom worden er meestal geen implantaten in de edentate bovenkaak geplaatst?
Wat is een boormal?
Wanneer wordt er een breed of smal, lang of kort implantaat gebruikt?
Wat is een één fase behandeling?
Wat is een twee fasen behandeling?
Wanneer wordt er voor één of twee fasen gekozen?
Wat is een healing abutment?
Slide 11 - Tekstslide
Belangrijk om te weten
Wat wordt er allemaal klaargezet voor een implantaatbehandeling?
Waarom moet de behandeling steriel plaatsvinden?
Hoe wordt het kaakbot blootgelegd?
Wat is een punch?
Hoe wordt het kaakbot (indien nodig) gecorrigeerd?
Waarmee wordt de plaats en richting van het implantaat aangegeven?
Waarmee wordt de implantaatboor gekoeld?
Waarom wordt de implantaatboor gekoeld?
Waarom worden vaak niet-oplosbare hechtingen gebruikt?
Waar is de lengte van de inhelingsperiode van afhankelijk?
Slide 12 - Tekstslide
Belangrijk om te weten
Wat is een mesostructuur en wat zijn de soorten?
Wat is suprastructuur en wat zijn de soorten?
Waarom wordt een afdrukstift gebruikt?
Wat is het parodontaal ligament en wat is hierin het verschil tussen en implantaat en een gewoon gebitselement?
Waar moet de tandtechnieker rekening mee houden in de occlusie bij een solitair implantaat?
Waar moet de tandtechnieker rekening mee houden in de vormgeving van de kroon/brug/steg enz.?
Waarom heeft een verschroefde kroon/brug de voorkeur boven een verlijmde kroon/brug?
Slide 13 - Tekstslide
Belangrijk om te weten
Wanneer start de nazorg na het plaatsen van een implantaat?
Hoe vaak is er nazorg?
Wanneer wordt er vaker nazorg gedaan dan gebruikelijk?
Wat is het nut van een röntgenfoto in deze fase?
Wat is een nulmeting?
Waarom wordt er bij een implantaat gebruik gemaakt van plastic of keramisch instrumentarium?
Wat is peri-implantitis?
Hoe kan peri-implantitis behandeld worden?
Hoe heet het als een implantaat verwijderd worden?
Wat is een implantaatpaspoort en wat is het nut ervan?
Wat doet de NVOI?
Slide 14 - Tekstslide
OEFENTOETS
Slide 15 - Tekstslide
Wat betekend biocompatibel?
A
Weefsel vriendelijk en onschadelijk voor het lichaam
B
Schadelijk voor het lichaam
C
Titanium
D
Een brugconstructie op implantaten
Slide 16 - Quizvraag
Waarmee wordt de boor gekoeld tijdens het implanteren?
A
Water
B
Lucht
C
Fysiologisch zout oplossing
D
Natrium hypochloriet
Slide 17 - Quizvraag
Hoelang is de gemiddelde ingroei-perdiode?
A
1 a 2 weken
B
3 a 5 weken
C
1 a 2 maanden
D
3 a 5 maanden
Slide 18 - Quizvraag
Bij het opstellen van een prothese is het belangrijk dat er voldoende bewegingsvrijheid is naar voren en opzij. Dit heet...