EU15 - Herhaling lesstof

Europa
Economie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Europa
Economie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Oefenen met de lesstof Europa

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik - Nakijken
Met nakijkvel.

Huiswerk was:
Alle leerlijnen:
maken 3.32 t/m 3.35

Slide 3 - Tekstslide

Stelling: Door arbeidsmigratie worden de loonkosten hoger.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Het stabiliteitspact is een afspraak die gemaakt is tussen ...
A
EMU-landen
B
EU-landen

Slide 5 - Quizvraag

Als de arbeidsproductiviteit in verhouding sneller stijgt dan het loon van een werknemer zullen de loonkosten per product ...
A
Stijgen
B
Gelijk blijven
C
Dalen

Slide 6 - Quizvraag

Milieuvervuiling in Nederland leidt tot negatieve externe effecten in Duitsland.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak waarom landen zich specialiseren?
A
Natuurlijke omstandigheden
B
De kwantiteit aan producten
C
De kwaliteit van de producten
D
Stabiliteit

Slide 8 - Quizvraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving: de strategie die voor het individu het gunstigst is, ongeacht wat de ander doet.

Slide 9 - Open vraag

Hoe noemen we het verschijnsel dat ontstaat omdat sommige producten in eigen land niet geproduceerd kunnen worden óf omdat de productie in eigen land duurder zijn dan elders?
A
Internationale ruil
B
Vrijhandel
C
Europese monetaire unie
D
Interne markt

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de dominante strategie van H&M?
A
Wel korting geven
B
Geen korting geven

Slide 11 - Quizvraag

Een overheidstekort is een voorbeeld van een ...
A
Voorraadgrootheid
B
Stroomgrootheid

Slide 12 - Quizvraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving: landen beschermen binnenlandse producten door allerlei maatregelen te treffen.

Slide 13 - Open vraag

Welke afspraken hebben de EMU landen in het stabiliteitspact gemaakt?
A
Staatsschuld mag maximaal 3% van het BBP zijn en het overheidstekort 60%
B
De staatsschuld mag maximaal 60% van het BBP zijn en het overheidstekort 3%
C
De groei van de overheidsuitgaven moet onder de 3% blijven

Slide 14 - Quizvraag

Wat is geen argument voor het toepassen van protectionistische maatregelen?
A
Specialisatie
B
Infant industry-argument
C
Werkgelegenheid
D
Antidumpingsargument

Slide 15 - Quizvraag

Stelling: Nederland is een open economie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Een sanctie bij het niet handhaven van vastgelegde regels is een voorbeeld van ...
A
Vrijhandel
B
Meeliftersgedrag
C
Gevangenendilemma
D
Collectieve dwang

Slide 17 - Quizvraag

Als een land een overheidstekort heeft, moet het land geld lenen. Dit zorgt ervoor dat de ... (ook wel overheidsschuld genoemd) toeneemt

Slide 18 - Open vraag

In welk van deze landen dalen de loonkosten per product?


Slide 19 - Tekstslide

Land B: Wanneer de arbeidsproductiviteit sneller stijgt of langzamer daalt dan de loonkosten per uur stijgen de loonkosten per product.


Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Leren voor de toets
Volgende les kans om vragen te stellen

Slide 21 - Tekstslide

Evaluatie
Oefenen met de lesstof H3

Slide 22 - Tekstslide